Beperkt effect aanpassing van prijzenwet in april

In de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) staat dat fabrikanten hun geneesmiddelen niet hoger mogen beprijzen dan een vastgestelde maximumprijs. De minister van VWS stelt tweemaal per jaar, in oktober en april, de limiet vast op basis van het gemiddelde van de prijzen van vergelijkbare geneesmiddelen in België, Frankrijk, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.

De herijking van oktober 2024 leverde een geschatte jaarlijkse besparing van € 82 miljoen op. In april 2025 daalden de prijzen met 0,1%. De geschatte jaarlijkse bijbehorende besparing bedraagt ongeveer € 3 miljoen. Dit is een combinatie van prijsdalingen en -stijgingen van geneesmiddelen van verschillende fabrikanten.

De geschatte jaarlijkse besparing die de herijking van de limieten veroorzaakt, is het grootst bij rivaroxaban (- € 6,2 mln) en dabigatran (- € 2,6 mln). Het grootste effect van stijgende lijstprijzen was te zien bij dexamfetamine (+ € 2,8 mln). Gestegen lijstprijzen bij diverse fabrikanten van veelgebruikte geneesmiddelen metoprolol en atorvastatine droegen eind 2024 bij aan de stijging van de SFK-prijsindex van generieke geneesmiddelen.

Ontwikkelingen

In verband met de beschikbaarheid van geneesmiddelen met een beperkte jaaromzet biedt de minister van VWS ruimte om de limieten te verhogen. Gemiddeld bleven de prijzen van middelen met een jaaromzet lager dan € 1 miljoen nagenoeg gelijk. De (beperkte) prijsdalingen in april komen op het conto van geneesmiddelen met een omzet van meer dan € 1 miljoen.

De ontwikkeling van de lijstprijzen van geneesmiddelen werkt niet direct door in de uitgaven aan geneesmiddelen zoals verzekeraars die ervaren. Door onderhandse prijsafspraken tussen fabrikanten en verzekeraars betalen verzekeraars minder dan de lijstprijs. Daarnaast vergoeden verzekeraars soms alleen de prijs van het laagstgeprijsde middel in een productgroep, ongeacht de prijs van het daadwerkelijk verstrekte middel.

Stichting Farmaceutische Kengetallen: info@sfk.nl