Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Inspectie: medicatiebewaking apotheken in orde

PW Magazine 01 / 02, jaar 2011 - 23-12-2010
Apotheken scoren in het algemeen goed op medicatiebewaking en op het bekijken van contra-indicaties en allergieën. De receptcontrole kan daarentegen nog wat sneller en beter. Dit blijkt uit het rapport 'Het resultaat telt openbare apotheken 2009' dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg donderdag naar buiten bracht.
Inspectie: medicatiebewaking apotheken in orde

Apotheken voeren medicatiebewaking over het algemeen goed uit: apotheken kijken naar geneesmiddelinteracties en volgen de richtlijnen voor farmacotherapie. In negen van de tien gevallen kijken apothekers naar contra-indicaties en allergieën. De precieze beoordeling van deze uitkomsten is echter lastig voor apothekers omdat ze geen toegang hebben tot het medisch dossier van de patiënt. Daarom gaat de apotheker vaak uit van de informatie die de patiënt zelf hierover geeft.

Dat blijkt uit het IGZ-rapport Het resultaat telt openbare apotheken 2009, dat gebaseerd is op kwaliteitsindicatoren die in 2009 zijn gemeten in 1845 apotheken. “Een vrij positief beeld”, vindt IGZ-inspecteur Nico Kijlstra. “Het rapport vormt geen aanleiding tot zorg.”

Toch reikt het rapport ook verbeterpunten aan: de receptcontrole kan nog sneller en vollediger. Uit het oogpunt van veiligheid hoort de apotheker de uitgifte van een geneesmiddel binnen 24 uur na aflevering te controleren. Een derde van de apothekers gaf aan dat ze dat meer dan tien dagen per meetjaar niet deden.

Ook blijkt uit het rapport dat er grote verschillen zijn tussen de apotheken in de mate waarin ze patiëntenbegeleiding geven, bijvoorbeeld inhalatie-instructies of voorlichting over gebruik en bijwerkingen van antidepressiva. Verder zijn er grote verschillen tussen apotheken in het uitvoeren van medicatiebeoordelingen.

Wat apothekers volgens Kijlstra nog kunnen verbeteren is het vastleggen van zorg die ze leveren aan patiënten. “Apothekers kunnen wel zeggen: we hebben een inhalatie-instructie volgens het protocol uitgevoerd, maar ze moeten deze vastleggen in het apotheeksysteem zodat ook aantoonbaar is dat ze deze daadwerkelijk uitvoerden.”

De KNMP vindt het goed dat de IGZ onderzoek doet bij de apotheken. Woordvoerder Lennart Salemink: “We zijn blij dat er zoveel apothekers hebben meegewerkt. Het IGZ-rapport onderstreept dat de inspanning van de KNMP afgelopen jaren vruchten heeft afgeworpen.  Belangrijk voor de KNMP is dat het rapport van de IGZ het belang van richtlijnen onderschrijft. Zo stelt het rapport dat apotheken goede resultaten boeken bij farmaceutische zorg waarvoor al richtlijnen bestaan. Ook is volgens het rapport de aanwezigheid van patiëntendossiers sterk verbeterd.”

Toch ziet de apothekerskoepel ruimte voor verbetering. “Zo krijgen apothekers nog steeds niet altijd de juiste informatie om medicatiebewaking uit te voeren. De apotheker is daarvoor in belangrijke mate afhankelijk van andere zorgverleners. De KNMP wil dan ook dat apothekers dossierhouder worden.” Volgens Salemink motiveert het rapport de ontwikkeling van meer richtlijnen op het gebied van farmaceutische zorg.

Met de komst van dit rapport zijn de apothekers nog niet klaar: de Inspectie beschouwt dit rapport als een nulmeting en gaat in 2011 honderd apotheken bezoeken om te kijken of de uitkomsten van deze meting ook echt overeenstemmen met de dagelijkse praktijk in de apotheken. Met deze toetsing wil de IGZ vooral nagaan in welke apotheken risico’s bestaan voor de patiëntveiligheid en inzicht krijgen in de kwaliteit van de farmaceutische zorg in de apotheken.

Het volledige rapport is te vinden op de site van de IGZ.

Document acties

Reacties

Anoniem
23-12-2010 17:59
zegt:

“Toch reikt het rapport ook verbeterpunten aan: de receptcontrole kan nog sneller en vollediger. Uit het oogpunt van veiligheid hoort de apotheker de uitgifte van een geneesmiddel binnen 24 uur na aflevering te controleren. Een derde van de apothekers gaf aan dat ze dat meer dan tien dagen per meetjaar niet deden.”

