Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

‘Daling gebruik van zwakwerkende opioïden zet door’

08-10-2025
Het gebruik van zwakwerkende opioïden daalt sinds 2022. Tegelijkertijd kreeg vorig jaar bijna 35% van de gebruikers van sterkwerkende opioïden deze voor meer dan drie maanden voorgeschreven door de huisarts. Dat blijkt uit cijfers van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM).
‘Daling gebruik van zwakwerkende opioïden zet door’

In het vierde kwartaal van 2024 kregen ruim 189.000 patiënten een recept voor sterkwerkende opioïden, 1,99% van alle geneesmiddelgebruikers. Dit percentage is sinds 2019 nagenoeg stabiel, meldt het IVM in de Themarapportage Opioïden.

Van alle geneesmiddelgebruikers kregen er 318.000 (3,35%) in het vierde kwartaal een recept voor zwakwerkende opioïden (tramadol). Dit percentage is sinds 2022 afgenomen: in 2022 en 2023 waren deze percentages respectievelijk 4,22% en 3,90%.

Verder blijkt uit de themarapportage van het IVM dat 34,6% van de gebruikers van sterkwerkende opioïden in 2024 voor meer dan drie maanden voorraad mee kreeg van de apotheek. Dit percentage is vergelijkbaar met dat van voorgaande jaren: 33,6% in 2021 en 2022, en 34,7% in 2023.

Regionale verschillen

Ook bestaan er volgens het IVM duidelijke verschillen tussen de regio’s: in sommige regio’s kreeg minder dan 30% van de gebruikers voor meer dan drie maanden sterkwerkende opioïden geleverd. Dit was vooral in de Randstad het geval, buiten de Randstad waren er juist relatief veel patiënten (tot meer dan 40%) die voor meer dan drie maanden opioïden ophalen in de apotheek.

Een mogelijke verklaring voor dit verschil is de mate van vergrijzing binnen en buiten de Randstad. Ouderen gebruiken vaker langdurig opioïden dan jongeren, vanwege chronische aandoeningen als artrose.

Werkafspraken

Vooral de toename van het gebruik van sterkwerkende opioïden langer dan drie maanden, en het feit dat dit percentage al jaren stabiel is, zijn volgens het IVM zorgwekkend vanwege de risico’s voor patiënten.

In de praktijk blijkt dat regionale samenwerking kan bijdragen aan verstandig en doelmatig gebruik van opioïden. Zo zijn in de regio Arnhem met succes werkafspraken gemaakt tussen artsen en apothekers over onder meer het beperken van de afleverduur van het eerste recept, het geven van voorlichting en extra controle op herhaalmedicatie, aldus het IVM, dat oproept om het thema opioïden te agenderen en in de regio afspraken te maken over het voorschrijven en afleveren van opioïden.

Tegelijk ziet het IVM een rol voor overheid en zorgverzekeraars om organisatorische en financiële belemmeringen voor afbouwbegeleiding te verminderen.

Aanpassen voorschrijfgedrag

De Themarapportage Opioïden maakt onderdeel uit van de Monitor Voorschrijven Huisartsen. Het IVM voert dit project uit in samenwerking met de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK), met financiering van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het project bestaat uit themarapportages en een webrapportage.

Via de webrapportage van de SFK kunnen – aan de SFK deelnemende – apothekers de cijfers van de eigen apotheek opvragen en zo met huisartsen samen spiegelen aan de landelijke cijfers en cijfers van eerdere jaren.

Het uiteindelijke doel van de Monitor Voorschrijven Huisartsen is bewustwording van en, indien aan de orde, aanpassing van het voorschrijfgedrag, aldus het IVM.

Document acties

Back to top