Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Verstrekking ADHD-middelen verviervoudigd sinds 2006

14-07-2025
In 2023 kregen bijna 300.000 mensen ADHD-middelen, dat is bijna vier keer zo veel als in 2006 toen het er 78.000 waren. Steeds vaker gebruiken 25-plussers deze medicijnen; onder de twintig jaar meer jongens dan meisjes, daarna zijn de verschillen kleiner. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Verstrekking ADHD-middelen verviervoudigd sinds 2006

In 2023 kregen 170.000 mannen en 130.000 vrouwen ADHD-medicatie, zoals methylfenidaat. In 2006 ging het om 0,5% van de Nederlands bevolking, in 2023 was dat gestegen naar ruim 1,5%. Dat is drieënhalf keer zo veel, concludeert het CBS op basis van gegevens over verstrekkingen die beschikbaar zijn sinds de Zorgverzekeringswet uit 2006. Bij vrouwen was de toename sterker (bijna zes keer zo veel) dan bij mannen (ruim tweeënhalf keer zo veel). De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn daardoor kleiner geworden.

Verder blijkt uit het onderzoek dat ADHD-middelen steeds vaker worden verstrekt aan 25-plussers: in 2023 was de helft van de mensen die de middelen kregen 25 jaar of ouder. In 2006 was dat nog minder dan 30%.

Tot de leeftijd van 20 jaar kregen in 2023 meer jongens dan meiden ADHD-middelen. Bij 10- tot 15-jarigen is het verschil tussen jongens (7,3 %) en meiden (3,0 %) het grootst, concluderen de onderzoekers.

Vanaf de leeftijdsgroep 20 tot 25 jaar zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen nog maar klein: in 2023 kreeg ongeveer 3% van de mannen en vrouwen van die leeftijd ADHD-medicatie verstrekt, van de 45-plussers ongeveer 0,5%.

Nieuwe gebruikers

Verder blijkt uit de cijfers dat in 2023 28% van de mensen met ADHD-middelen deze een jaar eerder niet kreeg. Dit was het geval bij 25% van de mannen en 32% van de vrouwen.

Van deze ‘nieuwe gebruikers’ was 52% 25 jaar of ouder. De vijfjaars leeftijdsgroep met de meeste nieuwe gebruikers onder de mannen waren jongens tussen 10 en 15 jaar (15%). Bij vrouwen was dat met 17% tussen 20 en 25 jaar. Vrouwen lijken, volgens de onderzoekers, later te starten met ADHD-geneesmiddelen.

Van de kinderen tot 10 jaar met ADHD-middelen was de helft in 2023 een nieuwe gebruiker, in de leeftijd van 10 tot 45 jaar was dat 28% en bij 45 jaar of ouder 24%.

Hogere inkomens

Het CBS concludeert verder dat het aandeel mensen met ADHD-middelen het kleinst is in de hogere inkomensgroepen. In het hoogste inkomenskwintiel krijgt 1,5% deze middelen, in het laagste is dat 1,8%.

Ook blijkt dat mensen met een Nederlandse herkomst het vaakst ADHD-middelen gebruiken. Van de mensen tot 65 jaar uit deze groep krijgt 2,5 % ADHD-medicatie, hun ouders en zijzelf zijn in Nederland geboren. Dit percentage is bijna anderhalf keer zo hoog als bij in Nederland geboren mensen van wie een of beide ouders in het buitenland zijn geboren (1,7%) en bijna 3,5 keer zo hoog als bij mensen die zelf in het buitenland zijn geboren (0,7%).

Volgens de onderzoekers zijn deze verschillen bij mannen en vrouwen ongeveer even groot.

Herkomstland

Van mensen met een herkomstland buiten Nederland is het aandeel dat ADHD-middelen krijgt het laagst bij degenen met een Marokkaanse of Turkse herkomst en het hoogst bij met mensen met een Nederlands-Caribische of Indonesische herkomst.

Maar ook voor deze laatste twee groepen geldt dat het aandeel met ADHD-middelen in de groep met Nederlandse herkomst anderhalf keer zo hoog ligt, aldus het CBS.

 

Document acties

Back to top