Antibacteriële verbandmiddelen niet aangeraden bij constitutioneel eczeem
Verbandmiddelen met zilver of chitosan zijn bedoeld om de huidkolonisatie door de bacterie Staphylococcus aureus (S. aureus) te verminderen. Patiënten met constitutioneel eczeem (CE) hebben doorgaans een gewijzigd huidmicrobioom met een hogere prevalentie van S. aureus-kolonisatie. Daarnaast is de kolonisatiegraad op aangedane huid hoger dan op niet-aangedane huid bij deze patiënten. Maar volgens de richtlijn is er geen bewijs voor een meerwaarde van antibacteriële verbandmiddelen ten opzichte van niet-antibacteriële verbandmiddelen op het verbeteren van de ernst van het eczeem of de kwaliteit van leven bij matig tot ernstig CE.
Bij matig tot ernstige vormen kunnen niet-antibacteriële verbandmiddelen die uit dunne, gladde vezels bestaan een toegevoegde waarde bieden, voornamelijk door het corticoïdsparende en jeukstillende effect. Dit betreft met name patiënten met matig tot ernstig CE, waarbij een groot huidoppervlak (>30%) is aangedaan, veel last hebben van jeuk of langdurig klasse 2 of 3 dermatocorticosteroïden worden gebruikt zonder dat verlaging van frequentie of klasse mogelijk is. Geadviseerd wordt na zes tot twaalf maanden de behandeling te evalueren.