Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Lichte pijnstillers blijven zaak van patiënt

PW Magazine 05, jaar 2011 - 04-02-2011 | door Catelijne Bach en Claudia Bruins
Apothekers kunnen onmogelijk bijhouden welke zelfzorggeneesmiddelen de patiënt koopt in supermarkt of drogisterij. Een apotheker kwam daarom – zonder succes – in het geweer tegen het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Lichte pijnstillers blijven zaak van patiënt

Wat was er aan de hand?

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) maakte op 30 december 2009 bekend dat het aan bepaalde, NSAID’s en acetylsalicylzuur bevattende, geneesmiddelen de afleverstatus ‘uitsluitend apotheek en drogist’ (UAD) dan wel ‘algemeen verkrijgbaar’ (AV) heeft toegekend. Een apotheker was het daar niet mee eens en stelde eerst bezwaar in bij CBG. Het CBG wees zijn bezwaar af, waarna de apotheker in beroep ging bij de rechtbank.

Wat vond de apotheker?

De apotheker was het er niet mee eens dat de door het CBG aangewezen lichte pijnstillers voortaan via de drogist of zelfs via bijvoorbeeld de supermarkt kunnen worden verstrekt. Deze pijnstillers bevatten stoffen die in combinatie met andere geneesmiddelen gevaarlijk of zelfs dodelijk kunnen zijn. Ook zijn deze geneesmiddelen gevaarlijk voor zwangeren en oudere mensen. Voordat een apotheker een medicijn aflevert, bekijkt hij of dit medicijn samen kan gaan met eventueel verder aan de patiënt verstrekte medicijnen. Ook bekijkt hij of er geen andere redenen zijn om het geneesmiddel niet te verstrekken, bijvoorbeeld in verband met een zwangerschap van de patiënt. Juist om een ongelukkige samenloop van medicijnen te voorkomen, houdt een apotheker in een elektronisch dossier bij welke medicijnen aan een patiënt zijn verstrekt. Drogisterijen en supermarkten houden geen elektronisch patiëntendossier bij. Om goede zorg aan zijn patiënten te verlenen, zou een apotheker dus zelf bij de drogist of supermarkt moeten nagaan welke medicijnen zij aan patiënten hebben verkocht. Dat is natuurlijk niet te doen voor een apotheker.

En wat vond het CBG?

In zijn beslissing op het bezwaar van de apotheker deed het CBG geen uitspraak over de zorgplicht van de apotheker en over hoe ver deze zou reiken. Het oordeelde dat de apotheker niet ontvankelijk was in zijn bezwaar. Om op te kunnen komen tegen het besluit van het CBG moet de apotheker een persoonlijk of individueel belang hebben. Met dit specifieke belang moet hij zich onderscheiden van andere apothekers in Nederland. De apotheker ondervindt in zijn praktijk direct de gevolgen van het besluit tot herindeling van de geneesmiddelen. Daarmee wijkt hij echter niet af van andere apothekers in Nederland.

Wat vond de rechtbank?

De apotheker liet het er niet bij zitten en ging in beroep bij de rechtbank te ’s-Gravenhage. Ook de rechtbank vond dat de apotheker niet een persoonlijk belang had bij het besluit van het CBG. Verder oordeelde zij dat het niet zo kan zijn dat een apotheker zou moeten registreren welke geneesmiddelen zijn patiënten bij andere verkooppunten aanschaffen, zoals bij de drogist of de supermarkt. Zowel de arts, die de geneesmiddelen voorschrijft, als de apotheker, die de geneesmiddelen verstrekt, moeten hun patiënten duidelijk voorlichten over de risico’s die patiënten lopen door het gebruik van die geneesmiddelen.

Als een geneesmiddel gevaarlijk is in combinatie met NSAID of acetylsalicylzuur, zullen de arts en de apotheker daarvoor moeten waarschuwen. Ook moet dit op de bijsluiter worden vermeld. Gebeurt dat niet, dan kan dat leiden tot tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. Die aansprakelijkheid is er niet als de patiënt toch, ondanks uitdrukkelijke waarschuwing, een NSAID of een geneesmiddel met acetylsalicylzuur koopt. Ook bestaat deze aansprakelijkheid niet als de patiënt het geneesmiddel bijvoorbeeld zou combineren met alcohol, tegen de waarschuwing van de apotheker in.

Ook de aanschaf en het gebruik van alcohol door een patiënt worden niet geregistreerd. De rechtbank oordeelde daarom het beroep van de apotheker ongegrond.

En dus?

De uitspraak is niet verrassend. Het kan niet zo zijn dat de zorgplicht van een apotheker zo ver zou reiken dat hij verplicht is zijn patiënten te volgen bij de drogist en bij de supermarkt. De patiënt houdt zelf ook verantwoordelijkheid voor wat hij inneemt, of dit nu (zelfhulp)geneesmiddelen zijn of alcohol. Wel moet de apotheker de patiënt waarschuwen dat door hem te verstrekken geneesmiddelen niet goed samengaan met NSAID’s en acetylsalicylzuur bevattende geneesmiddelen. Een apotheker kan bovendien niet een beslissing van het CBG aanvechten, als hij daarbij niet een bijzonder belang heeft, waarmee hij afwijkt van de andere apothekers in Nederland.

Voordat het CBG besloot de NSAID’s en acetylsalicylzuur bevattende geneesmiddelen de UAD- en AV-afleverstatus te geven, heeft dit college diverse belanghebbenden uit de markt in staat gesteld hierop hun visie te geven. De reacties die het hierop kreeg, waren – aldus het CBG – geen aanleiding om de indelingssystematiek en de daaruit voortkomende indeling aan te passen.

In de motivering bij het besluit heeft het CBG destijds aangegeven dat zelfzorg een belangrijke aanvulling vormt op de professionele zorg in de wijze waarop patiënten met ziekte, ongemak en klachten kunnen omgaan. Voorafgaand aan dit besluit heeft het CBG een wetenschappelijk onderbouwde, klinische baten-risicobalans gemaakt. Daarbij heeft het de risico’s van de NSAID’s en acetylsalicylzuur bevattende geneesmiddelen beperkt door UAD- en AV-aflevering slechts in kleinere verpakkingen toe te staan.

 

Catelijne Bach en Claudia Bruins zijn advocaten bij Van Iersel Luchtman Advocaten te Breda en ’s-Hertogenbosch. Meer informatie: www.vil.nl.

