Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Dermatica op recept in cijfers

PW Magazine 12, jaar 2011 - 25-03-2011 | door SFK
Met de verstrekkingen van vergoedbare dermatica was in 2010 een bedrag van € 57 miljoen aan geneesmiddelkosten gemoeid. Nederlandse apotheken verstrekten 8,4 miljoen keer zo'n huidpreparaat. Het merendeel van de verstrekkingen betrof een eerste uitgifte.

sfk logoNederlandse openbare apotheken verstrekten in 2010 8,4 miljoen keer een huidpreparaat dat is opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeringswet. Dit is een stijging van 0,6 miljoen (6,7%) ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal verstrekkingen van vergoedbare dermatica was in 2010 voor het eerst hoger dan in 2003. Toen bedroeg dat aantal 8,2 miljoen. In 2004 daalde het aantal verstrekkingen in deze groep sterk, doordat de overheid besloot om alle geneesmiddelen die ook buiten de apotheek verkrijgbaar zijn uit het geneesmiddelvergoedingensysteem (GVS) te verwijderen.

De kosten voor deze geneesmiddelen bedroegen in 2010 € 57 miljoen. Dit komt in vergelijking met 2009 neer op een stijging van 6,1%. Dit zijn de kosten na verrekening van de clawback, maar zonder vergoeding voor de werkzaamheden van de apotheek.

Verstrekkingen

Bij het aantal verstrekkingen in 2010 ging het in 35% van de gevallen om een huidpreparaat met alleen een corticosteroïde en in 10% van de gevallen om een product dat naast een corticosteroïde ook nog een ander middel bevat. Van de voorschriften aan dermatica bestond 21% in 2010 uit indifferente crèmes en zalven zonder een werkzame stof. Dergelijke producten worden vaak toegepast in afwisseling met het gebruik van een corticosteroïde. Ook qua kosten voeren de enkelvoudige corticosteroïden de ranglijst aan. In totaal namen zij met € 13,8 miljoen 24% van de kosten voor hun rekening. De totale kosten aan indifferente middelen bedroegen € 8,5 miljoen (15%). Ze komen daarmee op de tweede plaats. Derde in deze reeks zijn de lokale psoriasismiddelen met € 7,9 miljoen.

Met slechts 2,2% van het aantal verstrekkingen nemen ze 14% van de kosten voor hun rekening. Van deze € 7,9 miljoen moesten de gebruikers gezamenlijk zelf € 1,1 miljoen betalen, want met dat totaalbedrag zijn de GVS-limieten binnen deze groep in 2010 overschreden.

Eerste uitgiften

Van de 8,4 miljoen verstrekkingen in 2010 hadden er 1,6 miljoen een buiten-WMG-karakter. Dat is 0,6 miljoen meer dan in 2009. Deze stijging is daarmee verantwoordelijk voor de volledige toename van het aantal dermaticaverstrekkingen.

Het aantal voorschriften waarvoor een WMG-tarief in rekening is gebracht, bleef vorig jaar met 6,8 miljoen ongewijzigd ten opzichte van 2009. Bij het merendeel van die verstrekkingen, 58%, brachten apothekers naast het basistarief een eerste-uitgiftetoeslag in rekening. Dit percentage was even hoog als het jaar ervoor. Dit relatief hoge percentage wijst erop dat therapieën met dermatica vaak een eenmalige verstrekking betreffen of dat de middelen een herhaalfrequentie kennen van minder dan eenmaal per jaar. Dit laatste is niet vreemd omdat crèmes en zalven doorgaans na het openen van de tube nog een jaar houdbaar zijn.

Het aandeel van de verstrekkingen waarvoor een reguliere bereidingstoeslag in rekening werd gebracht, daalde van 10,3% in 2009 tot 8,5% in 2010. Voor de bijzondere bereidingstoeslagen gold een daling van 0,4% naar 0,1%.

 

Top 10 voorschriften

De top 10 van dermaticavoorschriften op basis van werkzame stof, of een combinatie daarvan (ATC5-niveau), bestaat grotendeels uit de huidpreparaten met corticosteroïden. Triamcinolon voert de top 10 aan. Op de tweede plaats staan de verschillende combinatiepreparaten met hydrocortison. Deze hebben dezelfde ATC-code. Daarvan is de combinatie met het antischimmelmiddel miconazol met 725.000 keer het meest verstrekt. Twee lokaal toegepaste antibiotica en een antischimmelmiddel maken de top 10 compleet. De indifferente middelen zijn hierin niet opgenomen, omdat ze geen specifiek werkzame stof bevatten.

Document acties

Back to top