Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2025 PW36

PW36 - 03-09-2025 | door Delia Titre, redacteur Pharmaceutisch Weekblad en apotheker

Welke bewering over de behandeling van urineweginfecties is juist?

  1. Als antibiotische profylaxe bij recidiverende urineweginfecties heeft dagelijkse toediening de voorkeur boven postcoïtumprofylaxe, omdat dat effectiever is.
  2. Als antibiotische profylaxe bij recidiverende urineweginfecties heeft een behandeling met 50 mg nitrofurantoïne de voorkeur boven 100 mg.
  3. Nitrofurantoïne moet als postcoïtumprofylaxe niet later dan dertig minuten na iedere coïtus worden ingenomen.

Toelichting

Het juiste antwoord is: als antibiotische profylaxe bij recidiverende urineweginfecties heeft een behandeling met 50 mg nitrofurantoïne de voorkeur boven 100 mg.

Volgens de herziene NHG-Standaard Urineweginfecties is de aanbevolen dosering van nitrofurantoïne als profylaxe bij recidiverende urineweginfecties 50 mg (per dag of postcoïtaal). Dit advies is gebaseerd op een retrospectief cohortonderzoek uit 2022, uitgevoerd met data uit 84 Nederlandse huisartsenpraktijken. Dagelijkse profylaxe met 100 mg leek daarbij even effectief als 50 mg, maar was wel geassocieerd met meer bijwerkingen (hoesten, dyspneu en misselijkheid).

Bij antibiotische profylaxe is postcoïtumprofylaxe eerste keus en continue antibiotische profylaxe tweede keus, omdat bij postcoïtumprofylaxe het risico op resistentieontwikkeling en bijwerkingen lager is en de effectiviteit gelijk is. Patiënten moeten nitrofurantoïne 50 mg of trimethoprim 100 mg als postcoïtumprofylaxe binnen twee uur na iedere coïtus innemen, maximaal een keer per dag. 

Bron: NHG-Standaard Urineweginfecties 2025

Document acties

Back to top