Document acties

Reacties

Anoniem
07-02-2011 20:08
zegt:

Het is een schandaal dat er twee pagina's foutief over mijn rechtsgang wordt gesproken, zonder dat het slachtoffer de kans heeft gekregen zijn visie neer te schrijven.
Dit temeer daar mijn beroep bij de Raad van State nog loopt.
Mijn rechtsgang is het gevolg van het falen van de Koepel, die ik daardoor geheel zelf moet betalen.

Anoniem
07-02-2011 21:12
zegt:

De redactie van ons vakblad noemt pijnstillers met de meeste bijwerkingen en interacties 'licht'. Of zouden de advocaten Bach en Bruins de titel bedacht hebben. In beide gevallen heeft de redactie haar onkunde weer bewezen.

JH Swarte,
apotheker

Anoniem
08-02-2011 20:04
zegt:

‘UA-status NSAID’s’

22-03-2010

De KNMP moet een procedure starten tegen het CBG-besluit om NSAID’s onder bepaalde voorwaarden in de vrije verkoop te houden.
Dat vindt 92% van de Nederlandse apothekers, zo bleek op het KNMP-congres van dinsdag 16 maart in Utrecht.

Apotheker Johan Kortekaas uit Leidschendam stelde tijdens het congres dat het CBG-besluit de medicatieveiligheid in gevaar brengt. Want uit de Harm-studie kwam naar voren dat NSAID’s een grote rol spelen in medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames. Daarom moet de KNMP volgens hem een procedure starten. Voorzitter prof. dr. Marcel Bouvy liet de aanwezigen daarover stemmen, waarna de brede steun voor Kortekaas’ standpunt naar voren kwam.

Prof. dr. Peter de Smet, programmaleider Medicatieveiligheid bij de KNMP, nuanceerde deze uitslag. “Het is nog nooit aangetoond dat wanneer alleen apothekers deze middelen mogen leveren, de patiëntveiligheid groter wordt.” Ook stelde hij dat apothekers niet altijd alert zijn op interacties met NSAID’s. Dat verzwakt volgens hem de positie van de apothekers om het alleenrecht voor de levering van NSAID’s op te eisen.

Ook de KNMP stelt dat er geen bewijs is dat levering van NSAID’s via alleen de apotheek de patiëntveiligheid vergroot. Woordvoerder Marco Kreuger: “Apothekers zullen zelf moeten bewijzen dat geprotocolleerde aflevering van NSAID’s de veiligheid vergroot. Zowel grote als kleine verpakkingen zouden alleen na het doorlopen van een protocol mogen worden afgeleverd.”

PW&Alexanderstraat luisteren niet naar de leden van de beroepsvereniging.

Anoniem
09-02-2011 02:06
zegt:

Het CBG aan het woord:

Het CBG onderkent dat verpakkingsgrootte en doseersterkte een aanknopingspunt kunnen bieden om het potentiële risico van oneigenlijk gebruik van zelfzorggeneesmiddelen nog verder te beperken wanneer deze geneesmiddelen ook buiten de apotheek en drogisterij verkrijgbaar zijn. De mogelijkheid van oneigenlijk gebruik wordt dan immers fysiek beperkt. Een beperking van de dosering en verpakkingsgrootte draagt weliswaar bij aan een beperking van het oneigenlijk gebruik, maar biedt hiervoor geen garantie (iemand kan bijvoorbeeld meerdere verpakkingen tegelijk of kort na elkaar kopen) en kan daarom niet in de plaats komen van informatie in de bijsluiter en op de verpakking, maar hooguit als aanvulling daarop dienen, op een vergelijkbaar niveau als toezicht bij de verkoop.

De algemene criteria, die hierna volgen, zijn afgeleid uit de Europese Richtlijn over de UR afleverstatus. In artikel 71 van Richtlijn 2001/83/EC worden criteria en risicofactoren geformuleerd op grond waarvan geneesmiddelen uitsluitend op recept van een arts verstrekt mogen worden; nader uitgewerkt in een richtsnoer van de Europese Commissie, Guideline on changing the classification for supply of a medicinal product for human use. Vanuit deze UR categorie heeft het College de NR geneesmiddelen gedefinieerd. Al naar gelang van het veiligheidsrisico worden achtereenvolgens de categorieën UA, de AV en UAD geformuleerd.

6. AV categorie (algemeen verkrijgbaar)
NR geneesmiddelen worden ingedeeld in de categorie AV indien dit uit oogpunt van veilig gebruik verantwoord is. Van verantwoord veilig gebruik is sprake indien tegelijkertijd wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. geneesmiddelen waarvoor niet de criteria uit de UR en UA categorieën gelden;
2. met de werkzame stof is in Europa en/of Noord-Amerika minimaal vijf jaar ervaring opgedaan als vrij verkrijgbaar middel (NR geneesmiddel);
3. het gebruik heeft geen onevenredig risico op schade;
4. er zijn geen aanwijzingen voor abnormaal gebruik; en
5. het aantal eenheden per verpakking is relatief klein, en verpakking en bijsluiter waarschuwen additioneel, indien relevant, voor bepaalde risicovolle situaties.

Met “geen onevenredig risico op schade” wordt gedoeld op de verhouding tussen werkzaamheid en schadelijkheid. Zoals reeds verwoord, is veiligheid bij geneesmiddelen geen absoluut begrip: veilige geneesmiddelen bestaan niet. Derhalve moet worden beoordeeld of het risico van het middel niet onevenredig is in relatie tot de algemene verkrijgbaarheid. Geneesmiddelen tegen hoofdpijn kunnen relatief schadelijk zijn, maar die middelen wordt zo algemeen gebruikt dat iedereen weet hoe ze gebruikt moet worden.

Het CBG acht een eigen verantwoordelijkheid van het (distributie)kanaal van groot belang.

De vijf sleutelpublicaties zijn de volgende:
• Bjarnason I.: Ibuprofen and gastrointestinal safety: a dose-duration-dependent phenomenon. J R Soc Med 2007;100 Suppl 48:11-4.
• Fries JF, Bruce B.: Rates of serious gastrointestinal events from low dose use of acetyl-salicylic acid, acetaminophen, and ibuprofen in patients with osteoarthritis and rheumatoid arthritis. J Rheumatol 2003 Oct; 30(10): 2226-33.
• García Rodríguez LA, Tacconelli S, Patrignani P.: Role of dose potency in the prediction of risk of myocardial infarction associated with nonsteroidal anti-inflammatory drugs in the general population. J Am Coll Cardiol 2008 Nov 11; 52(20):1628-36.
• Leendertse AJ, Egberts AC, Stoker LJ, van den Bemt PM; HARM Study Group: Frequency of and risk factors for preventable medication-related hospital admissions in the Netherlands. Arch Intern Med 2008 Sep 22; 168 (17):1890-6.
• Franceschi M, Scarcelli C, Niro V, Seripa D, Pazienza AM, Pepe G, Colusso AM, Pacilli L, Pilotto A. Prevalence, clinical features and avoidability of adverse drug reactions as cause of admission to a geriatric unit: a prospective study of 1756 patients. Drug Saf 2008; 31:545-56.

