Colecalciferol veroorzaakte vorig jaar de grootste stijging in de uitgaven aan extramurale geneesmiddelen: met 60% naar € 35 miljoen. De totale uitgaven bleven met € 4,3 miljard vrijwel gelijk aan 2013. Dat blijkt uit cijfers van het Zorginstituut Nederland.
De Nederlandse Vereniging voor Poliklinische Farmacie (NVPF) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) praten over “organische samengroei”, zegt vicevoorzitter/secretaris Bart van den Bemt van de NVPF. Afgelopen najaar werden de fusiebesprekingen tussen beide verenigingen afgebroken. “Het gaat nu de goede kant op”, aldus Van den Bemt.
De Committee for Medicinal Products for Human Use van het EMA adviseerde positief over de volgende indicatieaanpassingen.
Linaclotide (Constella) kan onder strikte voorwaarden vergoed worden bij de behandeling van prikkelbaredarmsyndroom met constipatie (PDS-C).
Langdurig gebruik van paracetamol tijdens de zwangerschap vermindert mogelijk de testosteronproductie bij ongeboren jongens.
Behandeling met ombitasvir + paritaprevir + ritonavir (Viekirax) en dasabuvir (Exviera) met of zonder ribavirine geeft een aanhoudende virologische respons vier weken na behandeling bij patiënten met chronische hepatitis C (genotype 1, zonder cirrose) én een ernstige nierfunctiestoornis of eindstadium-nierziekte.
Adalimumab en infliximab geven meer kans op ernstige infecties dan non-biologicals. Ustekinumab en etanercept geven geen verhoogde kans.
Achmea/Zilveren Kruis heeft vorig jaar ten onrechte geld teruggevorderd van ongeveer duizend tandartsen. De tandartsen zouden onjuist hebben gedeclareerd, maar de rechtbank Overijssel oordeelde vorige week dat de zorgverzekeraar ongelijk heeft.
Het farmaceutische bedrijf Teva Pharmachemie, gevestigd in Haarlem, gaat vijftig medewerkers ontslaan. Dat meldt het Haarlems Dagblad.
Slechts 6,7% van de patiënten die geneesmiddelen gekoeld moeten bewaren, doet dit binnen de grenzen die de fabrikant aangeeft (2 tot 8 graden Celsius). Dat is de uitkomst van een onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, de Universiteit Utrecht en de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, waarbij onder anderen de apothekers en onderzoekers Bart van den Bemt en Helga Gardarsdottir betrokken waren.