Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2018PW42

PW42 - 18-10-2018 | door Maaike van der Lee (LUMC)

Een patiënt meldt zich bij u aan de balie met een recept voor paroxetine, 20 mg 1dd. In het AISziet u staan dat de patiënt een afwijkend CYP2D6-genotype heeft, namelijk *1/*1xN (ultrarapid metabolizer). Wat is uw advies?

  1. a. dosering handhaven
  2. b. dosering aanpassen naar 150% (30 mg)
  3. c. dosering aanpassen naar 75% (15 mg)
  4. d. geef een ander geneesmiddel

Toelichting

Het juiste antwoord is: d. geef een ander geneesmiddel

Paroxetine wordt voornamelijk door CYP2D6 gemetaboliseerd in inactieve metabolieten; een toegenomen activiteit van CYP2D6 resulteert in een daling van de paroxetinespiegel. Deze patiënt is drager van een normaal functioneel allel (*1) en van een gedupliceerd allel (*1xN) resulterend in een verhoogde metabole capaciteit van CYP2D6.

Paroxetine is daarnaast ook een sterke remmer van CYP2D6, wat in theorie zou zorgen voor een verminderde omzetting van paroxetine. Echter, in de praktijk is gezien dat de paroxetinespiegel met 91% kan dalen bij ultarapid metabolizers wat ertoe leidt dat er geen therapeutisch effect meer is.

Het wordt dan ook geadviseerd om een alternatieve therapie te kiezen welke minder CYP2D6-gevoelig is, zoals escitalopram of sertraline.

Document acties

gearchiveerd onder: Paroxetine
Back to top