Uit de vele gepubliceerde onderzoeken waarbij is gekeken naar de gezondheidsrisico’s van NSAIDs en acetylsalicylzuur, samengevat en verwoord in de vijf sleutelpublicaties hierboven genoemd, blijkt dat terwijl vele patiënten dagelijks baat hebben bij deze middelen, het gebruik regelmatig aanleiding kan geven tot bijwerkingen, soms van ernstige aard. De studies tonen bovendien aan dat het gebruik van NSAIDs en acetylsalicylzuur gepaard gaat met gezondheidsrisico’s die in een groot aantal gevallen vermijdbaar zijn. Deze middelen hebben echter weinig gezondheidsrisico’s wanneer de gebruiksinformatie in de bijsluiter in acht wordt genomen.

NSAID-gerelateerde ziekenhuisopnamen
Publicaties zoals die van Leendertse et al (HARM-studie) laten zien dat het gebruik van NSAIDs in bepaalde situaties kan leiden tot ernstige bijwerkingen, die van verschillende aard kunnen zijn, en dat deze een noodzakelijke ziekenhuisopname tot gevolg kunnen hebben. Uit het onderzoek bleek onder meer dat van de bijna 13.000 onderzochte niet-geplande opnames gedurende 40 dagen in één van de 21 participerende Nederlandse ziekenhuizen er 714 (5.6%) het gevolg waren van het gebruik van geneesmiddelen. In 332 gevallen (2.6%) was sprake van een mogelijk te voorkomen situatie, omdat het betreffende geneesmiddel niet in overeenstemming met de productinformatie was gebruikt. In 17 gevallen was sprake van gebruik van NSAIDs. In 14 van deze gevallen ging het om een gastrointestinale bloeding, in enkele gevallen (5) was sprake van ademhalingsklachten. Het onderzoek, dat naar het oordeel van het CBG het topje van de ijsberg laat zien, toont aan dat in bijzondere situaties het gebruik van NSAIDs aanleiding kan geven tot ernstige bijwerkingen die ziekenhuisopname noodzakelijk maken, zelfs in situaties waarbij het geneesmiddel overeenkomstig het voorschrift is gebruikt.

Het beeld dat voortkomt uit de vele publicaties over ziekenhuisopnames gerelateerd aan NSAIDs en acetylsalicylzuur, waarvan er hier twee zijn genoemd, laat zien dat deze opnames vooral voorkomen bij oudere, kwetsbare patiënten met complexe en chronische co-morbiditeit en polyfarmacie. Risico-minimalisatie ten aanzien van zelfzorg met NSAIDs en acetylsalicylzuur zal zich met name moeten richten op het vermijden van situaties waarin deze middelen de spreekwoordelijke druppel zijn die ziekenhuisopname tot gevolg hebben.

Het belangrijkste onderscheid tussen UA en UAD is de vereiste tussenkomst van de apotheker bij de terhandstelling van UA-geneesmiddelen. De reden daarvan is dat bij UA-geneesmiddelen een vorm van zorgverlening noodzakelijk is die de drogist niet kan en ook niet behoeft te bieden. Dit betreft met name de medicatiebewaking (interacties, oneigenlijk gebruik) en daarmee verband houdende voor-lichting en toezicht. Het belangrijkste onderscheid tussen UAD en AV is dat wanneer een zelfzorg-geneesmiddel aan alle AV-criteria voldoet de noodzaak van advies door een drogist of apotheker ontbreekt. De eigenschappen van het product weergegeven in de productinformatie en bijsluiter moeten ook zodanig zijn dat een verantwoorde zelfzorg mogelijk is.

5. Slotbeschouwing
Het toekennen van de afleverstatus van een geneesmiddel voor zelfzorg is gebaseerd op een weten-schappelijke beoordeling en afweging door het CBG. In hoofdstuk 3 is verwoord hoe het CBG daarbij te werk is gegaan. De verschillende varianten van afleverstatus (AV, UAD of UA) vormen een spectrum van risicominimalisatie, op hoofdlijnen verwoord in artikelen 4.1. en 4.2 van de Regeling Geneesmiddelenwet en artikel 58 van de Geneesmiddelenwet. Hoewel de afkappunten in dit spectrum niet altijd even scherp liggen, heeft het CBG in deze motivering getracht een transparante en eenduidige indelingssystematiek te ontwikkelen die ook houvast biedt voor (nieuwe) aanbieders van (nieuwe) zelfzorgproducten, drogist, apotheker en de vrije verkoop sector. Het bevorderen van een veilige manier van zelfzorg is een belangrijke taak van de geneesmiddelenketen. Het CBG vervult aan de voorkant van die keten (toelating, productinformatie, afleverstatus) en tijdens de levenscyclus (geneesmiddelenbewaking) een aantal wettelijke taken.
Bij het toekennen van de afleverstatus van NSAIDs en acetylsalicylzuur voor de zelfzorg heeft het CBG voortdurend de wetenschappelijke bevindingen (ga voor de laagst mogelijke dosering, de kortst mogelijke gebruiksduur, en niet alle NSAIDs zijn hetzelfde wat betreft bijwerkingenprofiel) geplaatst in het licht van de volgende vraag: gelet op al deze punten, wat is dan de beste plek op het spectrum van risicominimalisatie (AV, UAD of UA) waarbij de patiënt effectief en met beperkte gezond-heidsrisico’s zelfzorg met dit geneesmiddel kan toepassen? Een dergelijke aanpak heeft per definitie ook een arbitrair karakter op een bepaald moment in de tijd.

Zo komt het CBG op basis van deze beoordeling terug op een eerder standpunt om geen NSAIDs voor de AV-status in aanmerking te laten komen en wordt het advies van het 'HARM-Wrestling' rapport om aan alle niet-receptplichtige NSAIDs en acetylsalicylzuur de UA-status toe te kennen, niet overgenomen.

En zo heeft het Ministerie van EL&I beschikt en daar heeft Bert Leufkens het maar mee te doen. Zie daar dan maar eens een samenhangend verhaal van te breien.

Sleutelwoord is "arbitrair".

Anoniem
09-02-2011 11:10
zegt:

Hieronder volgt een aanwijzing ex artikel 59 van de Geneesmiddelenwet.