Kwaliteitsindicator 14: 1996 Uitspraak van Centraal Medisch Tuchtcollege

In 2006 oordeelde het Medisch Tuchtcollege te Groningen(1) dat een extramurale apotheker een behandelaar is. Veel van de IGZ -kwaliteitsindicatoren zijn op deze uitspraak gebaseerd. Een andere belangrijke uitspraak van het Centraal Medisch Tuchtcollege uit 1996, de primperan-casus(2), is als vraag aan alle apotheekhoudenden geretourneerd. Het is de kwaliteitsindicator 14 met als tekst:

14 “Aantal dagen dat recepten niet op dag van afleveren zijn gecontroleerd door apotheker “
Het Medisch Tuchtcollege oordeelde in 1996 bovendien dat niet alleen de recepten maar ook de computerlijsten dezelfde dag voor 24 uur moesten zijn nagezien door de verantwoordelijke apotheker.

Martina Teichert van de KNMP slaat de plank dan ook flink mis als ze stelt op pagina 13 van het PW van 24 september 2010:
“Apotheken blijken kerntaken zoals medicatiebewaking heel goed uit te voeren”.
Uit de opgegeven en nog niet geverifieerde antwoorden op kwaliteitsindicator 14 blijkt dat slechts 30% van de respondenten zelf aangeeft alle dagen voor 24 uur de recepten na te kijken. Het zakken tot onder de eisen van het Centraal Medisch Tuchtcollege kan door een handhavende IGZ niet worden gedoogd, temeer daar zij deze cijfers in eigen beheer heeft. Het Medisch Tuchtcollege eiste destijds plaatsing in het Pharmaceutisch Weekblad van zijn vonnis, inhoudende dat medicatiebewaking een persoonlijke kerntaak van de apotheker is. Hierbij mijn oproep tot deze herplaatsing met als achtergrond de kwaliteitsindicator 14. Deze zou onverkort ook intramuraal moeten gelden.

Noten
1.Negeren interactiesignaal bestraft [Pharm Weekbl. 2006;141(16):538-41]
2.Moss F. Medicatiebewaking en controle achteraf: een serieuze zaak. Uitspraak Centraal Medisch Tuchtcollege Pw 1996,1266-1269

Anoniem
24-12-2010 20:11
zegt:

Nadere analyse IGZ-rapport


“Data schoning
De ruwe data van 1847 apotheken zijn op 26 april 2010 door de inspectie ontvangen. Twee landelijke verzendapotheken vertekenden het beeld zodanig dat besloten is hen bij de analyses buiten beschouwing te laten.”

Hoe kunnen 2 apotheken het totaalbeeld van 1847 apotheken vertekenen? Gaarne publicatie in een bijlage van die 2 vervormende apotheken, of moet ondergetekende Wobben? Worden exporterende apotheken ontzien door de IGZ?

“Onmogelijke waarden zijn uitgesloten, bijvoorbeeld een waarde van 0% of 100%”.
Zonder nadere toelichting niet te bevatten. Neem bijvoorbeeld vraag 14 . 0% is daar de Tuchtnorm, lager mag niet.
“Indicator 4
De contra-indicatie diabetes (type I of II) kan worden afgeleid uit het gebruik van orale anti¬diabetica of insuline en is daarom gemakkelijk vast te leggen.”
Metformine wordt off-label gebruikt. Mijn stukjes in het PW helpen dus niet voor de begripsvorming bij IGZ.

“Receptcontrole kan nog sneller en vollediger.

De indicator vraagt naar het aantal dagen dat de receptcontrole door de apotheker niet op dezelfde dag van terhandstelling heeft plaatsgevonden. De NAN noemt als norm: binnen 24 uur. Hier gaat de indicatorvraag uit van een strengere veiligheidsnorm dan de NAN”

De navolger van de NAN zal door de tuchtrechter uit haar ambt worden gezet. Voor 24 uur dezelfde dag is strenger dan binnen 24 uur. Tuchtrecht gaat boven de NAN. Primperan-casus 1996.

“Apotheken die geen gegevens hebben aangeleverd en die daarvoor geen steekhoudende argumenten hebben gegeven, zullen intensiever toezicht en eventueel handhavende acties door de inspectie ondervinden. De handhavende acties zijn afhankelijk van de specifieke individuele situatie en bestaan uit het publiceren van de naam en adresgegevens van de apotheek in een lijst met non-responders of het afleggen van een inspectiebezoek gevolgd door in het uiterste geval aangifte bij het Openbaar Ministerie”

Blaming and shaming is hier direct vereist. Anders geeft meedoen een concurrentienadeel. Azivo apotheek staat niet op de lijst van verzekeraars-apotheken. De zes apotheken van zorgverzekeraars zijn alle DSW-apotheken.

