Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Zorginstituut schrapt dure PARP-remmers uit het basispakket

18-06-2025
Een behandeling met PARP-remmers, medicijnen die kunnen voorkomen dat beschadigde tumorcellen zichzelf repareren, leidt niet voor alle patiënten tot een langere overleving. Dat blijkt uit een herbeoordeling van het Zorginstituut Nederland, dat deze groep kankermedicijnen schrapt uit het basispakket.
Zorginstituut schrapt dure PARP-remmers uit het basispakket

Nieuwe onderzoeksresultaten van fabrikanten tonen aan dat PARP-remmers niet voor alle patiëntgroepen leiden tot een langere overleving. Uitzondering zijn patiënten met een bepaalde genmutatie bij sommige kankervormen, stelt het Zorginstituut, dat voor de eerste keer een groep kankermedicijnen voor een deel schrapt uit het basispakket na een herbeoordeling.

In 2023 hebben 944 patiënten een behandeling gehad met PARP-remmers, medicijnen die kunnen voorkomen dat beschadigde tumorcellen zichzelf repareren. Daardoor gaan die tumorcellen dood.

Volgens het Zorginstituut kunnen PARP-remmers alleen vergoed blijven voor patiënten bij wie de meerwaarde is aangetoond. De verwachting is dat het aantal patiënten dat een PARP-remmer kan blijven gebruiken ongeveer halveert.

Meerwaarde

Voor patiënten met terugkerende eierstokkanker met een BRCA-mutatie heeft een behandeling met olaparib (Lynparza) of niraparib (Zejula) meerwaarde. De geneesmiddelen kunnen bij deze patiënten leiden tot een langere overleving. Voor patiënten zonder deze mutatie heeft behandeling, volgens het Zorginstituut, geen meerwaarde aangetoond en vervalt de vergoeding.

Voor patiënten met gevorderde eierstokkanker met een BRCA-mutatie heeft een behandeling met olaparib meerwaarde: het medicijn kan leiden tot een langere overleving voor deze patiënten. Olaparib blijft voor deze groep vergoede zorg.

Een behandeling met niraparib heeft geen meerwaarde voor patiënten met gevorderde eierstokkanker. Het geneesmiddel zorgt voor deze patiënten niet voor een langere overleving of een betere kwaliteit van leven. Voor hen komt de vergoeding te vervallen.

Voor patiënten met uitgezaaide borstkanker heeft een behandeling met olaparib en talazoparib (Talzenna) geen meerwaarde aangetoond. Ook voor hen stopt de vergoeding, concludeert het Zorginstituut.

Zorgverzekeraars Nederland heeft een overgangsregeling voor de patiënten bij wie de vergoeding van een PARP-remmer stopt. Patiënten die al een behandeling krijgen met een PARP-remmer, kunnen die afronden. Voor deze groep blijft dit vergoede zorg. 

Patiënten kunnen samen met hun behandelaar bespreken of de behandeling voor hen goed genoeg werkt om deze voort te zetten binnen deze overgangsregeling. Voor patiënten die nog niet zijn gestart, komt deze behandeling te vervallen, en daarmee ook de vergoeding.

Integraal Zorgakkoord

Beroepsgroepen, patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars en overheidspartijen hebben in 2022 in het Integraal Zorgakkoord de ambitie uitgesproken dat dure medicijnen na opname in het basispakket periodiek een herbeoordeling krijgen. Het Zorginstituut heeft gekozen om de PARP-remmers als eerste herbeoordeling op te pakken.

Nederland heeft in 2023 ruim € 30 miljoen uitgegeven aan de vergoeding van deze geneesmiddelen uit het basispakket van de zorgverzekering, terwijl de overlevingswinst ervan voor patiënten niet zeker was. Volgens het Zorginstituut komt dat omdat de onderzoeken van de fabrikanten nog niet volledig afgerond waren tijdens de beoordelingen.

Nu deze onderzoeken zijn gepubliceerd, hebben zorgverzekeraars en behandelaren twijfel over de meerwaarde van deze medicijnen bij sommige patiëntengroepen, aldus het Zorginstituut, dat samen met zorgpartijen gaat onderzoeken of er meer medicijnen uit het basispakket opnieuw beoordeeld gaan worden.

Document acties

Back to top