De minister van VWS stuurt dit rapport aan de Tweede Kamer . Let op slotzin:

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT/MVG 2839029

26 maart 2008


Hierbij zend ik u ter informatie het rapport ‘Harmwrestling’ toe. Dit rapport is op mijn verzoek opgesteld door een werkgroep van deskundigen, zoals ik heb aangegeven in het Programma Veilige Zorg bij de brief ‘Koers op kwaliteit’ (d.d. 6 juli 2007, 28 439, nr. 18). Het rapport bevat concrete suggesties om de medicatieveiligheid te verbeteren bij de toepassing van een beperkt aantal risicovolle geneesmiddelen.
Het merendeel van de aanbevelingen is gericht op de beroepsgroepen zelf. Het rapport wordt daarom aan de beroepsgroepen voorgelegd met het verzoek om de aanbevelingen van de deskundigenwerkgroep ter hand te nemen.
Eén aanbeveling ziet op de afleverstatus van NSAID’s (pijnstillers/ontstekingsremmers) en geneesmiddelen met de werkzame stof ASA (aspirine). Het rapport beveelt aan om deze middelen, gelet op het belang van medicatiebewaking in verband met deze middelen, een andere afleverstatus te geven. Op dit moment zijn de desbetreffende middelen ingedeeld in de categorie Uitsluitend Apotheek en Drogist (UAD). De werkgroep beveelt aan om over te gaan tot indeling in de categorie Uitsluitend Apotheek (UA).
Het is mij bekend dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) inmiddels ook met veel belangstelling kennis heeft genomen van de aanbevelingen van de werkgroep. De conclusie dat er op het gebied van medicatieveiligheid nog veel verbeteringen nodig zijn wordt door het CBG onderschreven. Ook het CBG streeft ernaar hieraan een duidelijke bijdrage te leveren door middel van adequate patiënteninformatie en geneesmiddelbewaking.
Onder andere vanwege de risico’s van NSAID’s en ASA waar het rapport naar verwijst, heeft het CBG reeds eerder besloten om deze middelen niet voor de status Algemene Verkoop (AV) in aanmerking te laten komen. Het CBG heeft mij laten weten dat het zal bezien of een verdere aanscherping zoals verwoord in aanbeveling 17, het onderbrengen van NSAIDs en ASA in de UA- categorie, voor de genoemde geneesmiddelen aangewezen is.


De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink

Bovengetekende heeft de Raad van State verzocht deze ambteloos burger als getuige te horen. Kamerlid Klink heeft vorig jaar een brief geschreven en daarna was hij uit beeld.

59 lid2. Onze Minister kan het College verzoeken de indeling van een door Onze Minister aangewezen geneesmiddel opnieuw te beoordelen.

Anoniem
10-02-2011 19:17
zegt:

Twee juristen krijgen twee pagina's, een apotheker een column ingezonden.

Ibuprofen AV, Modern Medicine , september 2009, 281-283

Interview

“Apotheker is hoeder patiëntveiligheid, niet drogist”

Herindeling NSAID’s geeft mogelijke stroom patiënten naar de huisarts

Dr. D. Dresden, arts/wetenschapsjournalist
Amstelveen

De veranderende afleverstatus van NSAID’s kan belangrijke implicaties hebben voor de huisarts, zoals een verwachte toestroom van patiënten met hoge risico’s. Bovendien heeft het CBG bepaald dat ibuprofen 200 mg kleinverpakking in de vrije verkoop kan. Ten onrechte, vindt apotheker J.C. Kortekaas. "Dit maakt de weg vrij voor onnodige ziekenhuisopnames."

………………….


Ibuprofen komt volgens het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen als enige in aanmerking voor de status AV. Drogisterijen zijn niet de enige partij met bezwaar tegen deze AV-indeling. “Ook 92% van de apothekers gruwen ervan,” bemerkte Kortekaas tijdens het genoemde congres in Utrecht. Hij benoemt enkele argumenten die pleiten tegen deze categorisering van ibuprofen. “Zelfzorg met NSAID’s veroorzaakt 76% van de maagbloedingen.[4,5] Bij ouderen is dat volgens de drogisten zelfs 95%.[6] Het risico op hartfalen bij ouderen is verdubbeld door NSAID-gebruik. Er is een zeer groot scala aan comorbiditeiten en contra-indicaties in de algehele bevolking, waaronder kinderwens en zwangerschap, die bewaking op naam vereisen bij het gebruik van NSAID’s. NSAID’s vertonen interacties met onder meer orale anticoagulantia, corticosteroïden, antidepressiva (SSRI’s), diuretica, bètablokkers, RAS-remmers en acetosal. Dit vraagt om registratie van de aflevering op naam.”
In Nederland gebruikt 14% van de risicopatiënten toch een NSAID, veelal nadat de apotheekhoudenden hebben geweigerd het middel te verstrekken. 82% van de betreffende drogisterijpatiënten denkt dat UAD-NSAID’s als veilig kunnen worden beschouwd. Dit komt waarschijnlijk omdat de geneesmiddelen in de drogisterij niet in een patiëntendossier worden opgenomen. Apotheekhoudenden kunnen als enige verstrekken op naam.
Er zijn in Nederland ongeveer één miljoen dagelijkse gebruikers van ibuprofen plus acetosal (naar schatting van Zorgverzekeraars Nederland). Kortekaas: “Eén dag gebruik van ibuprofen legt de beschermende werking van een lage dosis acetosal al lam. Inmiddels zijn beide vrij verkrijgbaar zonder recept. Het is bijzonder belangrijk dat deze middelen uitsluitend of in ieder geval zoveel mogelijk door artsen worden voorgeschreven. Dat dient zo te blijven.”


4.Wilcox CM, Shalek KA, Cotsonis G. Striking prevalence of over-the-counter nonsteroidal anti-inflammatory drug use in patients with upper gastrointestinal hemorrhage. Arch Intern Med. 1994;154(1):42-6.
5.Dijk L van, Vervloet M, Plas M, et al. Negatieve effecten van normaal en verkeerd gebruik van zelfzorggeneesmiddelen. Een literatuurstudie. NIVEL 2005; nivel.nl.
6.Cebollero-Santamaria F, Smith J, Gioe S, et al. Selective outpatient management of upper gastrointestinal bleeding in the elderly. Am J Gastroenterol. 1999;94(5):1242-7.

