Man-vrouwverschil en biologische klok mogelijk van invloed bij spieratrofie
Patiënten die langdurig kunstmatige glucocorticoïden – cortisonen – gebruiken, ervaren vaak bijwerkingen, zoals spieratrofie. Ze verliezen kracht, zijn sneller moe of hebben moeite met bewegen.
De onderzoeker vermoedde dat het dag-nachtritme van invloed kan zijn op het gebruik van glucocorticoïden: wanneer dit ritme verstoord raakt, is er vaak óók een verstoring in het natuurlijke cortisolritme.
Om dit te testen vergeleek de onderzoeker het effect bij het innemen van betamethason in de ochtend ten opzichte van de avond, door het medicijn op twee verschillende tijdstippen aan muizen in het laboratorium te geven.
Tijdstip inname
Vervolgens bleek dat het moment waarop hij de geneesmiddelen toediende van invloed was op de verwerking van suiker (glucose) in de dieren. Het geven van het medicijn in de ochtend – wanneer muizen inactief zijn omdat het nachtdieren zijn – leidde tot insuline-ongevoeligheid, wat betekent dat ze minder goed reageren op insuline. In de avond – wanneer de dieren actief zijn – waren deze bijwerkingen minder.
Volgens de onderzoeker laten deze resultaten zien dat het tijdstip van toedienen een belangrijke rol kan spelen. De volgende stap is onderzoeken of hetzelfde effect ook bij mensen optreedt. In dat geval zouden bijwerkingen van medicijnen verminderd kunnen worden door rekening te houden met tijdstip van inname.
Langdurig cortisonengebruik
In het tweede deel van de studie keek de onderzoeker naar het man-vrouwverschil als het gaat om spieratrofie als gevolg van langdurig cortisonengebruik. Hierbij werden muizen in het lab langdurig blootgesteld aan corticosteron, een hormoon dat net zo belangrijk is voor knaagdieren als cortisol dat is voor mensen.
Vervolgens trad er een groter verlies in spierfunctie op bij vrouwelijke muizen dan bij mannelijke muizen, terwijl het verlies van spiermassa bij beide geslachten hetzelfde was.
Uit een transcriptoom-analyse blijkt dat mannetjes- en vrouwtjesmuizen genetisch verschillend reageren op langdurig gebruik van corticosteron.
Geslachtshormonen
Hoewel beide geslachten spieratrofie ontwikkelden bij langdurig gebruik van corticosteron, was de genetische weg die zij aflegden om dat punt te bereiken verschillend. De onderzoeker vermoedt dat geslachtshormonen, zoals testosteron, hierin een bepalende rol spelen. Hoe die rol er precies uitziet, zal nog verder onderzocht worden.
Volgens de onderzoeker kunnen deze bevindingen van groot belang zijn voor de behandeling van patiënten met spieratrofie veroorzaakt door cortisonen. In de toekomst zou het mogelijk kunnen zijn om mannen en vrouwen verschillend te behandelen, maar daarvoor is meer onderzoek nodig naar de complexe interactie tussen geslachtshormonen en glucocorticoïden, zowel in het laboratorium als in klinische studies met mensen.