Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Beperkt geheugenverlies na cytostatica

PW Magazine 48, jaar 2012 - 28-11-2012
Vrouwen met borstkanker die in het verleden een behandeling kregen met standaarddoseringen cytostatica, hebben weinig geheugenverlies te duchten. Wel kan deze medicatie leiden tot problemen met het ruimtelijk inzicht en de spreekvaardigheid.
Beperkt geheugenverlies na cytostatica

Dit blijkt uit een meta-analyse uitgevoerd door onderzoekers uit Taiwan [J Clin Oncol 2012;30(29):3578-87]. De auteurs onderzochten het cognitief functioneren bij vrouwen met borstkanker die zes maanden of langer geleden een behandeling kregen met chemotherapie. Ze selecteerden de gegevens uit zeventien studies bij 807 borstkankerpatiënten die eerder normale doseringen cytostatica kregen.

Acht cognitieve domeinen maakten deel uit van de analyse: concentratievermogen, uitvoeren van taken, verwerken van informatie, snelheid van denken, spraakvermogen, herinnering van gesproken informatie, herinnering van visuele informatie en ruimtelijk inzicht. Als controle dienden data over cognitief functioneren voor de start van de chemotherapie bij dezelfde groep patiënten. De relevante verschillen in de acht gekozen domeinen waren beperkt, alleen voor spreekvaardigheid en ruimtelijk inzicht konden de auteurs verschillen aantonen. Opmerkelijk feit is dat leeftijd en opleidingsniveau op beide cognitieve veranderingen geen invloed bleken te hebben.

In een begeleidend commentaar plaatsen Rodin et al wel een aantal kanttekeningen bij de analyse [J Clin Oncol 2012;30(29):3568-69]. Immers, het is ook bewezen dat de duur van narcosetijden tijdens een borstsparende operatie of borstamputatie de cognitie negatief beïnvloedt. Ook andere factoren, zoals radiotherapie of hormoontherapie, kunnen invloed hebben.

Verder meldt het commentaar dat erfelijke elementen een rol kunnen spelen. Mogelijk factoren zijn: aanwezigheid van de apolipoproteïne E4-allele vorm en de valine-allele vorm van catechol-O-methyltransferase. Beide zijn geassocieerd met een vermindering in cognitieve prestaties bij toenemende leeftijd.

Tot slot stellen de commentatoren dat de meeste studies patiënten die reeds lichte tot matige cognitieve stoornissen hebben, uitsluiten van deelname. Zij stellen dan ook dat verminderde spreekvaardigheid en vermindering van ruimtelijk inzicht slechts het topje van de ijsberg zijn. Desondanks achten ze de conclusies sterk genoeg om de negatieve effecten van chemotherapie op het geheugen in de patiëntenvoorlichting op te nemen.

Document acties

Back to top