Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Lifeboat ethics

PW Magazine 44, jaar 2014 - 28-10-2014 | door Wilma Göttgens
column

De term lifeboat ethics danken we aan het verhaal van de William Brown, een schip dat in 1841 zonk, nadat het een ijsberg had geraakt. De helft van de passagiers – Europese emigranten op weg naar Amerika – verdronk. Het transport moest snel en goedkoop en de scheepseigenaren hadden niet gezorgd voor voldoende reddingsboten. Zestien overlevenden verdronken alsnog toen ze de volgende nacht overboord werden gegooid om de overvolle boot te ontlasten.

Daar moet ik aan denken als ik lees en zie hoe patiënten zorg mijden uit financiële overwegingen en uit de te krappe reddingsboot vallen, nu het schip van het voormalige zorgsysteem aan het zinken is. Zoals de patiënt met psychoses zonder thuis of toezicht, die zijn antipsychotica niet ophaalt. Een loslopend risico voor zichzelf en anderen.

De afgelopen dertig jaar bood het zorgschip geen rotsvaste bodem, maar toch voldoende stevigheid om de farmaceutische patiëntenzorg op een hoog peil te brengen. Dat dit schip onder de nieuwe vlag ‘marktwerking’ op zijn ondergang afkoerste, zagen veel apothekers wel in. Maar de kapitein had de opdracht zo snel en goedkoop mogelijk de overtocht te maken. Risico’s werden gebagatelliseerd.

De vraag welke patiënten alsnog overboord moeten, zodat anderen het vege lijf kunnen redden, is een gruwelijke en ook niet de juiste. Het gaat niet over ethiek ín de reddingsboot, maar ethiek ván de reddingsboot: waarom staan we toe dat schepen varen met onvoldoende reddingsboten en keren we bonussen uit aan kapiteins om levensgevaarlijke risico’s te nemen?

Document acties

Back to top