Anoniem
11-02-2011 11:07
zegt:

Woordelijk verslag

Woordelijk verslag van de Hoorzitting NSAID’s van het
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen,
dinsdag 20 april 2010 te Den Haag
______________________________________________________________________

Datum: Dinsdag 20 april 2010 om 09.30 uur
Plaats: St. Joris Doelenzaal, Lange Houtstraat 2, Den Haag
Betreft: De indeling van de afleverstatus van NSAID’s en acetylsalicylzuurbevattende producten


…dat er sprake is van onveilig gebruik van UAD geneesmiddelen als gevolg van onvoldoende toezicht op of advisering door de drogist. De meerwaarde van de apotheker bij NSAID’s is evenmin aangetoond en dat is tijdens het KNMP congres van 16 maart jl. nota bene nog eens bevestigd door prominente vertegenwoordigers uit de beroepsgroep van apothekers. Professor De Smet, programmaleider medicatie veiligheid bij de KNMP stelde: het is nog nooit aangetoond dat wanneer alleen apothekers deze middelen mogen leveren de patiëntenveiligheid groter wordt. Ook stelde hij dat apothekers niet altijd alert zijn op interacties met NSAID’s en dat verzwakt volgens hem de positie van de apothekers om het alleenrecht voor de levering van NSAID’s op te eisen. Ook de KNMP stelt dat er geen bewijs is dat levering van NSAID’s via alleen de apotheek de patiëntveiligheid vergroot. Woordvoerder Marco Kreuger: apothekers zullen zelf moeten bewijzen dat geprotocolleerde aflevering van NSAID’s de veiligheid vergroot.

Het is mij duidelijk dat de Alexanderstraat “de mol” is, die de Nederlandse farmacie ondergraaft.

Anoniem
12-02-2011 13:30
zegt:

2 Onzinpagina's voor de dames juristen in ons PW. Geen aandacht voor het slachtoffer van deze onfrisse praktijken.

////////////////////////////////////

Lichte pijnstillers blijven zaak van patiënt
door Catelijne Bach en Claudia Bruins - 04-02-2011
Apothekers kunnen onmogelijk bijhouden welke zelfzorggeneesmiddelen de patiënt koopt in supermarkt of drogisterij. Een apotheker kwam daarom – zonder succes – in het geweer tegen het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

////////////////////////////////////

Juridisch kader ‘overdracht van medicatiegegevens in de keten’ voor zorgverleners, versie 5, oktober 2010 pagina 1 van 32
Juridisch kader overdracht medicatiegegevens voor
zorgverleners.
Samenvatting in 57 vragen en antwoorden
Behorende bij de richtlijn overdracht van medicatiegegevens in de keten
Versie oktober 2010. Vastgesteld in de landelijke stuurgroep overdracht van
medicatiegegevens in de keten op 3 november 2010.
Aangesloten partijen:
ActiZ, GGZ Nederland, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVZ, NVZA, Orde,
V&VN, Verenso en ZN. IGZ en VWS zijn initiatiefnemers en aanjagers van de richtlijn. De FNT,
NMT, en VGN zijn later aangesloten.
Auteur: mr. J.A. Rendering
Juridische expertgroep Overdracht van Medicatiegegevens in de keten:
Mevrouw mr. A.M. Buijse, LEVV
mr. A. Ekker, Nictiz
mr. R.Ph. Gerzon, GGZ Nederland
mr. D.Y.A. van Meersbergen, KNMG
Mevrouw mr. J.A. Rendering, KNMP
Mevrouw mr. J.M. van der Ven, NMT
Juridisch kader ‘overdracht van medicatiegegevens in de keten’ voor zorgverleners, versie 5, oktober 2010 pagina 2 van 32


3.1 Onderzoeksplicht
VRAAG 16
Een zorgverlener heeft een onderzoeksplicht. Wat houdt dat in?
Iedere zorgverlener die handelingen verricht op basis van de medicatiegegevens dient
zich ervan te vergewissen of hij beschikt over de meest recente medicatiegegevens. Deze
verplichting noemen we de onderzoeksplicht.
De omvang van de onderzoeksplicht is niet voor iedere zorgverlener gelijk, maar reikt
zover als mogelijk is binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid en deskundigheid.


Zoals gezegd, twee pagina's voor twee juristen om de waarheid te verdraaien.
Mijn beroep bij de Raad van State loopt nog.

Anoniem
12-02-2011 13:31
zegt:

Ook de aanschaf en het gebruik van alcohol door een patiënt worden niet geregistreerd. De rechtbank oordeelde daarom het beroep van de apotheker ongegrond.

////////////////////////////////

VRAAG 9
Mag ik vragen naar gebruik van alcohol en drugs?
Ja. Het vaststellen van alcohol en drugsgebruik is in richtlijnen voor behandeling en
diagnostiek opgenomen. Vaak in de vorm van ‘sluit alcohol en/of drugsgebruik uit’.
In veel gevallen zal het van belang zijn om te weten of de patiënt (veel) alcohol of drugs
gebruikt. Een vraag naar gebruik van alcohol of drugs zal gesteld moeten worden om de
patiënt goed te kunnen helpen. De vraag is dan gerechtvaardigd.
Voorbeeld
Alcohol kan de afbraak van sommige medicijnen vertragen, waardoor deze langer in het lichaam
blijven. Dat kan hetzelfde effect hebben als een overdosering van dat medicijn. Alcohol kan de
werking en bijwerking van sommige medicijnen versterken.
Alcohol kan de versuffende werking van antidepressiva versterken.
De middelen tegen allergie kunnen als bijwerkingen hebben slaperigheid of een slechter
coördinatie- en concentratievermogen. Alcohol versterkt deze effecten.
Alcohol heeft geen invloed op de werking van insuline en andere bloedsuikerverlagende middelen.
Wel moeten diabetespatiënten oppassen met alcohol, omdat het een hypoglykemie kan
veroorzaken.
Juridisch kader ‘overdracht van medicatiegegevens in de keten’ voor zorgverleners, versie 5, oktober 2010 pagina 11 van 32

Anoniem
12-02-2011 14:45
zegt:

Specifieke geneesmiddelgroepen
Het rapport bevat algemene aanbevelingen, zoals het kiezen en vastleggen van één eindverantwoordelijke bij complexe farmacotherapie, en het snel en adequaat doorgeven van het staken van een geneesmiddel vanwege een ernstige bijwerking. Daarnaast staan er ook aanwijzingen in voor specifieke geneesmiddelgroepen. Het is nodig om deze aanwijzingen in te passen in de bestaande medicatiebewaking, of een plek te geven in de medisch farmaceutische beslisregels.

Bij de implementatie van de ‘HARM-Wrestling’-aanbevelingen ligt in 2010 de nadruk op terugdringing van geneesmiddelgerelateerde bloedingen.

Meer lezen over het ‘HARM Wrestling’-onderzoek, zie het rapport in bijlage.


