Bij een periodieke controle komt u erachter dat een patiënt, 45 jaar met diabetes en een LDL > 2,5 mmol/l, geen antilipaemicum in gebruik heeft. Het 10-jaarsrisico op een hartvaatziekte of overlijden ligt tussen 10% en 20%. Komt de patiënt in aanmerking voor een antilipaemicum? a. Ja, alle patiënten met diabetes komen in aanmerking voor een antilipaemicum. b. Ja, alle patiënten met diabetes komen in aanmerking voor een antilipaemicum wanneer LDL > 2,5 mmol/l is. c. Nee, het 10-jaarsrisico is < 20%. Ondanks de hoogte van LDL-waarde is een antilipaemicum niet nodig. d. Aanvullende gegevens zijn nodig om te bepalen of een antilipaemicum is geïndiceerd.
Een tandarts vraagt u advies over het wel of niet stoppen van acenocoumarol bij het trekken van een verstandskies bij een van uw patiënten. Welk advies geeft u? a. Tijdelijk stoppen met acenocoumarol, een eenmalige dosis vitamine K en een dag na extractie de acenocoumarol hervatten. b. Doorgaan met acenocoumarol, maar wel eenmalig een dosis vitamine K voorafgaand aan de extractie. c. Doorgaan met acenocoumarol, maar wel eenmalig een dosis vitamine K voorafgaand aan de extractie en tevens gedurende enkele dagen de mond spoelen met tranexaminezuur 5% mondspoeling. d. Alleen gedurende enkele dagen de mond spoelen met tranexaminezuur
Naar aanleiding van de herexamenvraag in PW 5 bereikte ons een aanvulling van kaakchirurg prof. dr. Fred Rozema: bij een behandeling (met een laag bloedingsrisico) [...]
Een baby’tje wordt uit het ziekenhuis ontslagen. Het ontslagrecept vermeldt onder meer het actuele gewicht van het patiëntje, en een fenobarbitaldrank 4 mg/ml in acetem. De ouders zijn geïnstrueerd om de voorgeschreven geneesmiddelen via een sonde toe te dienen. Neemt u contact op met de voorschrijvend arts? a. Ja, want de voorgeschreven drank bevat acetem en dat is niet toegestaan bij baby’s. b. Ja, want de voorgeschreven drank is mogelijk niet geschikt voor toediening via een sonde. c. Ja, want er is geen indicatie voor fenobarbital bij baby’s. d. Ja, om alle drie deze redenen.
Een moeder haalt voor het eerst methylfenidaat voor haar 6-jarige zoon bij u op in de apotheek, nadat ze samen met de huisarts besloot om naast de gedragstherapie medicatie te starten. Maar ze maakt zich wel zorgen over de bijwerkingen en vraagt u wat de meest voorkomende zijn. Wat antwoordt u haar? a. verhoogde hartfrequentie en slaapstoornissen; b. hoofdpijn en verhoogde bloeddruk; c. verminderde eetlust en slaapstoornissen; d. hoofdpijn en groeiremming.
Voor een kindje moet voor de dosering een hoeveelheid van 1,4 ml afgepast worden met een spuitje. Welke maat spuitje pakt u? a. 1 ml spuit; b. 2 ml spuit; c. 5 ml spuit; d. de grootte die voorradig is.
Een huisarts stelt bij een 80-jarige patiënt de diagnose diep-veneuze trombose. Hij licht de trombosedienst in en schrijft een recept uit voor acenocoumarol samen met een laag-molecuulgewicht-heparine. Hoe ziet het opstartschema voor acenocoumarol eruit? a. 2 mg, 6 mg, 3 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; b. 6 mg, 4 mg, 2 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; c. 6 mg, 3 mg, 1,5 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; d. 4 mg, 2 mg, 1 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag.
Welke van de volgende uitspraken over de behandeling van otitis media acuta, een aandoening die vooral bij kinderen voorkomt, is waar? a. Ibuprofen is geen optie want jonge kinderen mogen dit niet gebruiken. b. Xylometazolineneusspray is de eerstekeusbehandeling. c. Wegens kans op resistentie wordt amoxicilline afgeraden. d. Als paracetamol niet helpt, is ibuprofen een goed alternatief.
Wat is de eerstekeuzebehandeling bij lichte tot matige klachten van misselijkheid tijdens het eerste trimester van de zwangerschap? a. meclozine; b. granisetron; c. metoclopramide; d. gember; e. meclozine/pyridoxine.
U heeft capsaïcinecrème 0,075% FNA laten analyseren bij het RAL (Regionaal Apotheek Laboratorium). Er werden duplogehaltes gevonden van 83% en 85%. U bestudeert de bereidingsgegevens en ziet onmiddellijk de oorzaak: a. het gebruikte mengapparaat was niet gevalideerd; b. het capsicumextract was bijna over de datum; c. er is niet gefactoriseerd voor het grondstofgehalte; d. een samenspel van alle drie genoemde oorzaken.