Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Gebruik opioïden neemt sterk toe

PW Magazine 45, jaar 2013 - 04-11-2013 | door SFK
Naar verwachting verstrekken Nederlandse apotheken dit jaar aan 200.000 mensen de opioïde pijnstiller oxycodon. Dat zijn er tweemaal zo veel als in 2008. Ook van fentanyl en buprenorfine blijft het gebruik sterk toenemen, terwijl dat van morfine al enige jaren een beperkte variatie vertoont.

sfk logo

De groep opioïde pijnstillers bestaat uit morfine en stoffen die van morfine zijn afgeleid. Uit deze groep verstrekken Nederlandse apotheken jaarlijks van morfine, oxycodon, fentanyl en buprenorfine meer dan één miljoen standaarddagdoseringen (DDD). Genoemde opioïde pijnstillers vallen in volle omvang onder de Opiumwet. Ook van methadon, dat eveneens van morfine is afgeleid en onder dit regime valt, verstrekken apotheken jaarlijks meer dan een miljoen DDD’s. Methadon heeft echter niet alleen de pijnstillende eigenschappen die bij de middelen in deze groep horen, maar staat ook bekend als ontwenningsmiddel bij verslaving aan stoffen zoals heroïne. Het is de SFK niet bekend voor welke van beide toepassingen apotheken methadon het meest verstrekken. Om die reden wordt methadon in onderstaande beschouwing niet meegenomen.

Opioïde pijnstillers

Dit jaar vinden naar verwachting ruim 5,7 miljoen DDD’s van oxycodon via de openbare apotheken hun weg naar ongeveer 200.000 gebruikers. Deze prognose baseert de SFK op de verstrekkingencijfers van apotheken over de eerste drie kwartalen van 2013. Oxycodon is daarmee de opioïde pijnstiller met het grootste aantal gebruikers. Zowel het aantal gebruikers van dit middel als de in totaal van oxycodon verstrekte hoeveelheid zal dit jaar twee maal zo groot zijn als vijf jaar geleden.

Met zo’n 100.000 gebruikers volgt fentanyl op enige afstand. Als het gebruik wordt gemeten in het aantal verstrekte DDD’s is in deze groep fentanyl de koploper. Niet alleen in 2013, maar ook in vele jaren hiervoor. Dit jaar zullen er naar verwachting 8,8 miljoen DDD’s van dit middel worden verstrekt. Voor morfine registreert de SFK dit jaar naar verwachting ruim 2 miljoen DDD’s voor 80.000 gebruikers. Van buprenorfine, dat qua gebruik naar verhouding aan een sterke opmars bezig is, zullen apotheken dit jaar meer dan 1,4 miljoen DDD’s verstrekken, aan bijna 50.000 patiënten.

Toedieningsvormen

Fentanyl wordt vooral verstrekt in de vorm van transdermale pleisters waarmee het middel door de huid de bloedcirculatie bereikt, terwijl oxycodon vooral in orale toedieningsvormen wordt gebruikt. Ook morfine wordt in orale toedieningsvormen toegepast en daarnaast in de vorm van infusiepompen. Hiermee krijgt de patiënt met een constante snelheid morfine toegediend. Buprenorfine wordt net als fentanyl vooral als pleister verstrekt.

Van fentanyl zijn er de laatste jaren een aantal nieuwe toedieningsvormen beschikbaar gekomen. In 2007 deed van deze stof de zuigtablet zijn intrede. De tablet wordt met behulp van een applicator tegen de binnenkant van de wang gehouden, waardoor het middel via het wangslimvlies wordt opgenomen. Terwijl de werkzame stof fentanyl is, wordt deze combinatie van zuigtablet met applicator in de volksmond ook wel morfinelolly genoemd. Overigens geldt dat ook voor de vaak gehanteerde term morfinepleister. Van morfine zijn geen pleisters beschikbaar.

Recent beschikbaar

In 2011 is aan het assortiment van fentanyl een buccale tablet toegevoegd. Buccaal wil zeggen dat de tablet tussen de achterste kiezen en de wang wordt geklemd, zodat opname, net als bij de zuigtablet, via het wanglijmvlies plaatsvindt. Daarnaast kwamen dat jaar een sublinguale – onder de tong – tablet beschikbaar en een neusspray, waarbij de werkzame stof via het neusslijmvlies beschikbaar komt. De marktaandelen van deze nieuwe vormen zijn nog beperkt. In de eerste negen maanden van dit jaar werd fentanyl nog voor 91% in de vorm van pleisters verstrekt. Van de nieuwere vormen wordt de neusspray met ruim 5% het vaakst verstrekt, gevolgd door de zuigtablet (1,7%), de sublinguale tablet (1,5%) en de buccale tablet (0,3%).

2013pw45p09

Document acties

Back to top