KNMP Magazine Medicatieveiligheid
pagina 8

Bloedingen tgv acetylsalicylzuur en NSAID's ( 9 aanbevelingen)

Hoor en wederhoor staat laag in het vaandel bij het PW.

We missen de brief van de minister aan de Tweede Kamer bij het aanbieden van het rapport Harm-wrestling van 26 maart 2008, waartegen het CBG contrair gaat.

“Aanbeveling 20.”

Gezien de risico's van NSAID's en ASA verdient het aanbeveling om de vrij
verkrijgbare producten in deze geneesmiddelgroepen een"Uitsluitend Apotheek"
status te geven, zodat deze middelen voortaan in de apotheek op naam aan de
gebruiker worden afgeleverd en stelselmatig in de medicatiebewaking van de
apotheek worden meegenomen."

Anoniem
13-02-2011 12:01
zegt:

Aanvulling op
mijn Beroepschrift Raad van State inzake niet ontvankelijk verklaren door Rechtbank te Den Haag tegen het CBG (201010967/1/H3 M.Kruys-Smit)

Ondergetekende wendt zich tot uw College, omdat de rechtbank te Den Haag op 20 oktober 2010 mij evenals het CBG ten onrechte niet ontvankelijk heeft verklaard in mijn beroep tegen het indelingsbesluit van NSAID’ s en acetylsalicylzuur uit de Staatscourant van 30 december 2009.

Per 1 januari 2011 geldt inmiddels de richtlijn:
Overdracht van medicatiegegevens.

De inspectie (IGZ) gaat vanaf 1 januari 2011 de naleving van deze richtlijn toetsen en handhaven. De IGZ-site vermeldt:

“Medicatieoverdracht

Uit onderzoek blijkt dat in Nederland nog te vaak vermijdbare fouten worden gemaakt bij het voorschrijven en het gebruik van geneesmiddelen. Een belangrijk deel van deze fouten ontstaat door de overdracht van informatie over medicatie van de ene zorgverlener naar de andere, tussen instellingen of binnen afdelingen. Voor het verbeteren van de patiëntveiligheid is een zorgvuldige medicatieoverdracht belangrijk. Daarom hebben de inspectie en het ministerie van VWS, veldpartijen gevraagd een richtlijn uit te werken. Dit heeft in 2008 geresulteerd in de (concept) richtlijn Overdracht van medicatiegegevens. De inspectie gaat vanaf 1 januari 2011 de naleving van deze richtlijn toetsen en handhaven.
Doel van de richtlijn is het voorkomen van fouten bij de overdracht van medicatiegegevens en het vergroten van de patiëntveiligheid doordat zorgprofessionals elkaar op tijd en goed informeren. Basis van de richtlijn is dat er altijd een actueel medicatieoverzicht van de patiënt beschikbaar is en dat dit overzicht meeverhuist naar de volgende zorgverlener van deze patiënt. Inmiddels zijn er al veel initiatieven in het veld voor een veilige medicatieoverdracht. Zo organiseert het Kwaliteitsinstituut voor de Zorg CBO kenniscaroussels om kennis en ervaringen onder zorgverleners uit de wisselen. De inspectie heeft daarom ook positieve verwachtingen van het toepassen de richtlijn.
Normen
Om het veld de gelegenheid te geven de richtlijn in te voeren is deze nu nog in concept. Eind 2010 wordt de richtlijn definitief gemaakt. Vanaf 1 januari 2011 geldt de richtlijn als veldnorm en zal de inspectie deze gebruiken bij haar toezicht. De inspectie heeft in april 2010 een brief gestuurd aan alle zorginstellingen en zelfstandige zorgverleners waarin zij het belang van naleving van de richtlijn onderstreept.
Toezicht
In januari 2011 start de inspectie een thematisch onderzoek om de naleving van de richtlijn te toetsen. Waar de inspectie risicovolle situaties aantreft zal zij handhavingsmaatregelen nemen. Verscheidene typen zorgverleners en zorgsectoren worden bezocht, allereerst professionals in de eerste lijn. Tijdens het onderzoek kijkt de inspectie naar de toedeling van verantwoordelijkheden, het medicatieoverzicht en naar het moment van medicatieoverdracht.
Vanaf januari 2011 gaat de inspectie de richtlijn ook als veldnorm gebruiken bij het uitvoeren van haar reguliere taken, zoals het onderzoeken van meldingen en calamiteiten. Van het veld wordt dan verwacht dat de bij de ketenproblematiek betrokken zorgverleners tot een gezamenlijk plan van aanpak komen.
De richtlijn staat op www.medicatieoverdracht.nl. Koepelorganisaties en beroepsverenigingen kunnen ook meer informatie geven over dit onderwerp.”

Belangrijk voor mijn beroep is de foute visie van de rechtbank. We lezen in:

Juridisch kader Overdracht van medicatiegegevens voor zorgverleners, 20110128, te vinden op bovengenoemde website www.medicatieoverdracht.nl

“VRAAG 1
Is een zorgverlener verplicht om de richtlijn Overdracht van medicatiegegevens te
volgen?
Ja, iedere zorgverlener die betrokken is bij het voorschrijven, verstrekken of toedienen
van medicatie is in beginsel verplicht om de bepalingen van de richtlijn overdracht van
medicatiegegevens op te volgen.”

“VRAAG 16
Een zorgverlener heeft een onderzoeksplicht. Wat houdt dat in?
Iedere zorgverlener die handelingen verricht op basis van de medicatiegegevens dient
zich ervan te vergewissen of hij beschikt over de meest recente medicatiegegevens. Deze
verplichting noemen we de onderzoeksplicht.
De omvang van de onderzoeksplicht is niet voor iedere zorgverlener gelijk, maar reikt
zover als mogelijk is binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid en deskundigheid.”

“VRAAG 17
Mag ik de patiënt ook vragen naar recente wijzigingen in het medicatiegebruik?
Ja, zo mogelijk moet altijd bij de patiënt worden nagevraagd of er recente wijzigingen
zijn geweest.
De patiënt is in veel gevallen heel goed op de hoogte van de medicijnen die er gebruikt
worden en vooral ook van de meest recente wijzigingen. De patiënt weet bijvoorbeeld
wanneer het laatste consult bij een arts is geweest, wanneer er voor de laatste keer
bloed is geprikt etc. De patiënt is dus een belangrijke informatiebron.
Kan de patiënt de gegevens niet leveren dan kunnen gegevens worden opgevraagd bij de
voorganger in de keten, de apotheek, arts, verpleegkundige, verzorger of de
zorginstelling waar de patiënt behandeld is.
Verblijft de patiënt in een zorginstelling dan is het aan de zorgverlener om te bepalen of
de patiënt nog extra informatie zou kunnen geven.”


