Betere score op indicatoren
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft begin 2011 openbare apotheken voor het derde jaar gevraagd om de farmaceutische zorg over het daaraan voorafgaande jaar inzichtelijk te maken met behulp van de basisset kwaliteitsindicatoren. De set bestond dit jaar uit 45 indicatoren. IGZ wil op basis van de resultaten potentiële risico’s in kaart brengen en zo nodig extra toezicht houden. De KNMP ziet de jaarlijkse meting als een instrument voor de bevordering van continue verbetering. SFK en KNMP ondersteunen apothekers door voor 23 van de 45 indicatoren, die over medicatieveiligheid en farmacotherapie gaan, resultaten te presenteren in de webrapportage KISS.
Verbeter-indicatoren
De SFK berekent eenmaal per jaar de resultaten voor de indicatoren uit de basisset kwaliteitsindicatoren. Omdat een jaarlijkse meting te weinig frequent is voor continue verbetering, hebben KNMP en SFK de webrapportage KISS-matrix ontwikkeld, waarin indicatoren maandelijks worden berekend. De webrapportage biedt apothekers de mogelijkheid om patiënten op te sporen die mogelijk niet optimaal behandeld zijn. Verbetering van de farmacotherapie voor deze patiënten, zo nodig in overleg met de arts, kan snel zichtbaar worden via betere resultaten in de maandelijkse KISS-matrix. Bovendien komen de verbeteringen uiteindelijk tot uitdrukking in de scores bij de eerstvolgende meting van de basisset. In de KISS-webrapportages kunnen apothekers hun scores vergelijken met de gemiddelde score van alle deelnemende apotheken in Nederland. De KISS-matrix is beschikbaar voor alle aan de SFK deelnemende apotheken (abonnement).
Zorgverzekeraars
Een aantal zorgverzekeraars gebruikten in 2010 kwaliteitsindicatoren om betere farmaceutische zorg door apotheken extra te belonen. Niet alle indicatoren uit de Kwaliteitsindicatoren Basisset bleken geschikt om apotheken onderling te vergelijken.
Daarom heeft zorgverzekeraar Achmea toen een model gebruikt met ‘mandjes’ met daarin meerdere indicatoren binnen een aandachtsgebied. De KNMP heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van dit model. Hierbij was de gemiddelde score van een heel mandje bepalend en niet de score van een enkele indicator. De SFK berekende de scores binnen de mandjes en de totaalscore. De zorgverzekeraar stelde de norm vast voor de bepaling of apotheken in aanmerking komen voor een additionele vergoeding. Hierbij waren KNMP en SFK expliciet niet betrokken.
Suboptimaal gebruik
Om apotheken te vergelijken zijn de maandelijkse resultaten uit de KISS-matrix niet geschikt. Deze maandelijkse indicatorscores zijn namelijk specifiek ontwikkeld voor kwaliteitsverbetering in de apotheek. De maandelijkse aantallen zijn vaak klein, wat indicatoren gevoelig maakt voor toevallige schommelingen. Bovendien worden in de KISS-matrix aangepaste, ‘sensitieve’ selectiecriteria gehanteerd, om geen patiënten te missen die geneesmiddelen mogelijk suboptimaal gebruiken. Resultaten van de basisset kwaliteitsindicatoren bieden een reëlere mogelijkheid om apotheken te vergelijken, Niet alleen omdat de meetperiode een heel jaar beslaat, maar ook omdat bij de jaarlijkse meting alleen die patiënten worden geselecteerd die daadwerkelijk suboptimaal worden behandeld. Zo wordt voorkomen dat patiënten ten onrechte voor mindere kwaliteit meetellen.
Aangetoonde verbetering
Het beleid om indicatoren in te zetten ter bevordering van de continue kwaliteitsverbetering werpt zijn vruchten af. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de scores op indicatoren die betrekking hebben op het toepassen van maagprotectie bij het gebruik van maagwand beschadigende geneesmiddelen (zie figuur). Na 2007 is een stijging zichtbaar. In dat jaar kondigde IGZ de indicatormetingen aan en kreeg het eindrapport van het HARM onderzoek, gepubliceerd in 2006, meer aandacht.