Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Geneesmiddelengebruik verschilt per regio

PW Magazine 10, jaar 2012 - 09-03-2012 | door SFK
Inwoners van Noord-Nederland gebruiken naar verhouding meer ACE-remmers en maagmiddelen, terwijl in het zuiden juist meer cholesterolverlagers en antithrombotica worden gebruikt. Orale diabetesmedicatie lijkt vooral in een aantal grote steden meer dan gemiddeld te worden gebruikt.

sfk logo

In Nederland bestaan sterke regionale verschillen ten aanzien van het geneesmiddelgebruik. Als gekeken wordt naar het totale palet van receptplichtige pakketgeneesmiddelen, blijven deze verschillen, uitgedrukt in het aantal standaarddagdoseringen per gebruiker, globaal beperkt tot een afwijking van zo’n 5% van het landelijk gemiddelde.

Inwoners van de regio’s Flevoland en ’t Gooi gebruiken gemiddeld respectievelijk 11% en 6% minder geneesmiddelen, terwijl het gebruik in de Limburgse regio’s juist 7% hoger ligt dan het landelijk gemiddelde.

De verschillen lopen op indien het gebruik wordt onderscheiden naar verschillende geneesmiddelengroepen. De SFK heeft daartoe de geneesmiddelen uit de vijf meest gebruikte geneesmiddelengroepen op ATC3-niveau onder de loep genomen. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD) zijn maagzuurremmers (A02B), cholesterolverlagers (C10A), antithrombotica (B01A), ACE-remmers (C09A) en orale diabetesmiddelen (A10B) in 2011 het meest verstrekt. Het aandeel van deze vijf groepen maakte vorig jaar qua DDD’s 34% uit van alle receptplichtige pakketgeneesmiddelen. Het gebruik van deze geneesmiddelengroepen loopt regionaal sterker uiteen. Afhankelijk van de geneesmiddelengroep en regio kunnen hierbij de verschillen met het landelijk gemiddelde meer dan 20% bedragen, zowel naar beneden als naar boven. De SFK hanteert bij de regiobepaling de indeling van de 31 AWBZ-regio’s. Deze regio’s zijn naar eigen inzicht geclusterd in Noord, Midden en Zuid.

Noord

In Noord-Nederland valt op dat niet alleen het gebruik in Flevoland en ’t Gooi voor alle geneesmiddelen lager ligt dan het landelijk gemiddelde, maar dat dit ook geldt voor de vijf genoemde geneesmiddelengroepen. Voor Flevoland is dit naar verwachting grotendeels te verklaren door de lagere gemiddelde leeftijd van de bevolking in vergelijking met de rest van Nederland. In dit onderzoek is wel rekening gehouden met verschillen in bevolkingsomvang maar niet met verschillen in leeftijds- en geslachtopbouw.

In het noorden van het land valt verder op dat er naar verhouding een relatief hoog gebruik van ACE-remmers is. In de regio’s Groningen (+27%), Drenthe (+18%), Friesland (+15%) en Zwolle (+13%) ligt het gebruik ruim boven het Nederlands gemiddelde. In de noordelijke regio’s worden maagmiddelen in Groningen (+19%) en in Friesland (+7%) hoger dan gemiddeld gebruikt. In Amsterdam (-9%) en ’t Gooi (-8%) ligt het maagmiddelengebruik juist lager. In Groningen is bovendien het gebruik van orale diabetesmiddelen (+13%) bovengemiddeld. Ook in Amsterdam wordt naar verhouding meer orale antidiabetesmedicatie gebruikt (+16%), terwijl het gebruik van de overige vier geneesmiddelengroepen juist beneden gemiddeld is.

Midden

Het hogere gebruik van diabetesmiddelen lijkt zich vooral te concentreren in grote steden. Net als in het hier bovengenoemde Amsterdam, ligt het gebruik in Midden-Nederland vooral hoger in de verstedelijkte regio’s Rotterdam (+28%) en Haaglanden (+13%). Maagmiddelen kennen naar verhouding een hoger gebruik op de Zuid-Hollandse Eilanden (+13%) en Rotterdam (+9%), terwijl dit in Utrecht (-10%) lager ligt. Het gebruik van cholesterolverlagers en antithrombotica ligt in alle onderscheiden Midden-regio’s nabij of onder het landelijk gemiddelde. Bij ACE-remmers kennen de regio’s Stedendriehoek (+15%) en Utrecht (+11%) een bovengemiddeld gebruik, terwijl het gebruik in de regio’s Midden-Holland (-14%), Nieuwe-Waterweg Noord (-13%) en Haaglanden (-12%) lager dan het landelijk gemiddelde is.

Zuid

In geheel Limburg en Brabant ligt het gebruik van cholesterolverlagers aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde.Dit loopt uiteen van 10% in West-Brabant tot 24% in Zuid-Limburg. Ook het gebruik van antithrombotica ligt in deze twee zuidelijke provincies hoger dan in de rest van Nederland. Het gebruik van maagmiddelen ligt daarentegen met name in Noord-Limburg (-8%), Zuid-Limburg (-7%) en Zuidoost-Brabant (-7%) onder het landelijk gemiddelde. Ook het gebruik van ACE-remmers ligt in de meeste zuidelijke regio’s onder het gemiddelde. Het gebruik van orale antidiabetica schommelt in de meeste regio’s vrij dicht rond het gemiddelde. Zeeland vormt hierop een uitzondering. Het gebruik van orale antidiabetica ligt daar 24% onder het Nederlands gemiddelde.

2012pw10p09

Document acties

Back to top