Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Stormloop op studie farmacie

Belangstelling voor opleidingen groter dan ooit

PW Magazine 26/27, jaar 2013 - 27-06-2013 | door Frits Baltesen
Alsof er geen crisis is bij de apothekers: de populariteit voor een studie farmacie in Utrecht en Groningen is dit jaar groter dan ooit. De toeloop in Utrecht is zo enorm dat de leiding een numerus fixus heeft ingesteld. Aankomende studenten zijn niet bang voor werkloosheid: “De apotheker zal altijd blijven bestaan.”

2013pw26p08Vwo-student Rosa Kortekaas uit Arnhem wilde eigenlijk liever naar het conservatorium om viool te studeren, maar besloot op het laatste moment toch de studie farmacie te doen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). “Mijn broer heeft conservatorium gedaan en heeft ingezien dat dat geen goede keuze was”, vertelt Kortekaas op de meeloopdag van de RUG in juni: “Die arbeidsmarkt is zo verdrietig.”

Ze wil later apotheker worden, maar liever geen openbaar apotheker. “Die is vooral een manager. Ik vind ziekenhuisapotheker leuker. Dat is wat ingewikkelder en je krijgt ook de meer bijzondere gevallen: dat trekt me wel.” Ze maalt niet om de verslechterde situatie bij de apothekers: “Het is nu overal minder, dus ook daar.”

Recordaantal

Kortekaas is een van de 485 studenten die na de zomer begint met een studie farmacie aan de RUG of de Universiteit Utrecht (UU): een recordaantal. Alsof er geen crisis is bij apotheken, alsof de inkomsten niet gevoelig dalen en de werkdruk in de apotheken niet hoger is dan ooit: de animo van middelbare scholieren voor een academische studie farmacie is groot. Na de zomer beginnen bij de UU driehonderd studenten aan hun studie, van wie dertig de Engelstalige opleiding Pharmaceutical Sciences doen. Bij de RUG starten 185 eerstejaars farmacie: een stijging van 60% ten opzichte van vorig jaar.

De toeloop voor de studie farmacie in Utrecht was de afgelopen twee jaar zo groot, nadat de UU in 2011 de numerus fixus heeft losgelaten. Om het aantal eerstejaars af te remmen, werd dit jaar de numerus fixus opnieuw ingevoerd. “Vorig jaar werd het allemaal te veel”, zegt onderwijsdirecteur Andries Koster van het departement farmaceutische wetenschappen van de UU. “Onze capaciteit ging kraken.”

Koster kon niet meteen voor alle vakken geschikte docenten vinden en moest dus eigenlijk te veel promovendi inschakelen voor practica en werkgroepen. “Het zette onze organisatie behoorlijk onder druk. Door het grote aantal eerstejaars konden we de studenten ook niet optimaal begeleiden bij hun studie”, zegt Koster.

Maandenlang gingen er bij deze faculteit geruchten dat de grote aantallen eerstejaars de onderwijsleiding eind vorig jaar noodzaakten extra zware tentamens te houden. Gevolg: een groot deel van de studenten kreeg voor de kerstvakantie te horen dat ze aanvullende toetsen moesten doen. Om aan deze geruchten een einde te maken, besloot de faculteit in juni een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken. Respectievelijk 25% en 39% van de studenten slaagden voor beide hertentamens. Koster verwacht dat er 20 à 25% van de eerstejaars gaat afvallen: “Dat is een normaal percentage.”

Bierblikjes

Kortekaas is een van de honderden studenten in Groningen die de afgelopen maanden een open dag, voorlichtingsdag of meeloopdag bezochten. De laatste meeloopdag was 12 juni: vwo-scholieren kregen van een studiebegeleider en een vierdejaars student informatie, ze mochten een practicum meemaken en een hoorcollege bijwonen. Voordat het hoorcollege begon, vertelde een lid van de feestcommissie van studentenvereniging PS wat er van de farmaciestudenten in de collegezaal wordt verwacht op het eindejaarsfeest Anything But Clothes. Met enkele dia’s werden ideeën geopperd: zo droeg iemand een pizzadoos en een ander had een rokje gemaakt van bierblikjes.

Gezelligheid is een belangrijke reden om voor Groningen te kiezen, zegt farmaciestudent Hinko, die in de practicumzaal achter een destillatieapparaat zit, tegen de belangstellende bezoekers: “Je moet gewoon naar Groningen. Dat is de beste studentenstad: lekker klein, overzichtelijk en er wonen veel studenten. Eén op de vier inwoners is student. Groningers zijn tolerant, dus je kunt jezelf misdragen.”

2013pw26p10Kortekaas (midden op de foto) koos Groningen inderdaad om de gezelligheid, maar ook het onderwijssysteem vindt ze fijner dan dat van Utrecht: “Hier heb je elke drie weken een tentamen, in Utrecht veel minder vaak. Groningen geeft klassikaal les en Utrecht – ze trekt een vies gezicht – heeft van die probleemgestuurde projecten.”

Onderwijscoördinator farmacie Lidia Westers van de RUG merkt bij aspirant-studenten ‘helemaal geen enkele’ vrees voor de minder florissante situatie bij apotheken. “Het is niet zo dat jongeren maar farmacie gaan studeren, omdat ze zijn uitgeloot voor geneeskunde.” Ze heeft juist het idee dat jongeren serieuzer dan ooit nadenken over hun studiekeuze. “En anders doen hun ouders dat wel”, ziet Westers tijdens de voorlichtingsdagen. “Er komen veel meer ouders mee dan de afgelopen jaren om te zien of hun kinderen een afgewogen keuze maken. Ze willen graag weten waar ze hun geld aan spenderen.”

