Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Amper overbehandeling antidepressiva

PW Magazine 21, jaar 2011 - 27-05-2011
Slechts 5,4% van de Neder­landse huisartspatiënten die antidepressiva gebruiken heeft hier, volgens de geldende richtlijnen, geen indicatie voor. Van overbehandeling is dus nauwelijks sprake, concludeert onderzoeker Ellen Piek van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Amper overbehandeling antidepressiva

De meeste patiënten met een depressie worden in de eerste lijn behandeld. De richtlijnen schrijven een behandeling met antidepressiva en/of psychotherapie voor aan alle patiënten met een depressieve stoornis (major depressive disorder). De behandeling dient voortgezet te worden tot zes maanden na remissie van een eerste episode. Bij patiënten met terugkerende klachten of chronische depressie stellen de richtlijnen een voortzetting van de behandeling van een of meerdere jaren voor.

Diverse studies meldden dat behandeling van depressie niet volgens de richtlijnen gebeurde. Veelal was hierbij sprake van onderbehandeling. De laatste jaren is er echter ook veel aandacht voor over­behandeling.

De Stichting Farmaceutische Kengetallen meldde dat in het laatste halfjaar van 2005 de openbare apotheken aan 746.000 mensen een antidepressivum verstrekten. Dit leidde in de media en onder zorgverleners tot discussies. Grote aantallen gebruikers zijn recent ook in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië gemeld. Enkele studies wijten dit grote gebruik aan het feit dat artsen antidepressiva voorschrijven aan mensen met mildere vormen van depressie, zoals dysthyme stoornis en beperkte depressie (minor depressive disorder).

Vooral het voorschrijven van antidepressiva bij beperkte depressie is controversieel omdat er geen bewijs is voor de werkzaamheid bij deze aandoening. Antidepressiva worden echter soms ook voorgeschreven aan patiënten zonder depressie, namelijk aan mensen met een angststoornis of met bepaalde pijnklachten.

Zo’n 13% van de totale groep patiënten (n = 1531) die Piek onderzocht gebruikte een antidepressivum. De meerderheid (94,5%) gebruikte dit middel terecht. Van de mensen die de antidepressiva onterecht slikten bleek 54,5% het middel ooit voor een juiste indicatie gekregen te hebben. Maar volgens de geldende richtlijnen hadden zij hiermee al kunnen stoppen. De studie maakt niet duidelijk of dit komt door de angst voor een terugval of omdat het niet lukte om te stoppen met de antidepressiva.

Document acties

Back to top