Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Druk met CVRM

PW Magazine 05, jaar 2011 - 03-02-2011 | door nettekoven
De KNMP-richtlijn voor cardiovasculair risicomanagement mag dan pas later dit jaar verschijnen, in de praktijk zijn apothekers al druk bezig met de zorg rond patiënten met hart- en vaatziekten. Met computersearches worden bijvoorbeeld voorschrijfcijfers aan artsen teruggekoppeld en kunnen ontbrekende contra-indicaties boven water komen.

Voorschrijfcijfers terugkoppelen aan artsen, het clopidogrelgebruik van patiënten evalueren en medicatiereviews uitvoeren. Dit zijn enkele van de zorgtaken die mogelijk in de richtlijn van de KNMP en de Wetenschappelijke Sectie Openbaar Apothekers (WSO) terechtkomen. Deze richtlijn, die de farmaceutische zorg van de apotheker bij mensen met CVRM omschrijft, verschijnt later dit jaar.

Vorig jaar is al een samenvattingskaart voor CVRM verschenen. De richtlijn zal hiervan een verdergaande uitwerking zijn. Eerder verschenen al richtlijnen voor COPD en diabetes. Verantwoordelijke hiervoor is apotheker en KNMP-medewerker Berry Daemen. De richtlijn wordt ontwikkeld door het KNMP-bureau in samenwerking met SIR.

In de KNMP-richtlijnen wordt niet alleen een overzicht gegeven van farmaceutische zorg die apothekers kunnen leveren, ook wordt voor zover mogelijk de zorg met wetenschappelijke literatuur onderbouwd, zegt Daemen. “We willen natuurlijk zo veel mogelijk evidence-based te werk gaan. We zijn op dit moment nog bezig om de richtlijn Diabetes af te ronden. In maart kunnen we dan beginnen met CVRM. Aangezien diabetes ook een onderdeel is van CVRM, kan op deze manier een betere afbakening van beide richtlijnonderwerpen worden gemaakt.”

balieOndanks dat de richtlijn nog moet verschijnen, zijn apothekers in de praktijk al bezig met zorg rond cardiovasculaire aandoeningen. Een van hen is Laura Kamphuis, beherend apotheker en mede-eigenaar van Apotheek Oosteinde in Nunspeet. Ook maakt zij onderdeel uit van de Speciale Interesse Groep Hart- en vaatziekten (SIG HVZ), een netwerk van apothekers die in het bijzonder geïnteresseerd zijn in cardiovasculaire zorg.

Voorschrijfcijfers

“We hebben geluk dat we met de vier apotheken in Nunspeet een maatschap vormen. Hierdoor hoeven we geen energie te steken in onderlinge concurrentie, maar kunnen we ons volledig op de zorg richten. Zo hebben we het afgelopen jaar onder meer een FTO gewijd aan cardiovasculair risicomanagement. Met de artsen hebben we afgesproken dat we elk half jaar voorschrijfcijfers aan hen terugkoppelen. Hiervoor gebruiken we het programma ‘Benchmark voorschrijven’ van de SFK. Voorbeelden van prescriptie-prestatie-indicatoren die we gebruiken zijn: ‘behandeling van diabetespatiënten met statines’ en ‘behandeling van patiënten met hart- en vaatziekte met statines’.”

Kamphuis geeft aan dat ook de Nunspeetse apotheken een overeenkomst met Achmea hebben. “We hebben het intensief contract van Achmea getekend. Wij worden dus onder meer ook op die indicatoren beoordeeld. Het is wel lastig om op sommige indicatoren goed te scoren, want je hebt als apotheek niet overal invloed op. Sommige mensen bijvoorbeeld willen zelfs na allerlei voorlichting geen statine slikken, terwijl ze tot de risicogroep behoren. En sommige artsen schrijven niet altijd volgens de afspraken voor.”

