Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Ondanks grotere uitstroom meer werknemers in de zorg

PW35 - 23-08-2023
In zorg en welzijn zijn er 21.000 werknemers bijgekomen tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van dit jaar. De uitstroom is vanaf het midden van 2021 sneller toegenomen dan de instroom, maar per saldo nam het aantal werknemers nog steeds toe. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Ondanks grotere uitstroom meer werknemers in de zorg

De uitstroom in de laatste drie kwartalen van 2022 en in het eerste kwartaal van 2023 lag op het hoogste niveau sinds de start van de meting in 2010. De meeste uitstromers gingen naar een andere bedrijfstak, concludeert het CBS uit het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.

Toch lag de instroom hoger: de toename van 21.000 werknemers tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023 is het resultaat van 176.000 instromers en 155.000 uitstromers.

De hele bedrijfstak zorg en welzijn – inclusief de leidinggevende en ondersteunende functies – telde in het eerste kwartaal van 2023 ruim 1,4 miljoen werknemers.

Uitstroom

Tegenover een toenemende instroom stond jarenlang een redelijk stabiele uitstroom. Het aantal uitstromers werd snel groter vanaf het derde kwartaal van 2021, terwijl het aantal instromers in de meeste kwartalen minder snel steeg of zelfs daalde. Daarmee nam het totale aantal werknemer in deze sector minder snel toe.

Bij de meest recente meting van het CBS, het eerste kwartaal van 2023, waren 155.000 werknemers uitgestroomd ten opzichte van een jaar eerder. Dat aantal ligt 36.000 hoger dan de uitstroom van bijna twee jaar eerder, het tweede kwartaal van 2021. Na dat kwartaal groeide de uitstroom van werknemers uit zorg en welzijn.

Andere bedrijfstakken

In de cijfers van de uitstroom gaat het alleen om de werknemers die niet langer werken in zorg en welzijn. Degenen die binnen de bedrijfstak in een andere branche gaan werken, zijn niet meegeteld door het CBS. Het gaat dus om werknemers die in een andere bedrijfstak zijn gaan werken, met pensioen gaan, die werken als zelfstandige (binnen of buiten zorg en welzijn), die een andere uitkering krijgen of om een andere reden stoppen met werken.

Van deze mogelijke redenen kwam een vertrek naar een andere bedrijfstak het vaakst voor; de grote toename van de uitstroom vanaf het derde kwartaal van 2021 is voor het grootste deel (70%) toe te schrijven aan deze groep werknemers.

Pensionering

Een veel kleinere rol speelt, volgens het CBS, pensionering: het aantal werknemers dat met pensioen ging steeg ook in de periode tussen medio 2021 en begin 2013, maar deze toename was beperkt tot enkele duizenden. Dat maakt slechts een klein deel uit van de totale stijging.

De rest van de toename van de uitstroom is toe te schrijven aan de werknemers die als zelfstandige gingen werken of stopten met werken om een andere reden dan pensionering.

Document acties

Back to top