Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Aantal abortussen gelijk gebleven, sterke daling bij tienermeisjes

23-10-2025
Het aantal zwangerschapsafbrekingen in Nederland is in 2024 vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2023: in totaal werden ruim 39.000 abortussen uitgevoerd, 106 meer dan het jaar ervoor. Het aantal abortussen bij meisjes tot 15 jaar is sterk gedaald. Dat blijkt uit een jaarrapportage van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Aantal abortussen gelijk gebleven, sterke daling bij tienermeisjes

De meeste abortussen vonden plaats in de leeftijdscategorieën 30 tot en met 34 jaar en 25 tot en met 29 jaar. Iets meer dan de helft van de vrouwen was tussen de vijf en zes weken zwanger op het moment van de ingreep, concludeert IGJ in de jaarrapportage ‘Wet afbreking zwangerschap 2024’, waarvoor alle ziekenhuizen en abortusklinieken in Nederland cijfers hebben aangeleverd – de abortuszorg in Nederland is geregeld bij wet in de Wet afbreking zwangerschap (Wafz, 1984).

Verder blijkt het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners (tot 20 jaar) vorig jaar gedaald met 76 naar ruim 2800. Opvallend daarbij is, volgens de inspectie, de daling bij meisjes tot 15 jaar, in 2023 waren dit er nog 107, in 2024 daalde dit naar 65 meisjes.

Het aantal abortussen schommelt sinds 2005 tussen de 30.000 en 33.000, maar de afgelopen drie jaar is er volgens de onderzoekers sprake van een duidelijke stijging, tot ruim 39.000 in 2023 en 2024.

Medicamenteus

In Nederland kunnen zwangerschappen worden afgebroken in 19 abortusklinieken en 77 ziekenhuizen. 93% van de vrouwen ging voor een abortus naar een kliniek, de rest vond plaats in ziekenhuizen. Opvallend daarbij is, volgens IGJ, dat steeds minder vrouwen nacontrole krijgen in een kliniek: in 2023 kreeg bijna 10% van de vrouwen geen nacontrole, in 2024 is dit gestegen naar 20%.

Het aantal medicamenteus en instrumenteel gecombineerde behandelingen nam verder af naar 37%, terwijl het aantal instrumentele behandelingen toenam naar 22%. Het aantal medicamenteuze behandelingen bleef nagenoeg gelijk. De meest voorkomende complicatie was ook in 2024 een incomplete abortus, gevolgd door bloedverlies >500 ml.

Ook vorig jaar waren de meeste zwangerschapsafbrekingen (88%) in het eerste trimester van de zwangerschap. Daarvan vond 79% plaats in de eerste acht weken (tot en met acht weken en zes dagen) van de zwangerschap. In het tweede semester van de zwangerschap vond 12% van alle abortussen plaats.

Woonplaats onbekend

Nagenoeg de helft van het aantal abortussen waren vorig jaar bij vrouwen die wonen in de provincies Noord- en Zuid-Holland. Relatief gezien vonden de meeste zwangerschapsafbrekingen plaats bij vrouwen uit Noord-Holland.

Verder is het volgens de inspectie opvallend dat abortusklinieken 659 keer ‘onbekend’ opgaven, als antwoord op de vraag over de woonplaats van vrouwen met een zwangerschapsafbreking. Vorig jaar was dat aanzienlijk minder vaak het geval. In deze groep was de stijging van het aantal abortussen het grootst, aldus IGJ.

Geen verklaring

In de wet is bepaald dat de data die de inspectie over dit onderwerp ontvangt, zich niet lenen voor het leggen van verbanden tussen de cijfers. Dit voorkomt dat te herleiden is dat een specifieke vrouw in een bepaalde kliniek een abortus heeft gehad. De inspectie kan daarom geen verklaring geven voor toe- of afnames van de cijfers op de verschillende onderdelen.

Document acties

Back to top