Minder vaak bloedcontrole nodig bij clozapinegebruikers
Gebruik van het antipsychoticum clozapine verhoogt de kans op neutropenie en agranulocytose. Om het risico hierop te verkleinen is regelmatige controle van het bloed noodzakelijk.
Nieuwe studies laten zien dat clozapine-geïnduceerde neutropenie op elk moment kan optreden, maar dat de bijwerking vooral optreedt in het eerste jaar van de behandeling en met name in de eerste achttien weken. Twee jaar na het opstarten van de behandeling neemt de kans geleidelijk af bij patiënten die niet eerder neutropenie hebben gehad.
De PRAC adviseert om bij clozapinegebruikers minder vaak het bloedbeeld te laten bepalen. Bij patiënten zonder neutropenie kan na één jaar behandeling een frequentie van elke twaalf weken worden overwogen. Na een behandelperiode van twee jaar kan de controle jaarlijks worden gedaan.
Risico neutropenie
Hoewel voorheen aanbevolen werd om het aantal witte bloedcellen te onderzoeken, wordt nu geadviseerd om alleen het ANC (absolute neutrophil count) te bepalen. Dat is een maat voor het aantal neutrofielen. Volgens de nieuwste inzichten is deze waarde een specifiekere en klinisch relevantere marker voor het beoordelen van het risico op neutropenie.
Bij neutropenie is er een tekort aan neutrofiele granulocyten (neutrofielen). Deze witte bloedcellen zijn betrokken bij de immuunrespons. Bij agranulocytose is er sprake van een plotselinge daling van het aantal neutrofielen.
Parkinson
Clozapine is geregistreerd voor de behandeling van schizofrenie die niet of onvoldoende reageert op ten minste twee andere antipsychotica of na optreden van ernstige of niet behandelbare extrapiramidale bijwerkingen door andere antipsychotica. Daarnaast kan het worden ingezet bij psychose bij de ziekte van Parkinson, als dosisverlaging van de parkinsonmedicatie heeft gefaald.
In een Direct Healthcare Professional Communicatie (DHPC) worden zorgverleners geattendeerd op de wijzigingen.