Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Zorgverlener heeft te weinig oog voor medicijnproblemen

Communicatie moet gelijkwaardiger

PW29en30 - 20-07-2022
Zorgverleners hebben onvoldoende aandacht voor de geneesmiddelgerelateerde problemen van patiënten. Vaak schromen patiënten problemen aan te kaarten bij arts of apotheker. En doen ze dat wel, dan wordt er niet altijd op ingegaan. Ook naar therapietrouw wordt weinig geïnformeerd, constateert Victor Huiskes in zijn proefschrift. Onder meer e-health kan uitkomst bieden.
Zorgverlener heeft te weinig oog voor medicijnproblemen

Het huidige consult met de zorgverlener biedt te weinig ruimte om alles te bespreken.

Problemen met geneesmiddelgebruik komen vaak voor – één tot zes per patiënt –, hebben een significante impact op de gezondheid van patiënten en kunnen leiden tot achteruitgang van de gezondheid, ziekenhuisopnames of overlijden. Dat deze problemen desondanks te weinig worden besproken met zorgverleners kwam niet als een verrassing voor Huiskes, apotheker in de Sint Maartenskliniek.

“Het was eerder een bevestiging van wat we al vermoedden. Met de huidige inrichting van de zorg sluit het moment dat een consult plaatsvindt niet aan bij het moment dat de problemen ontstaan. Ook biedt het consult te weinig ruimte om alles te bespreken.”

Bij geneesmiddelgerelateerde problemen moet volgens Huiskes worden gedacht aan bijwerkingen of gevolgen van fouten die per ongeluk worden gemaakt bij voorschrijven of afleveren, zoals verkeerde doseringen, ongeschikte medicatie, wisselwerkingen of een onduidelijke instructie. Patiënten kunnen vergeten om de medicatie op het juiste moment in te nemen, moeite hebben met de toediening of perceptionele problemen ervaren.

“Mensen maken zich zorgen over bijwerkingen op de lange termijn of zien het nut van hun medicatie onvoldoende in. Dat kan leiden tot therapieontrouw. Als een zorgverlener dat niet tijdig signaleert, kunnen de problemen nog veel groter worden voor de patiënt.”

 

Gepersonaliseerde zorg

Tegelijkertijd meent Huiskes dat geneesmiddelgerelateerde problemen vaak te voorkomen of tijdig op te sporen zijn. Daarvoor is het noodzakelijk dat de communicatie tussen patiënt en zorgverlener effectiever en gelijkwaardiger wordt. De huidige, aanbodgestuurde zorg, met slechts enkele contactmomenten met de patiënt – zoals bij het voorschrijven en een korte uitleg over het gebruik van de medicatie – zal moeten plaatsmaken voor continue, gepersonaliseerde farmaceutische zorg. “Dus ook op momenten dat de patiënt thuis zit en problemen ervaart.”

E-health kan daarbij een belangrijke rol spelen, in de vorm van onder meer apps, beeldbellen en een digital human die vaak gestelde vragen kan beantwoorden. “Allemaal makkelijke, laagdrempelige manieren voor patiënten om het probleem zelf op te lossen of om snel een kwestie voor te leggen aan een zorgverlener.”

Te denken valt ook aan een app die een patiënt op relevante momenten tijdens het medicatiegebruik informatie stuurt. “Na twee weken kunnen bijvoorbeeld bepaalde bijwerkingen optreden; dan stuur je op dat moment informatie over hoe daarmee om te gaan naar de patiënt.”

Huiskes, die op 1 juli promoveerde op het proefschrift It takes two - The synergistic role of patients and healthcare providers in reducing drug-related problems, onderzocht ook hoe zinvol eenmalige medicatieboordelingen in een brede patiëntengroep zijn en concludeert dat het effect beperkt is. “Hierdoor vermindert wel het aantal geneesmiddelgerelateerde problemen, maar het kost tijd en de impact op gezondheidsuitkomsten en kwaliteit van leven is minimaal. Overwogen moet worden te stoppen met deze wijze van medicatieboordelingen als standaardzorg.”  

Document acties

Back to top