Apotheker Jelmer Sytema van Kring-apotheek Karsten in Assen beaamt dat de score voor sommige indicatoren niks zegt over de kwaliteit van de apotheek. “Je bent soms inderdaad afhankelijk van regionale invloeden en van het voorschrijfgedrag van artsen. Maar met de KISS-rapportage van de SFK [een score-overzicht van de kwaliteitsindicatoren, red.] kan je wel een goed overzicht krijgen van waar je staat met de apotheek.” Sytema zit in de werkgroep CVRM van de Drentse Apothekers Coöperatie en zit in die hoedanigheid ook bij de SIG HVZ.

Sytema gelooft in de signaleringsfunctie van de apotheek. “Er zit heel veel informatie in je computersysteem. Je kunt bijvoorbeeld nitraatgebruikers uit je systeem filteren en bekijken of zij ook een antithromboticum gebruiken. Angina pectoris moet – mits goed verdragen – preventief behandeld worden met een bloedplaatjesremmer. Bij afwezigheid kan de noodzaak van het nitraat ter discussie worden gesteld. Door periodiek die informatie batchgewijs uit te draaien en relevante informatie terug te koppelen naar de arts, kan je de meerwaarde van de apotheek laten zien.”

“Je moet er wel voor oppassen dat je niet te veel informatie bij de arts neerlegt, want hij heeft het al druk zat. Alleen voorleggen is niet altijd voldoende, je moet na verloop van tijd wel checken of de lijst is beoordeeld. Hierin kan de praktijkondersteuner van de huisarts overigens een mooie rol spelen; die heeft meer tijd beschikbaar.”

Clopidogrel

Het gebruik van clopidogrel evalueren, een ander zorgaspect dat aan patiënten geboden kan worden, is iets dat weinig extra werk hoeft te kosten. “Clopidogrel wordt vaak door de specialist gestart en huisartsen herhalen dit middel vervolgens”, vertelt Laura Kamphuis. “Vaak houdt de huisarts niet bij hoe lang dit middel gebruikt moet worden. In het apotheeksysteem voeren we daarom bij de eerste uitgifte een machtiging voor een jaar in. Het systeem geeft dan, als dat jaar is verstreken, automatisch een signaal af dat de machtiging is verlopen. Dan overleggen we met de cardioloog of het middel nog geïndiceerd is en koppelen we dit terug aan de huisarts en de patiënt.”

Patiënten vinden het soms moeilijk om met een middel te stoppen als het goed met ze gaat, zegt Kamphuis met een glimlach. “Op zich niet vreemd natuurlijk. Ze kregen het middel bijvoorbeeld na een stentplaatsing. Een heel ingrijpende situatie. Als het dan weer goed met ze gaat, zijn ze huiverig om met de clopidogrel te stoppen. Maar als we vertellen dat we met hun cardioloog hebben overlegd, stelt ze dat meestal gerust.”

Bij medicatiebeoordelingen wordt natuurlijk niet alleen gekeken naar cardiovasculaire problematiek. Toch is dit een mooie tool die ingezet kan worden bij CVRM-patiënten want vaak gebruiken zij veel medicatie. Vragen die hierbij aan bod kunnen komen zijn bijvoorbeeld: ‘moet er een statine bij?’ of ‘gebruikt deze persoon antistolling?’.

Laura Kamphuis geeft aan dat de indicatie een vereiste is om medicatiebeoordelingen op een goede manier uit te voeren. “Het is belangrijk te weten of alle indicaties op de juiste wijze behandeld worden en of alle medicatie geïndiceerd is. Daarom vraag ik de huisarts bij een medicatiebeoordeling altijd de voorschrijfreden met de apotheek te delen.”

“Verder zijn effectiviteit, wijze van gebruik en veiligheid van belang. De labwaarden van een patiënt kunnen we rechtstreeks bij het laboratorium aanvragen, hoewel de huisartsen meer achtergrondinformatie over deze waarden hebben.”

Een vorm van medicatiebeoordeling wordt in Apotheek Oosteinde soms al tijdens de receptcontrole uitgevoerd. “Als ik een recept voor isosorbidenitraat of nitroglycerine-spray zie, dan kijk ik gelijk even in het systeem of de patiënt in kwestie een statine en antistolling gebruikt”, zegt Kamphuis.

