Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2017 PW 43

PW43 - 25-10-2017 | door Elise Smolders en André Wieringa, Isala, Zwolle

Een 35-jarige vrouw gebruikt clopidogrel 1dd 75 mg, pantoprazol 2dd 40 mg en paracetamol 1dd 1000 mg. De maag-darm-leverarts wil haar behandelen voor een infectie met hepatitis C-virus genotype 1b en vraagt uw advies. Ze is in het verleden behandeld met peginterferon en ribavirine en heeft geen cirrose. Welke behandeling adviseert u de arts, gezien de comedicatie?

  1. a. elbasvir + grazoprevir
  2. b. ledipasvir + sofosbuvir
  3. c. ombitasvir + paritaprevir + ritonavir in combinatie met dasabuvir
  4. d. sofosbuvir + velpatasvir

Toelichting

Het juiste antwoord is: a. elbasvir + grazoprevir

Op www.hcvrichtsnoer.nl staat beschreven dat patiënten met het hepatitis C-virus (HCV) genotype 1b, zonder cirrose, bij wie peginterferon en ribavirine faalden, kunnen worden behandeld met alle genoemde regimes.
Ledipasvir en velpatasvir hebben beide een interactie met pantoprazol. Daarom hebben deze combinaties volgens het huidige richtsnoer niet de voorkeur. Antwoorden b en d vallen af.
De combinatie in antwoord c heeft vanwege CYP3A4-remming en CYP2C19-inductie door paritaprevir + ritonavir een interactie met clopidogrel. Daarom wordt geadviseerd dit HCV-regime niet te combineren met clopidogrel. Om deze reden valt antwoord c af.
Elbasvir + grazoprevir heeft geen interactie met de bestaande medicatie en kan worden gebruikt voor de behandeling van HCV-genotype 1b.

Interacties met HCV-middelen kunnen worden opgezocht op www.hep-druginteractions.org.

Document acties

Back to top