Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Parallelgeïmporteerde producten: verschil in hulpstoffen mogelijk

PW Magazine 25, jaar 2013 - 21-06-2013 | door Froukje Harkes-Idzinga
Het Geneesmiddel Informatie Centrum (GIC) adviseert om bij het ter hand stellen van parallelgeïmporteerde producten erop bedacht te zijn dat de hulpstoffen, bewaarcondities en houdbaarheidstermijn kunnen verschillen van het Nederlandse specialité.

Er kunnen bijvoorbeeld hulpstoffen in zitten die voor sommige patiënten schadelijk zijn, zoals wolvet in crèmes en zalven[1].

ZI-nummer

Dit soort verschillen is niet zichtbaar in de G-Standaard. Voor parallelgeïmporteerde producten wordt namelijk geen eigen handelsproductcode (HPK) opgenomen. Deze producten krijgen wel een eigen ZI-nummer. Daarmee worden ze gekoppeld aan de HPK van het Nederlandse specialité. Het GIC vermeldt bij de HPK van het Nederlandse specialité de samenstelling hiervan, zoals vermeld in de productinformatie van de fabrikant. Het is daarom niet mogelijk elektronische medicatiebewaking uit te voeren voor hulpstoffen als methylparahydroxybenzoaat als deze voorkomen in het parallelgeïmporteerde product, maar niet in het Nederlandse specialité.

Verschillen in hulpstoffen zijn wel na te gaan in de bijsluiter en/of de informatie op de verpakking. Op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) staat voor parallelgeïmporteerde producten de productinformatie (SPC) van het Nederlandse specialité. Hierbij zijn voor verschillende parallelgeïmporteerde producten de originele bijsluiters opgenomen [2].

 

Literatuur

1. Handleiding Geneesmiddelsubstitutie. KNMP Geneesmiddel Informatie Centrum, februari 2012.

2. http://www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-geneesmiddelen/registratiezaken/wet-regelgeving/parallelimport, geraadpleegd 29 mei 2013.

Document acties

Back to top