Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

EPO halveert aantal bloedtransfusies bij baby met rhesus

07-02-2024
Injecties met darbepoëtine alfa (EPO) kunnen gemiddeld de helft van het aantal bloedtransfusies voorkomen bij baby’s met rhesusziekte. Die prik kan een huisarts of verpleegkundige geven. Dat blijkt uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
EPO halveert aantal bloedtransfusies bij baby met rhesus

Omdat baby’s met rhesusziekte vroeg of laat bloedarmoede krijgen, moeten ze na de geboorte soms meerdere keren terug naar het ziekenhuis voor een bloedtransfusie. Die behandeling werkt goed, volgens de onderzoekers, maar is ook belastend voor het kind en de ouders.

Om die opnames te verminderen, heeft het LUMC onderzoek gedaan naar de inzet van EPO, een bestaand geneesmiddel dat de bloedaanmaak stimuleert.

In hun vijfjarige studie, gepubliceerd in The Lancet Hematology, toonden de onderzoekers aan dat EPO-injecties gemiddeld de helft van het aantal bloedtransfusies voorkomen. Vanaf een week na de geboorte moet een baby die prik wekelijks krijgen. Dat kan thuis, en vaak zijn vijf tot zes injecties voldoende.

Zorgverzekeraar

Het geneesmiddel voorkomt dus niet alleen opnames, maar ook frequente polibezoeken, omdat er minder wekelijkse bloedcontroles nodig zijn in het ziekenhuis. Verder drukt het gebruik van EPO de kosten, aangezien het opnemen van een kind voor een behandeling duurder is, aldus de onderzoekers.

Op dit moment kijkt het LUMC hoe het geneesmiddel vast onderdeel kan worden van de behandeling. Daarvoor moet de zorgverzekeraar het gebruik van EPO bij rhesusziekte eerst goedkeuren.

Document acties

gearchiveerd onder: darbepoëtine, bloedtransfusie
Back to top