Forse toename ouderen die overlijden door accidentele val
Overlijden door een accidentele val gebeurt als iemand per ongeluk valt, struikelt of uitglijdt en daardoor binnen dertig dagen overlijdt. Vallen met een vervoermiddel, zoals een auto of fiets, telt hierbij niet mee. Dit wordt geregistreerd als vervoersongeval.
Van alle 7300 mensen die overleden na een accidentele val in 2024 had ruim de helft (56%) een heupfractuur als belangrijkste verwonding door de val. 21% had een verwonding aan het hoofd.
Wanneer rekening wordt gehouden met vergrijzing en bevolkingsgroei, daalde het sterftecijfer door een accidentele val tot 1998, vooral bij vrouwen. Daarna nam dit aantal geleidelijk toe en verdubbelde zelf in 2010.
90-plussers
Vooral ouderen overlijden door een accidentele val: 15% van de overledenen door een val was tussen 70 en 80 jaar, 45% was tussen de 80 en 90 jaar, en 36% was 90 jaar of ouder, concludeert het CBS op basis van een analyse van doodsoorzaken.
Er overleden iets meer mannen van 70 tot 80 jaar dan vrouwen door een val. Vrouwen vormen de meerderheid in de leeftijdsgroep boven de 80 jaar: van de overledenen door een accidentele val was van de tachtigers 61% een vrouw en bij de 90-plussers was dit 76%.
In 2024 was de gemiddelde leeftijd van mannen bij overlijden door een accidentele val 83 jaar en bij vrouwen 87 jaar.
Stijging in tien jaar
Meer mensen sterven, volgens het CBS, door een accidentele val doordat de bevolking ouder wordt, maar ook per duizend inwoners in elke leeftijdsgroep vanaf 60 jaar stijgt dit. Dat geldt vooral voor vrouwen van 90 jaar of ouder.
In 2024 overleden 20,2 vrouwelijk 90-plussers per duizend vrouwen van deze leeftijd door een accidentele val, in 2015 waren dat er 9,6. Bij vrouwelijke tachtigers neemt dit aantal toe van 2,4 naar 4,5 overledenen per duizend vrouwen in deze leeftijdsklasse.
Ook bij mannen is de toename van het aantal overledenen aan een accidentele val per duizend inwoners het grootst bij 90-plussers, maar die is minder sterk dan bij vrouwen.
Zorginstelling en dementie
Sinds eind jaren negentig is overlijden door een accidentele val de meest voorkomende niet-natuurlijke doodsoorzaak. Vooral de laatste tien jaar stijgt het aantal overlijdens door een accidentele val. Van alle mensen die in 2024 aan een niet-natuurlijke doodsoorzaak overleden, overleed 63% door een accidentele val (7300). In 2015 was dit nog 48%.
Van de 7300 mensen die vorig jaar overleden door een accidentele val, kregen vijfduizend zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Het overgrote deel van hen woonde in een zorginstelling (85%).
Vorig jaar was een accidentele val bij 7,7% van de overlijdens in een Wlz-zorginstelling de doodsoorzaak. In 2015 was dit 3,1%. Bij mensen die thuis woonden en Wlz-zorg kregen was deze toename kleiner: van 3,1% in 2015 naar 5,3% in 2024. 78% van de overledenen aan een accidentele val ontving Wlz-zorg vanwege dementie of een andere psychogeriatrische aandoening.