‘Veel kankerpatiënten mogelijk beter af zonder extra behandeling’
Een groot deel van de kankerpatiënten krijgt mogelijk een onnodige of te lange behandeling met het risico op soms ernstige of blijvende bijwerkingen. Bovendien leidt deze behandeling tot extra druk op het schaarste zorgpersoneel en kost het jaarlijks miljoenen euro’s, geld dat daarmee niet beschikbaar is voor andere zorg, schrijft het Zorginstituut in het rapport Pakketbeheer (neo)adjuvante oncologische geneesmiddelen.
Volgens het Zorginstituut is bovendien bij veel van de nieuwe behandelingen, bij toelating tot het basispakket van de zorgverzekering, nog onduidelijk of ze daadwerkelijk de overlevingskansen vergroten van alle patiënten die hiervoor in aanmerking komen. Bovendien zijn vaak alleen nog tussentijdse onderzoeksresultaten beschikbaar, aldus het Zorginstituut, dat stelt dat wetenschappelijke studies patiënten over een veel langere periode moeten volgen om het effect op overleving te kunnen meten.
Definitieve data
Het Zorginstituut wil onder meer dat geneesmiddelfabrikanten bij de verschillende indicaties bij kanker in een vroeg stadium de overlevingswinst aantonen. Daarnaast zijn data over kwaliteit van leven cruciaal bij het beoordelen van nieuwe aanvullende behandelingen. Ook moet het vóór vergoeding aannemelijk zijn dat de overlevingskansen van patiënten verbeteren.
Verder vindt het Zorginstituut dat de definitieve data – die vaak pas beschikbaar komen meerdere jaren na toelating tot het basispakket – alsnog worden beoordeeld. Op die manier kan worden bepaald of een geneesmiddel de overlevingskansen van patiënten daadwerkelijk heeft verbeterd. Het Zorginstituut en de fabrikant zullen hiervoor direct bij de eerste beoordeling afspreken wanneer een herbeoordeling moet plaatsvinden.
Effecten operatie
Fabrikanten moeten ook de effecten van een behandeling vóór en na een operatie gaan onderzoeken. Zo is beter te beoordelen in welke gevallen patiënten die een neoadjuvante therapie en operatie hebben gehad ook nog nabehandeling nodig hebben. Er zijn aanwijzingen dat neoadjuvante behandelingen effectiever zijn dan adjuvante. Bijvoorbeeld bij immuuntherapie, omdat daarmee een vroege, brede en langdurige immuunreactie kan worden bereikt, aldus het Zorginstituut.
Fabrikanten moeten ook vaker onderzoek gaan doen naar doelmatigheid, als nog onduidelijk is bij welke patiënten de meeste gezondheidswinst te verwachten is. Ten slotte wil het Zorginstituut dat zorgverleners de informatie over (neo)adjuvante behandelingen aan patiënten en hun naasten verder verbeteren om beter samen te kunnen beslissen.
Tientallen behandelingen
In Nederland worden elk jaar duizenden patiënten behandeld voor kanker in een vroeg stadium, als een tumor nog niet is uitgezaaid. Meestal bestaat de behandeling uit een operatie om de tumor te verwijderen. De kans op overleving is dan doorgaans groot, schrijft het Zorginstituut.
De afgelopen jaren zijn veel nieuwe behandelingen op de markt gekomen, voor veel verschillende kankersoorten. Ook de komende jaren verwacht het Zorginstituut tientallen nieuwe neoadjuvante of adjuvante behandelingen.