NHG: effect obesitasmedicatie niet te voorspellen
Vermageringsmiddelen zijn naast gezonde leefstijl te overwegen bij een bepaalde groep volwassenen op basis van BMI en comorbiditeit, volgens de NHG-Standaard. Zo kunnen de middelen worden toegepast bij mensen met een BMI van 40 of meer. Ook kunnen artsen ze inzetten bij een BMI van 35 tot 40 met een gewichtsgerelateerde comorbiditeit, zoals cardiovasculaire aandoening (coronaire hartziekte, beroerte of perifeer arterieel vaatlijden), diabetes mellitus type 2, slaapapneu of artrose van een gewichtdragend gewricht. Bij diabetes type 2 kan medicatie al bij een lagere BMI worden ingezet.
Het effect van de medicatie op het gewichtsverlies verschilt per persoon en is niet te voorspellen. De keuze voor een bepaald middel wordt samen met de patiënt gemaakt en is afhankelijk van de effectiviteit, comorbiditeit en contra-indicaties.
GLP-1-agonist
Volgens de standaard kunnen huisartsen kiezen voor een GLP-1-agonist, waaronder liraglutide 3 mg of semaglutide 2,4 mg subcutaan, of naltrexon/bupropion. Semaglutide 2,4 mg lijkt effectiever dan liraglutide 3 mg en naltrexon/bupropion. Naltrexon/bupropion kent relatief meer contra-indicaties en interacties en is daardoor minder breed toepasbaar.
Metformine wordt niet aanbevolen vanwege beperkt effect op gewicht en het is daarnaast niet geregistreerd voor gewichtsverlies. Semaglutide oraal wordt niet aanbevolen vanwege beperkt bewijs. Een GIP/GLP-1-agonist tirzepatide wordt vooralsnog afgeraden, omdat hiermee nog nauwelijks ervaring is opgedaan. Daarnaast is nog veel onduidelijk over veiligheid en zijn de kosten zeer hoog.
Leefstijlinterventie
Medicatie mag pas na een jaar gemotiveerde leefstijlinterventie worden overwogen bij onvoldoende effect hiervan. Daarnaast moeten patiënten tijdens de behandeling blijven deelnemen aan de (gecombineerde) leefstijlinterventie of na afronding van het tweejarige gecombineerde leefstijlinterventieprogramma gemotiveerd zijn voor continuering van de gezonde leefstijl.
Stoppen met medicatie wordt geadviseerd als na twaalf weken gebruik van de maximaal verdraagbare dosis minder dan 5% gewichtsverlies is bereikt. Gebruik bij ouderen boven 75 jaar en vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven wordt afgeraden. De standaard benoemt ook dat bepaalde medicijnen kunnen bijdragen aan obesitas, zoals corticosteroïden, antidepressiva, antipsychotica en bètablokkers.