Raad: nieuwe instantie moet adviseren over beschermde beroepen

Door veranderingen in de zorg en in de samenleving komen er steeds meer aanvragen om beroepen te reguleren in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Die toename heeft, volgens de Gezondheidsraad, knelpunten blootgelegd in deze toepassing van de Wet BIG. Zo is niet altijd duidelijk op welke gronden een besluit is genomen over het wel of niet opnemen van een beroep of over het toekennen van bevoegdheden voor het uitvoeren van voorbehouden handelingen.

De minister van VWS heeft de raad gevraagd te adviseren over een toekomstbestendig toetsingskader voor beide regelingen en over een heldere en toegankelijke adviesprocedure.

Ethisch-juridisch

Volgens de vaste commissie Ethiek en recht van de Gezondheidsraad, die zich heeft gebogen over de adviesvraag, staan het doel en de functie van de Wet BIG niet ter discussie. Ook is het niet nodig nieuwe criteria op te stellen, maar het is wel van belang te verduidelijken hoe de criteria gebruikt kunnen worden bij het afwegen of een beroep wel of niet een beschermde titel behoeft. Ook is het volgens de commissie van belang de criteria anders te ordenen.

De commissie komt tot een toetsingskader waarin eerst moet worden bepaald of het beroep valt binnen de beroepenregeling, en vervolgens moet worden afgewogen in hoeverre regulering via de Wet BIG wenselijk is. Deze afweging gebeurt aan de hand van de ethisch-juridische principes noodzakelijkheid, subsidiariteit, effectiviteit en proportionaliteit.

Richtinggevend

De door de commissie opgestelde criteria zijn bedoeld als richtinggevend: langs welke lijnen kan de minister een besluit motiveren? Voor de afweging of een beroep moet worden opgenomen in de wet, zullen de criteria nader moeten worden ingevuld. Volgens de commissie kan met richtinggevende criteria beter worden geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen dan met een rigide kader.

Ook het toetsingskader voor de regeling voorbehouden handelingen is gebaseerd op bestaande criteria. Ook hier verwacht de commissie dat een duidelijke toelichting op de functie van de regeling kan zorgen voor meer transparantie en een betere onderbouwing van besluiten.

Onafhankelijke instantie

De commissie adviseert om een onafhankelijke toetsingsinstantie in te stellen die de minister van VWS kan adviseren over de opname van beroepen en voorbehouden handelingen in de Wet BIG.

Volgens de commissie moet deze instantie geen beslissingsbevoegdheid krijgen: het is aan de minister om te besluiten of een beroep wordt opgenomen, en of een handeling wordt opgenomen in de lijst van voorbehouden handelingen.