“De receptcontrole biedt een goede mogelijkheid ook te checken of je de contra-indicaties goed in je systeem hebt vastgelegd”, zegt apotheker Sytema. “Maar het is efficiënter en praktischer om dit aan de hand van een uitdraai te doen. Je kunt bijvoorbeeld een ATC-search doen op de combinatie lisdiuretica en RAAS-remmers. Deze patiënten worden door ons besproken met de arts, zodat de contra-indicatie hartfalen beter bewaakt wordt door de huisarts en de apotheek.”

Intakegesprek

Kamphuis pleit ervoor een soort intakegesprek te voeren met elke hart- en vaatziektepatiënt. Veel zaken zijn namelijk onbekend in de apotheek, zoals of de patiënt rookt en wat zijn BMI is. “Voor een goede zorgverlening aan deze patiënten moet je een totaalbeeld hebben. Apothekers kunnen ook leefstijladviezen geven. Ik denk dat wij als apothekers een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de preventie van hart- en vaatziekten.”

 

Het Implementatie Platform is een gezamenlijk initiatief van Mediq, Mosadex, Service Apotheek, Kring-apotheek, Escura/Lloyds, Alliance, WSO (Wetenschappelijke Sectie Openbare apotheker), Vereniging Jonge Apothekers, Stichting Health Base, Napco, Nederlandse Vereniging Poliklinische Farmacie en KNMP. Het PW besteedt wekelijks aandacht aan de KNMP-richtlijnen.

 

 

Quickscan CVRM: vastleggen van zorg in het patiëntendossier kan beter

De Speciale Interesse Groep (SIG) Hart- en Vaatziekten (HVZ) bestaat uit een groep apothekers die in het bijzonder geïnteresseerd is in cardiovasculaire zorg in de apotheek. De SIG kan onder meer fungeren als vraagbaak voor apothekers die in de praktijk tegen vragen of problemen aanlopen bij de aanpak van hart- en vaatziekten. Daarnaast inventariseren de SIG-leden wat er in het veld gedaan wordt aan zorginitiatieven op het gebied van cardiovasculair risicomanagement (CVRM).

De SIG HVZ is in april 2010 begonnen met het benoemen van een aantal apothekerstaken die voor cardiovasculair risicomanagement van belang zijn. Deze zijn bij het samenstellen van de vragen voor de Quickscan meegenomen.

De Quickscan CVRM, die in oktober naar alle apothekers is verstuurd, bestaat uit een vragenlijst waarmee apothekers kunnen toetsen of zij bepaalde zorg bestemd voor CVRM-patiënten hebben geïmplementeerd in de apotheek. Hiermee krijgen zij een idee welke zorg zij hun patiënten nog kunnen aanbieden.

Vragen die in de Quickscan gesteld worden zijn: ‘Legt u de reden vast voor het ontbreken van cholesterolverlagende middelen?’ of ‘Legt u de reden vast voor het gebruik van middelen met vergelijkbare werking (zoals antistolling)?’

465 apothekers hebben deze Quickscan uitgevoerd. Hieruit bleek dat apothekers onder meer goed scoren op medicatiebewaking en eerste- en  tweede-uitgifte-informatie. Wat beter kan is het vastleggen van zorg in het patiëntendossier, zoals doseringsafwijkingen ten opzichte van de richtlijnen of de reden van het ontbreken van een cholesterolverlager. Ook kunnen apothekers bij vervolguitgiftes vaker informeren naar vragen bij de patiënt.

Voorzitter van de SIG HVZ is Tom Schalekamp, universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en verantwoordelijk voor de masterfase van de apothekersopleiding. Secretaris Tanja Menckeberg is zorgcoördinator HVZ bij de KNMP en daarnaast werkzaam in de apotheek. Daarnaast zijn zeventien praktijkapothekers lid van deze Special Interest Group. Iedereen die zich in de apotheek structureel bezighoudt of wil bezighouden met cardiovasculaire aandoeningen wordt opgeroepen zich aan te sluiten.

Document acties

Back to top