“1.11 Aantal patiënten aan wie tenminste eenmaal een receptgeneesmiddel ter hand is gesteld
Alle apotheken hebben ingevuld wat het aantal patiënten was aan wie zij in het verslagjaar tenminste eenmaal een receptgeneesmiddel ter hand hebben gesteld.
In totaal werd door 1845 openbare apotheken aan 14,8 miljoen patiënten tenminste een¬maal een receptgeneesmiddel ter hand gesteld. Het aantal varieerde van 0 (n = 7) tot 60.000 patiënten, gemiddeld werd per apotheek aan 8008 patiënten (mediaan 7328) tenminste eenmaal een receptgeneesmiddel ter hand gesteld (figuur 1.4).”

Een apotheek, die niet aan patiënten levert dient gesloten te worden. Zie het standpunt van de minister van VWS in zijn nadere Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer.

“” Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet
29359 NADERE MEMORIE VAN ANTWO Ontvangen 19 december 2006

.........Indien echter
alle bereidingen als hoofdactiviteit structureel niet rechtstreeks wordt
afgeleverd, en ook niet aan eigen patiënten, is geen sprake meer van
eigen bereidingen. Dan verschilt de situatie bij de bereidende apotheek
materieel niet van die bij een fabrikant of groothandelaar en is dus sprake
van vergunningplicht.
””

“Opvallend is dat een aantal apotheken aangeeft minder dan 1 fte apotheker te hebben terwijl het ingeschreven zijn als gevestigde apotheker een fulltime verantwoordelijkheid veronderstelt.”

Wederom constateert de IGZ een overtreding en doet geen onderzoek. (Wir haben es gewusst)

“Alle apotheken behoren een regeling voor bereikbaarheid in avond-, nacht- en weekend¬diensten te hebben. 85 procent van de apotheken is aangesloten bij een dienstapotheek, dit is een stijging ten opzicht van vorig jaar (80,4%). In 2009 waren 13 apotheken buiten openingstijden niet bereikbaar en ook niet aangesloten bij een dienstregeling, dit waren er 7 minder dan in het vorige jaar. Dit betreft vooral apotheken met een bijzondere functie. Opvallend is dat de andere apotheken met een bijzondere functie wel een regeling voor bereikbaarheid in avond-, nacht- en weekenddiensten hebben.”

Wederom constateert de IGZ een overtreding en doet geen onderzoek. (Wir haben es gewusst)

“Gastro-intestinale bloedingen behoren tot de ernstigste bijwerkingen van NSAID’s. Jaarlijks komen minstens 3000 mensen in het ziekenhuis terecht ten gevolge van een maagbloeding door NSAID’s. NSAID’s staan in de top 3 van geneesmiddelen die bijdragen aan geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames. Leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor het optreden van maagulcera bij gebruik van NSAID’s. De CBO-consensus stelt dat alle patiënten ouder dan 70 jaar die klassieke NSAID’s gebruiken gastroprotectie moeten krijgen.”

Het antwoord van Bert Leufkens, voorzitter van het CBG hierop is : Wir haben es gewusst, maar ik neem vaak beslissingen waar ik het niet mee eens ben.
We leggen de ibuprofen bij supermarkt en drogist zonder bewaking op naam. Alleen apotheker JC Kortekaas ging naar de Raad van State.

Anoniem
25-12-2010 13:21
zegt:

Jan Smits in Farmamagazine, december 2010, pg 9 - 11.

"Er zijn allerlei mensen die dingen roepen maar het is mij niet geheel duidelijk waar de onvrede zich vooral op richt".

Tot slot, Smits beseft dat als geen ander. Apothekers zijn geen "big communicators" met de buitenwereld. 'Het zijn vaak introverte mensen die op een integere manier hun werk doen. Onze samenleving eist echter dat je duidelijk voor het voetlicht brengt wat je doet. Apothekers moeten dus beter leren communiceren over wat ze doen. De KNMP helpt ze daar ook bij.

Vandaar dat het HB een onderzoeksbureau in de arm heeft genomen dat momenteel bij alle belangenorganisaties maar ook bij individuele apothekers langsgaat om te vernemen wat er volgens hen niet goed gaat. Bedoelen ze dan de vereniging of verenigingsstructuur, de diensten die we ontwikkelen, de wijze waarop het bureau functioneert?

Laat ze dat maar vertellen.

Er zijn 800 miljoen redenen om aan te geven dat de KNMP disfunctioneert.

Heeft het onderzoeksbureau JCK al gehoord? Er zijn nog wel een aantal kritische collegae aan te wijzen die de vingers op de zwerende, etterende, plekken kunnen leggen. Handen tekort.

En de Geneesmiddelenwet waarvoor Marga van Weelden zo hard heeft gevochten? De KNMP werkt gewoon mee aan gedoogbeleid en haalt daarmee de poten onder de stoelen van de openbare apothekers vandaan. Gebrek aan visie ligt ten grondslag aan disfunctioneren van de KNMP. Een "witboek" van 45 pagina's waar 10 pagina's de norm is duidt daarop.

En de KNMP is dan ook voorstander van de vrije prijzen, model NZa/ZN.

Back to top