Nieuw antilichaam blokkeert overdracht malariaparasiet
Toediening bij 25 gezonde vrijwilligers blijkt veilig en het medicijn in hun bloed zorgt ervoor dat malariaparasieten zich niet meer kunnen voortplanten in hun tussengastheer de mug. Ook veroorzaakte de toediening geen belangrijke bijwerkingen. Het nieuwe antilichaam is ontdekt en ontwikkeld door een team van wetenschappers in Nijmegen, die hun studie hebben gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases.
Na injectie blijft het antilichaam nog enkele maanden in het bloed, maar doet het niks, ook niet als iemand malaria heeft. Pas als een mug steekt en bloed opzuigt met daarin zowel malariaparasieten als het antilichaam, zorgt het antilichaam ervoor dat de parasiet zich niet kan vermenigvuldigen in de mug. Zo kan de parasiet zich niet verder verspreiden en geen nieuwe ziektegevallen veroorzaken.
Gekweekte parasieten
De onderzoekers voerden samen met PATH’s Malaria Vaccine Initiative een eerste studie uit bij mensen, en vervolgens bepaalden onderzoekers van de Malaria Unit van het Radboudumc het effect van TB31F in het bloed van de vrijwilligers op de overdracht van parasieten naar muggen. In dit laboratorium voeren onderzoekers gekweekte malariaparasieten aan gekweekte muggen, zodoende bootsen ze de overdracht van geïnfecteerde personen naar muggen na. Toevoeging van het bloed van de vrijwilligers met TB31F bleek de besmetting van de muggen volledig te voorkomen.
Bestrijding malaria
De onderzoekers schatten dat één injectie met het antilichaam de overdracht tussen mensen via muggen gedurende een heel malariaseizoen in veel delen van de wereld kan voorkomen. In combinatie met andere maatregelen kan TB31F, volgens de onderzoekers, een waardevol hulpmiddel vormen voor de bestrijding van malaria.