Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2018 PW16

PW16 - 18-04-2018 | door Thijs Ambagts, apotheker

Welke uitspraak over metformine is waar?

  1. a. Het pleiotrope cardioprotectieve effect van metformine is aangetoond zowel bij mensen met als bij mensen zonder diabetes.
  2. b. Metformine is geïsoleerd uit de Franse sering.
  3. c. Op basis van farmacologisch werkingsmechanisme zou je voor optimale werking van metformine de laatste van de keerdoseringen voor de nacht kunnen geven.
  4. d. Metformine moet extra worden bewaakt wegens risico op lactaatacidose.

Toelichting

Het juiste antwoord is: c. Op basis van farmacologisch werkingsmechanisme zou je voor optimale werking van metformine de laatste van de keerdoseringen voor de nacht kunnen geven.

Aangezien metformine een hoeksteen van de diabetesfarmacotherapie vertegenwoordigt, is dit interessant voor de praktijk. Ook al moet het volledige werkingsmechanisme van metformine nog worden opgehelderd, een belangrijke component van de werking op de glucosehuishouding komt door remming van de gluconeogenese. Gluconeogenese komt op gang na 5-6 uren vasten, nadat glycogeenvoorraden in de lever zijn aangesproken na de laatste maaltijd. Dit zal bij de meeste mensen dus voornamelijk ’s nachts plaatsvinden, daarom is een gift voor de nacht in potentie nog werkzamer dan vlak na het eten ’s avonds.

Bron: Masterclass diabetes, niet gepubliceerd maar wel onderbouwd met meetwaarden gegeven door twee diabetesverpleegkundigen uit de Alrijne zorggroep.

Document acties

Back to top