De rechtbank ging er van uit dat de apotheker niet gehouden is de zelfzorg-NSAID’ s bij de patiënt uit te vragen. Nu de apotheker daartoe verplicht is betekent dit dat de supermarkt&drogist de handel hebben en de apotheekhoudende de gratis zorg moet verlenen. De rechtbank stond op het standpunt dat bij aflevering van alle relevante geneesmiddelen, de patiënt zo nodig moet worden gewaarschuwd tegen het gebruik van zelfzorgmiddelen. Bij ongeveer de helft van de receptgeneesmiddelen zou dan voor zelfzorg-NSAID’s moeten worden gewaarschuwd. (NSAID’s vertonen interacties met onder meer orale anticoagulantia, corticosteroïden, antidepressiva (SSRI’s), diuretica, bètablokkers, RAS-remmers en acetylsalicylzuur. Dit vraagt om registratie van de aflevering op naam.”)

Dit onmogelijke standpunt van de rechtbank is dus nu door de dwingende richtlijn medicatieoverdracht achterhaald. Supermarkten en drogisten zijn geen partij in de richtlijn, omdat ze niets op naam vastleggen.
Uw ontvangstbevestiging verwachtend,

Dhr. J.C.Kortekaas apotheker, Leidschendam 11-2-2011

Anoniem
18-02-2011 19:07
zegt:

Hoor en Wederhoor

Op de pagina’s 30 en 31 van het papieren PW van 4 februari 2011, krijgen 2 juristen 2 pagina’s om een klokkenluider apotheker onderuit te halen.

We lezen in het artikel.

"1. Apotheker vecht afleverstatus UAD en AV tevergeefs aan.
2. Lichte pijnstillers blijven zaak van de patiënt.
3. Apothekers kunnen onmogelijk bijhouden welke zelfzorggeneesmiddelen de patiënt koopt bij supermarkt of drogisterij.
4. Als een geneesmiddel gevaarlijk is in combinatie met NSAID of acetylsalicyzuur, zullen de arts en de apotheker daarvoor moeten waarschuwen.
5. Ook de aanschaf van alcohol door patiënten wordt niet geregistreerd."

Mijn tegenwerpingen zijn:
1. Er loopt nog hoger beroep bij de Raad van State.
2. NSAID’s en acetosal zijn geen lichte pijnstillers. Volgens het rapport Harmwrestling zijn ze betrokken bij 97 van de beschreven 194 ziekenhuisopnames. Veel van de 40 aanbevelingen gaan over NSAID’s en acetosal waarbij aanbeveling 20 de bekendste is.(noot1)
3. Volgens Vraag 16 van het Juridisch kader overdracht medicatiegegevens voor Zorgverleners zijn apotheekhoudenden verplicht de patiënt uit te vragen over zijn medicijngebruik.(noot 3 en 4)
4. Als een patiënt gewaarschuwd moet worden voor het gevaar van het gebruik van andere medicijnen met de combinatie van NSAID’s en acetosal, dan wordt dit een bureaucratisch monster. Het merendeel van de receptgeneesmiddelen dat wordt afgeleverd is onverenigbaar met deze middelen, vaak ook door de persoonlijke omstandigheden van de medicijngebruiker. (noot2)
5. Wederom is de aanschaf van alcohol een tegenspraak met vraag 9 van het Juridisch kader overdracht medicatiegegevens voor Zorgverleners.(noot 3 en 5)

.
Het meest storend is echter de beperkte blik van de damesjuristen. We missen in het artikel:

1.Voorjaarscongres Medicatieveiligheid 16 maart 2010. De KNMP moet een procedure starten tegen het CBG-besluit om NSAID’s onder bepaalde voorwaarden in de vrije verkoop te houden. Dat vindt 92% van de 1500 aanwezige Nederlandse apothekers, zo bleek op het KNMP-congres van dinsdag 16 maart in Utrecht. (PW 22 maart 2010)

2.We missen de brief van minister Klink aan de Tweede Kamer met diezelfde strekking. Een aanbeveling ex artikel 59 van de Geneesmiddelenwet om NSAID’s en acetosal de UA-status te geven.
(https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29477-47.html)


Vervolgens is het rapport Harmwrestling en de brief van de minister onderdeel geworden van de Rijksbegroting 2009 en parlementair goedgekeurd.(noot6)

Samenvattend is het zeer merkwaardig dat de rechtsgang van een apotheker wordt beschreven, zonder enig wederhoor toe te passen. Feiten zijn feiten, maar de rangschikking daarvan is journalistiek. Wie gaf de opdracht om twee juristen de lijdensweg van een apotheker op deze wijze te laten vastleggen ? Farmaceutisch halen deze twee dames het vakblad welzeker onderuit.
----------------------------------------
Noten 5x

1.Aanbeveling 20 rapport Harmwrestling
(http://www.medicatieveiligheid.info/modules/document/click.cfm?content_id=21376)
“Gezien de risico's van NSAID's en ASA verdient het aanbeveling om de vrij
verkrijgbare producten in deze geneesmiddelgroepen een"Uitsluitend Apotheek"
status te geven, zodat deze middelen voortaan in de apotheek op naam aan de
gebruiker worden afgeleverd en stelselmatig in de medicatiebewaking van de
apotheek worden meegenomen."

2.(boven de 60, zwangerschap, kinderwens, borstvoeding. Bij ongeveer de helft van de receptgeneesmiddelen zou dan voor zelfzorg-NSAID’s moeten worden gewaarschuwd. (NSAID’s vertonen interacties met onder meer orale anticoagulantia, corticosteroïden, antidepressiva (SSRI’s), diuretica, bètablokkers, RAS-remmers en acetylsalicylzuur. Dit vraagt om registratie van de aflevering op naam.”)


3Juridisch kader overdracht medicatiegegevens voor Zorgverleners:
(http://www.medicatieoverdracht.nl/uploaddb/downl_object.asp?atoom=10738&VolgNr=0)


4.Vraag 16: Een zorgverlener heeft een onderzoeksplicht. Wat houdt dat in?
Iedere zorgverlener die handelingen verricht op basis van de medicatiegegevens dient
zich ervan te vergewissen of hij beschikt over de meest recente medicatiegegevens. Deze
verplichting noemen we de onderzoeksplicht.
De omvang van de onderzoeksplicht is niet voor iedere zorgverlener gelijk, maar reikt
zover als mogelijk is binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid en deskundigheid.

