Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Minder openbaar apothekers

PW Magazine 08, jaar 2013 - 18-02-2013 | door SFK
Het aantal werkzame gevestigd en tweede openbaar apothekers is in 2012 met 58 personen afgenomen. Ook het aantal apothekersassistenten vertoont nagenoeg geen groei. Bij een almaar stijgende zorgvraag voert deze ontwikkeling de druk binnen de apotheekbranche op.

sfk logo

Op 1 januari 2013 telde Nederland 2.801 werkzame openbaar apothekers. Dit zijn 58 personen minder dan een jaar eerder. Deze afname is in lijn met de daling van het aantal apotheekvestigingen die de SFK dit jaar voor het eerst heeft geconstateerd, en tegengesteld aan de groeiende vraag naar farmaceutische zorg. Deze ontwikkelingen onderstrepen duidelijk dat de sector onder spanning staat. Het bovenvermeld aantal van 58 apothekers betreft zestien gevestigd apothekers en 42 tweede apothekers.

Verantwoordelijk

De leiding en de verantwoordelijkheid voor de farmaceutische dienstverlening vanuit de openbare apotheek ligt bij de gevestigd apotheker. Artikel 61 van de Geneesmiddelenwet regelt dat er per apotheek altijd één apotheker moet zijn ingeschreven in het register van gevestigd apothekers. Het aantal gevestigd openbaar apothekers stijgt of daalt daardoor altijd mee met aan het aantal openbare apotheken. Aan het begin van dit jaar waren er 1981 gevestigd apothekers, zestien minder dan begin 2012. Net iets meer dan de helft van de gevestigd apothekers (54%) is man. Hun gemiddelde leeftijd is 47 jaar. De vrouwelijke gevestigd apothekers zijn met 41 jaar gemiddeld een stuk jonger.

Ligt de sekseverhouding onder de gevestigd apothekers nog enigszins gelijk, anders is het bij de gevestigd apothekers die de apotheek ook (deels) in eigendom hebben. Van de 719 gevestigd apothekers die ook (mede)eigenaar zijn van hun apotheek is twee derde een man. Bij de gevestigd apothekers die hun beroep in loondienst uitoefenen, bestaat de meerderheid (55%) uit vrouwen. Gevestigd apothekers in loondienst zijn met 41 jaar gemiddeld zo’n negen jaar jonger dan hun collega’s die een apotheek bezitten.

Tweede apothekers

Waar voor de gevestigd apothekers het principe ‘Eén vent per tent / één vrouw per gebouw’ van toepassing is, geldt dit niet voor tweede apothekers. Tweede apothekers kunnen in meer dan één apotheek werkzaam zijn en oefenen hun beroep formeel uit onder leiding van de gevestigd apotheker. De man/vrouwverhouding is bij de tweede apothekers heel anders dan bij gevestigd apothekers. Van de 820 tweede apothekers is slechts 38% man. Net als de beherend apothekers zijn zij gemiddeld ouder dan hun vrouwelijke collega’s (46 versus 38 jaar). Vrouwelijke openbaar apothekers zijn dus naar verhouding jonger, vaker tweede apotheker en minder vaak eigenaar van de praktijk.

Meer ondersteunend

Naast de 2.801 openbaar apothekers waren er op 1 januari 2013 volgens opgave van het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken 16.418 personen werkzaam als apothekersassistent in een openbare apotheek. Hiermee blijft het aantal assistenten op nagenoeg hetzelfde niveau als het jaar daarvoor. Hun gemiddelde werkweek is met 24,2 uur onveranderd. De gemiddelde leeftijd van de werkzame apothekersassistenten is 40 jaar. Gemiddeld heeft een apotheek 5,6 fte’s aan apothekersassistenten. Het aantal medewerkers in openbare apotheken die niet officieel apothekersassistent zijn, is wel toegenomen. Het aantal ondersteunende medewerkers, zoals bezorgers, schoonmakers en administratief medewerkers, steeg met 5% van 7.270 tot 7.632 personen. Ondersteunende medewerkers hebben over het algemeen een kleiner aantal contracturen dan de apothekersassistenten. In 2012 bedroeg hun gemiddelde werkweek nog geen 20 uur. Wel zijn ze het afgelopen jaar meer gaan werken: uitgedrukt in fte’s steeg hun aantal werkzame uren met 6%.

2013pw08p11

Document acties

Back to top