De faculteit van de RUG schrijft ook niet zomaar iedereen in. Geïnteresseerde studenten worden uitgebreid voorgelicht door de universiteit, studiebegeleiders en mentoren over de pittige studielast, zegt Westers: “We proberen de jongeren duidelijk te maken dat onze studie niet alleen feestvieren is, maar hard werken. Soms ook ’s avonds.”

Baan

Beide universiteiten merken dus niets van terughoudendheid bij vwo-scholieren om later apotheker te worden. Dat komt volgens hen vooral omdat ze zien dat de afgestudeerden van nu snel een baan vinden. Zowel Westers als Koster schat dat zeker 90% van hun afgestudeerden van hun master-opleidingen zelfs al een baan heeft als zij hun bul ontvangen.

“Ik zie erg weinig studenten van ons die drie maanden na het afronden van hun studie nog geen werk hebben”, vertelt Koster. Ten eerste is farmacie breder dan alleen de openbare farmacie en de ziekenhuisfarmacie. Ongeveer 30% van de afgestudeerde farmaciestudenten vindt werk als projectapotheker, of ze specialiseren zich als apotheker in een bepaalde ziekte of zwangerschap. Sommigen gaan natuurlijk het promotietraject in.

De studie trekt opvallend veel allochtonen. “Voor ouders en familie van allochtonen heeft het beroep apotheker een hoge status”, merkt Koster. “De druk van die ouders en familie om deze studie te volgen en af te maken is vrij hoog.” Hij schat het percentage allochtonen dat farmacie studeert op ongeveer een derde, relatief veel voor een universitaire studie. Maar er is volgens Koster ook een andere belangrijke reden voor de aanhoudende animo voor de studie: “De apotheker zal altijd blijven bestaan en zal altijd noodzakelijk blijven.”

Een plastic jas aan, sieraden af, oorbellen uit, handen wassen, haarnetje op, mondkapje om: de aankomende RUG-studenten gaan op de meeloopdag de steriele ruimte van het practicum in. Daar kijken ze mee hoe vierdejaars studenten mengsels in capsules gieten, hoe ze atropine-oogdruppels zonder conserveermiddel maken en een tube vullen met acidum salicylicum voor patiënt ‘mevrouw X’, terwijl op de achtergrond hard de muziek van Sky Radio klinkt. Op enkele plekken in de practicumruimte staan jerrycans met vloeibare groene zeep: hygiëne is essentieel. De ruimte ruikt naar chemische stoffen. De vierdejaars oefenen hier voor hun tentamen: ze moeten in vier uur drie recepten bereiden, verpakken en labellen.

Arbeidsmarkt

Studieadviseur Paul van Hutten van de RUG maakt zich niet al te druk over de kansen van farmaciestudenten op de arbeidsmarkt. “Farmacie is geen modestudie, het is geen flut. Je kunt veel kanten op met die studie, je kunt op veel soorten plaatsen terecht. Zoals bij de Inspectie, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, de industrie of een ministerie. Bovendien, je kunt toch niet voorspellen hoe de arbeidsmarkt is over zeven, acht jaar. Het apothekersvak zal in die tussentijd echt niet verdwijnen.”

 

Derde opleiding farmacie in de maak in Leiden

Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Universiteit Leiden (UL) onderzoeken de oprichting van een nieuwe studie farmacie. Over enkele maanden dient initiatiefnemer Henk-Jan Guchelaar, hoofd van de afdeling Klinische Farmacie & Toxicologie van het LUMC, daartoe een verzoek in bij de Raad van Bestuur van het LUMC. Hij heeft een conceptcurriculum voor de opleiding geschreven en binnenkort rondt een interne expert de financiële onderbouwing af.

“We zien dat bijvoorbeeld in Utrecht zeker honderd belangstellenden worden afgewezen, terwijl er waarschijnlijk veel apothekers nodig zijn in de toekomst”, zegt Guchelaar. Onder meer de KNMP geeft hem advies over de behoefte aan apothekers in de komende jaren. Guchelaar verwacht een groeiende vraag naar apothekers, omdat de overheid meer taken naar hen toeschuift.

Zijn idee is om met de nieuwe studie farmacie aan te haken bij de studie geneeskunde en de Leidse studie bio-farmaceutische wetenschappen. Na twee jaar bachelorstudie bio-farmaceutische wetenschappen/farmacie moeten studenten kiezen tussen farmacie en bio-farmaceutische wetenschappen. Ook het masterdeel is nieuw: in het hele tweede jaar van die studie werken de studenten als co-assistent in een apotheek: “Je werkt als apotheker in een apotheek, in plaats van in de collegebanken zitten”, vertelt Guchelaar. “Op die manier haken we aan bij de studie geneeskunde, waar co-assistenten ook op die manier worden opgeleid.”

Dit jaar beslissen LUMC en UL over het plan. Daarna sturen ze het verzoek naar het ministerie van Onderwijs, dat toestemming moet geven. “Iedereen die ik erover spreek, is enthousiast”, zegt Guchelaar. Als alles meezit, kan de nieuwe studie in 2015 van start gaan met vijftig à honderd studenten. KNMP-directeur beroepsontwikkeling Frans van de Vaart is positief: “De behoefte om in de farmacieopleiding meer te doen aan geneeskunde is groot. Bovendien zijn er absoluut meer apothekers nodig.”

Document acties

Back to top