Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2015 PW 9

PW Magazine 9, jaar 2015 - 27-02-2015
Een huisarts stelt bij een 80-jarige patiënt de diagnose diep-veneuze trombose. Hij licht de trombosedienst in en schrijft een recept uit voor acenocoumarol samen met een laag-molecuulgewicht-heparine. Hoe ziet het opstartschema voor acenocoumarol eruit? a. 2 mg, 6 mg, 3 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; b. 6 mg, 4 mg, 2 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; c. 6 mg, 3 mg, 1,5 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag; d. 4 mg, 2 mg, 1 mg op respectievelijk de eerste, tweede en derde dag.

Goede antwoord: d.

De herziene NHG-standaard Diep veneuze trombose en longembolie maakt voor de startdosering van cumarinederivaten onderscheid tussen patiënten jonger dan 70 jaar en patiënten ouder dan 70 jaar of met een relatieve contra-indicatie.

Voor deze laatste groep, waartoe de patiënt behoort, ziet het schema voor acenocoumarol er als volgt uit: 4 mg op de eerste dag, 2 mg op de tweede dag en 1 mg op de derde dag (antwoord d). De ‘jongeren’ moeten starten met 6 mg acenocoumarol gevolgd door 4 mg op de tweede dag en 2 mg op de derde dag (antwoord b).

Zou de huisarts kiezen voor het langwerkende fenprocoumon, dan geldt voor 70-plussers het opstartschema van antwoord c (6 mg, 3 mg, 1,5 mg) en voor de patiënten jonger dan 70 het schema van antwoord a (12 mg, 6 mg, 3 mg).

Document acties

Back to top