Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

NHG ontraadt inhalatiecorticosteroïden bij COVID-19

PW49 - 30-11-2023
Huisartsen zouden voor de behandeling van COVID-19 geen inhalatiecorticosteroïden (ICS) moeten voorschrijven. Dit geeft huisartsenorganisatie NHG aan in de herziene Standaard COVID-19.
NHG ontraadt inhalatiecorticosteroïden bij COVID-19

ICS hebben een beperkt effect op het beloop van COVID, geeft het NHG aan. Uit de literatuurstudie van de werkgroep blijkt dat deze middelen mogelijk niet of nauwelijks de kans op ziekenhuisopname of overlijden verlagen. In studies komt naar voren dat het gebruik van deze middelen mogelijk de duur van de COVID-19-klachten met ruim één dag verkorten. Dit effect is waargenomen bij grotendeels ongevaccineerde patiënten met een verhoogd risico op een ernstig beloop. Bij de gehele groep ongevaccineerde patiënten met milde tot matig ernstige klachten zijn er geen gunstige effecten van ICS gevonden.

Bovendien is het voordeel van ICS bij volwassenen met de omikronvariant van COVID-19 en eerdere immuniteit mogelijk nog kleiner dan uit de studies zou blijken. De onderzoeken zijn namelijk uitgevoerd in een eerdere fase van de pandemie met een andere virusvariant.

Griepachtige klachten

Verder adviseert het NHG voor de symptoombestrijding van griepachtige klachten, zoals keel- of spierpijn, zo nodig paracetamol. NSAID’s zijn de middelen van tweede keus, in navolging van de NHG-Standaard Pijn.

Het antivirale combinatiemiddel nirmatrelvir/ritonavir wordt nog steeds ontraden bij de meeste patiënten. Het combinatiepreparaat is alleen te overwegen bij een zeer kleine groep niet-zwangere volwassen patiënten. Het gaat onder meer om mensen met een sterk verhoogd risico op een ernstig beloop, die vijf dagen of langer klachten hebben, een ernstig verminderde afweer hebben of ongevaccineerd zijn en COVID-19 niet hebben doorgemaakt.

Document acties

gearchiveerd onder: inhalatiecorticosteroïden, COVID-19
Back to top