Contact patiënt
Nodig: oefening in contact patiënt. Jonge apothekers blikken terug op studie [Pharm Weekbl 2010;145(33/34):12-5].
Ten onrechte wordt in dit artikel de suggestie gewekt dat in Utrecht gesprekken met patiënten pas aan de orde komen in het apotheekspel in het zesde studiejaar.
In Utrecht houden studenten in jaar 1 al interviews met patiënten, om te achterhalen hoe het is om chronisch ziek te zijn en geneesmiddelen te gebruiken en wat zij van de apotheek verwachten. De studenten krijgen tijdens de bachelorfase training in gespreksvaardigheden als actief luisteren, vragen stellen en inlevingsvermogen. Vanaf komend studiejaar leggen derdejaarsstudenten een vernieuwde interviewtoets af door bij een simulatiepatiënt een farmaceutische anamnese af te nemen.
In de masterfase krijgen vierdejaarsstudenten in het blok ‘medicatiebegeleiding’ balietrainingen in eerste- en tweede-uitgiftegesprekken en zelfzorggesprekken. Ook deze trainingen worden gevolgd door een pittige toets: twee gesprekken met simulatiepatiënten, die beoordeeld worden op communicatieve vaardigheden en inhoud. Daarna volgen de meeste studenten het blok ‘farmacotherapie van het CZS’, waarin zij leren hoe je ongevraagd advies kunt geven. Het gaat om patiënten die therapieontrouw zijn (signaal ‘te laat terugkomen’) en patiënten die emotioneel zijn (door bijvoorbeeld bijbetalen). De balietoets gaat dan om patiëntgericht communiceren: niet alleen informatie geven, maar achterhalen en in samenspraak oplossen van geneesmiddelgerelateerde problemen (concordance). Met de arts communiceren leren studenten door telefoongesprekken met artsen en het houden van een simulatie-FTO met twee ‘artsen’ (docenten).
Communicatie maakt dus een integraal onderdeel uit van de apothekersopleiding in Utrecht.
Lyda Blom, Marjon ten Hoor, Jacqueline van Paassen, Majanne Wolters, Docententeam leerlijn mondelinge communicatie, Departement Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht Utrecht, 3 september 2010