De oprichting van de Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie in 1842 – het prefix ‘Nederlandsche’ volgde twee jaar later – kwam voort uit een gedeeld onbehagen over de toenemende concurrentie tussen apotheken. Ook de ondergeschikte positie ten opzichte van artsen en een gebrek aan politieke invloed droegen bij aan het gezamenlijke belang om apothekers een stem te geven.