Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Verschuiving van aerosol naar poederinhalator

Aan ruim 1,5 miljoen mensen een inhalator verstrekt in 2024

PW26 - 27-06-2025 | door SFK
Openbare apotheken verstrekten in 2024 aan ruim 1,5 miljoen mensen een inhalator. Voor het eerst werd aan 10- tot en met 70-jarigen bij een eerste uitgifte vaker een poederinhalator dan een aerosol verstrekt. Aldus het SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.

Patiënten met astma en COPD gebruiken inhalatiemedicatie. Voor een succesvolle behandeling is, naast de werkzame stof, ook het type inhalator van belang. De twee meest voorkomende typen zijn de (dosis)aerosol en de (droog)poederinhalator. De keuze voor het type hangt onder meer af van de beschikbaarheid van het middel per inhalatortype, de mate waarin de patiënt de correcte, per inhalatortype verschillende inhalatietechniek kan toepassen en de voorkeur van de patiënt.

Poederinhalatoren zijn minder geschikt voor mensen die niet krachtig kunnen inhaleren. Kinderen kunnen in de praktijk meestal vanaf ongeveer 10 jaar succesvol inhaleren met een poederinhalator. Ook ouderen kunnen vaak minder krachtig inhaleren. De SFK heeft voor ouderen de leeftijdsgrens van ouder dan 70 jaar aangehouden.

Als zowel een poederinhalator als een dosisaerosol even passend zijn voor de patiënt, kan een persoonlijke voorkeur meewegen in de keuze. Een patiënt kan een poederinhalator prefereren vanwege milieubelasting. De milieubelasting van één inhalatie van een poederinhalator is 25 keer lager dan van een aerosol waarin drijfgassen aanwezig zijn.

 

Verschuiving

In 2024 verstrekten openbare apotheken aan ruim 1,5 miljoen mensen een inhalator, een lichte stijging (0,7%) ten opzichte van 2023. Van deze mensen ontvingen 865.000 (56%) voor hen nieuwe medicatie, zogeheten eerste uitgiftes.

Binnen de groep van 10- tot 70-jarigen is het aantal gebruikers van een poederinhalator toegenomen van 580.000 naar 630.000 (+8,7%) en van een aerosol afgenomen van 587.000 naar 571.000 (-2,7%). Bij de eerste uitgiftes is het verschil in deze leeftijdsgroep nog groter: het aantal eerste uitgiftes voor een inhalatiepoeder nam toe van 347.000 naar 405.000 (+17%) en voor een aerosol nam het aantal af van 395.000 naar 370.000 (-6,2%). In 2024 werd bij een eerste uitgifte voor het eerst vaker een inhalatiepoeder dan een aerosol verstrekt. 

Stichting Farmaceutische Kengetallen: info@sfk.nl

Document acties

Back to top