5.Vraag 9: Mag ik vragen naar gebruik van alcohol en drugs?
Ja. Het vaststellen van alcohol en drugsgebruik is in richtlijnen voor behandeling en
diagnostiek opgenomen. Vaak in de vorm van ‘sluit alcohol en/of drugsgebruik uit’.
In veel gevallen zal het van belang zijn om te weten of de patiënt (veel) alcohol of drugs
gebruikt. Een vraag naar gebruik van alcohol of drugs zal gesteld moeten worden om de
patiënt goed te kunnen helpen. De vraag is dan gerechtvaardigd

6.Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2009; Memorie van toelichting (585 kB)
22-09-2008 | Kamerstuk 31700-XVI nr. 2 | Tweede Kamer

Anoniem
19-02-2011 00:20
zegt:

"Arbitrair".

Dat is het toverwoord.

In het Nederlandse Bestuursmodel wordt naast de wettelijke regels, alle 100 strekkende meters lang, ook gekeken naar de belangen afweging.

In het Nederlands Bestuursmodel is de Rechterlijke Macht nauw verweven met de Overheid.

Mantra van de Nederlandse Rechters is niet voor niets "als de Overheid ingrijpt past de Nederlandse Rechter slechts gepaste afstand te houden, tenzij er sprake is van onmiskenbaar onrechtmatig gedrag".

Niet voor niets wordt de deur bij het EVRM te Luxemburg door Nederlandse Burgers e.a., bijvoorbeeld Wooncorporaties die om 4.5o euro procedeerden en gelijk kregen.

Er vindt een afweging plaats tussen Wet en Regelgeving en de economische belangen. Economische belangen van algemeen belang of van de grote jongens in de maatschappij. Algemeen of groot belang gaat altijd boven individueel belang.

De Lidstaat maakt in kader van de NSAID's de macro economische afweging wat economisch verantwoord is: de vrije verkoop waardoor de schadelast aan huisartsen(consulten) en apotheekhoudenden (receptverwerking en distributie) lager is dan de schadelast vermijdbare ziekenhuisopnames en voortijdig overlijden en permanente schade aan lijf en leden van consumenten door inname van deze middelen in de vrije verkoop zonder enige controle anders dan zelfcontrole.

Schaamlap die dan wordt gehanteerd is de "eigen verantwoordelijkheid" van de consument.

Macro economisch slaat de balans in de ogen van het Openbaar Bestuur nog steeds door richting vrije verkoop van klein verpakking. Groot verpakking kan niet. Dat is de Lidstaat inmiddels wel duidelijk.

Er is nog nooit onderzoek gedaan naar de gevolgen van inname van 2 doosjes klein verpakking. De Lidstaat gaat dit nauwgelet monitoren. De stijging in het aantal zelfdodingen door overconsumptie van paracetamol heeft nu de aandacht getrokken.

Er is nog nooit onderzoek gedaan naar de meerwaarde van openbare apotheken. Laat de apotheken maar bewijzen dat zij de schadelast vermijdbare sterfte en ziekenhuisopnames door NSAID gebruik omlaag kunnen brengen. De KNMP is dezelfde mening toegedaan.

Recht is krom tot het weer recht is en dan is het weer Rechtspraak.

Economische belangen gaan in dit land altijd voor. Dat is de enige rechte lijn in het beleid.

De NZa laat ondertussen de brieven van de KNMP beantwoorden door de drs H van Wieren, unitmanager Geestelijke Gezondheidszorg.

(kenmerk 11D00003345)

Sterk staaltje ambtelijke humor gericht aan KNMP/Jean Hermans of een serieuze hint vanuit de NZa/VWS om de KNMP leden en niet leden te attenderen op ernstige tekortkomingen bij de KNMP die de belangen van de farmaceutische zorg in het algemeen kunnen beschadigen en die van de apotheekhoudenden in het bijzonder.

De keuze om de unitmanager Geestelijke Gezondheidszorg de brieven aan de KNMP te beantwoorden is natuurlijk "arbitrair".

Wie deze keuze heeft gemaakt is een WOB waardig.

Anoniem
12-03-2011 10:54
zegt:

Het is bijna een jaar geleden dat op het Voorjaarscongres van de KNMP professor Peter de Smet opriep om de grootste Harm-misdadigers, de NSAID’s en acetosal nu maar vrij te laten. Het rapport Harm-wrestling, waarvan hij medeauteur is, pleit voor verplichte opsluiting in de persoonlijke archieven van de apotheekhoudenden. Dat 92% van de aanwezige apothekers anders oordeelde, was voor de KNMP en de professor niet relevant. Alleen apotheker J.C.Kortekaas ging in beroep bij het CBG en de rechtbank te Den Haag en werd niet ontvankelijk verklaard. Hoger beroep dient op 3 mei om 10.00 uur bij de Raad van State. “Waar is de koepel?”, was de vraag in oktober 2010 bij de rechtbank.

De koepel KNMP heeft er voor gekozen dat apotheekhoudenden gratis de NSAID’s en acetosal bewaken, die elders zijn gekocht. Wij de zorg, zij de handel. De rechtbank te Den Haag oordeelde dat apotheekhoudenden verplicht zijn al hun patiënten te waarschuwen voor de vrijgelaten Harm-misdadigers, de NSAID’s en acetosal. De verplichtende richtlijn Medicatieoverdracht oordeelt anders.

De minister van VWS gaf het CBG een aanwijzing inzake deze Harm-misdadigers ex artikel 59 Geneesmiddelenwet. Het CBG en de KNMP gaan hun eigen gang. De KNMP zal volgend jaar geen leden meer hebben, doch voortgaan als Farmaschap.

“Ter bevordering van de Farmacie”.

Anoniem
22-03-2011 12:08
zegt:

De rechtbank te Den Haag heeft een geheel eigen zienswijze.
Het PW publiceerde een artikel zonder het slachtoffer,deze recensent , te horen. Die tekst dan maar....

Wat vond de rechtbank?

"De apotheker liet het er niet bij zitten en ging in beroep bij de rechtbank te ’s-Gravenhage. Ook de rechtbank vond dat de apotheker niet een persoonlijk belang had bij het besluit van het CBG. Verder oordeelde zij dat het niet zo kan zijn dat een apotheker zou moeten registreren welke geneesmiddelen zijn patiënten bij andere verkooppunten aanschaffen, zoals bij de drogist of de supermarkt."

Het kan niet zo zijn volgens de rechter.
Maar de NPCF vindt van wel.
Rapport 22 3 2011

"Sommige middelen die mensen bij de drogist kopen, bijvoorbeeld bepaalde pijnstillers, kunnen van invloed zijn op de werking van medicijnen”, aldus de patiëntenfederatie."


3 mei Raad van State.

Rechtbank Den Haag versus NPCF/KNMP/PW

Back to top