Voldoende vrouwen in onderzoek naar geneesmiddelen

Voor deze studie heeft de medicijnautoriteit in de registratiedossiers van 22 verschillende geneesmiddelen de vertegenwoordiging van vrouwen binnen negen ziektegebieden onderzocht. Het gaat om middelen tegen depressie, epilepsie, trombose, diabetes, schizofrenie, hepatitis C, hypercholesterolemie, hiv en hartfalen.

In alle negen ziektegebieden zijn vrouwen meegenomen in het onderzoek naar geneesmiddelen. Ook bevatten de onderzochte dossiers voldoende analyses waarin de effecten per geslacht worden bekeken, zodat er onderbouwde uitspraken kunnen worden gedaan over de balans tussen de veiligheid en werkzaamheid voor zowel vrouwen als mannen.

Wel stellen de onderzoekers vast dat het aandeel vrouwen niet altijd helemaal gelijk is: in vijf van de negen onderzochte ziektegebieden is het aantal vrouwen in de studies in verhouding minder dan het aandeel vrouwen dat de ziekte heeft waarvoor dit middel wordt gebruikt. Hierbij gaat het om de onderzoeken naar medicijnen tegen schizo­frenie, hepatitis C, hypercholeste­rolemie, hiv en hartfalen.

Opvallend is verder, concludeert het CBG, dat verschillen tussen mannen en vrouwen soms moeilijk zijn terug te vinden in publiek beschikbare documenten, zoals de openbare beoordelingsrapporten en productinformatie. Ondanks dat in alle onderzochte registratiedossiers wel informatie staat vermeld over de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen en het eventuele verschil in effecten. Gezien het maatschappelijk belang gaat het CBG ook in publieke rapporten meer aandacht besteden aan deze informatie.

Aanleiding voor dit onderzoek van de medicijn­autoriteit is dat in de media de laatste jaren regelmatig naar voren is gekomen dat er te weinig vrouwen zijn meegenomen in geneesmiddelonderzoek. Ook zouden er onvoldoende analyses worden uitgevoerd naar de effecten per geslacht. Hoewel de verschillen in werking en veiligheid over het algemeen klein zijn, besloot het CBG de vertegenwoordiging van vrouwen zelf te gaan onderzoeken.

COVID-19-patiënten met overgewicht of obesitas lopen vaker een ernstiger infectie op dan patiënten met een gezond gewicht, maar de kans op overlijden verschilt niet. Dat blijkt uit een internationale studie in elf landen waaronder Nederland, meldt het Radboudumc.

Van de ruim zevenduizend onderzochte COVID-19-patiënten uit elf verschillende landen die in het ziekenhuis werden opgenomen had ruim een derde (35%) overgewicht en bijna een derde (31%) obesitas. Patiënten met obesitas kregen vaker zuurstof en hadden 73% meer kans op invasieve mechanische beademing.