Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Twee op de drie geneesmiddelen generiek

PW Magazine 28/29, jaar 2012 - 13-07-2012 | door SFK
Het aantal verstrekkingen van generieke receptgeneesmiddelen in het basispakket nam in 2011 met 14% toe tot € 126 miljoen. Het aandeel van deze middelen maakt daarmee 63% uit van het totaal aantal verstrekkingen in deze groep geneesmiddelen. In de eerste helft van 2012 liep dit verder op tot 66%.

sfk logo

Het aandeel dat generieke geneesmiddelen uitmaken van het totaal aantal verstrekkingen van receptplichtige geneesmiddelen die in het basispakket zijn opgenomen, nam in 2011 toe van 60,6% tot 63,3%. Naar verwachting stijgt dit percentage verder in 2012, want in de eerste helft van dit jaar kwam het aandeel al uit op 65,6%.

Het aantal verstrekkingen van deze middelen kwam in 2011 uit op € 126 miljoen. Ondanks de groei van het aantal verstrekkingen van generieke geneesmiddelen, namen de geneesmiddelenkosten van deze groep met 4,4% af tot € 371 miljoen.

De toegenomen beschikbaarheid van nieuwe generieke varianten draagt bij aan de stijging van het aandeel van de verstrekkingen van generieke geneesmiddelen. Een andere belangrijke bijdrage komt van de voorschrijvers, die er steeds vaker voor kiezen om een multisource-geneesmiddel voor te schrijven in plaats van een middel dat alleen als spécialité (single source) beschikbaar is. Het aandeel multisource-geneneesmiddelen nam toe van 64,1% in 2010 tot 65,8% in 2011.

Substitutiegraad

Er is sprake van een multisource-geneesmiddel als van een geneesmiddel niet alleen het spécialité op de markt is, maar als er ook keus is uit één of meerdere merkloze, equivalente varianten. Als voorschrijvers in 2011 een multisource-geneesmiddel voorschreven, verstrekten de Nederlandse apothekers in 96,3% van de gevallen een generiek geneesmiddel. Dit percentage wordt ook wel aangeduid met de substitutiegraad. In 2010 kwam de substitutiegraad nog uit op 94,6% uit. Voor de berekening is het van belang te weten dat de indeling naar multisource/single source-geneesmiddelen iedere maand plaatsvindt.

Regelgeving staat toe dat verzekeraars de aanspraak van verzekerden beperken tot door hen aangewezen (preferente) geneesmiddelen. Wel moeten zorgverzekeraars van iedere werkzame stof minimaal één variant vergoeden. Vanwege de prijs zijn dit in de praktijk vrijwel altijd generieke geneesmiddelen. Alleen als er sprake is van een medische noodzaak, heeft de verzekerde recht op vergoeding van een geneesmiddel dat niet in dit preferentiebeleid is opgenomen. Dit bepaalt de voorschrijver. Zorgverzekeraars oefenen via hun preferentiebeleid sterke invloed uit op de substitutiegraad. Ook het pakjesprijsmodel dat Achmea in 2010 introduceerde, heeft invloed op de substitutiegraad.

In dit model krijgen apothekers voor de door de zorgverzekeraar aangewezen multisource-geneesmiddelen een vaste prijs voor de hoeveelheid geneesmiddelen die hoort bij één standaarddagdosering. Binnen dat model is het afleveren van een generiek, en dus goedkoper, geneesmiddel voor een apotheker gunstiger.

Doelmatig voorschrijven

Demissionair minister Schippers heeft recent met de Landelijke Huisartsen Vereniging een convenant over de huisartsenzorg gesloten, waarin onder andere is opgenomen dat huisartsen door doelmatiger voor te schrijven € 50 miljoen zullen besparen op de uitgaven aan geneesmiddelen. Dit betekent dat voorschrijvers vaker multisource-geneesmiddelen moeten kiezen en single source-middelen zo veel mogelijk moeten vermijden. Deze afspraak is vergelijkbaar met een afspraak die de minister eerder met de Orde van Medisch Specialisten heeft gemaakt.

2012pw28p09

Document acties

Back to top