Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

IGZ: voorschrijven moet zorgbreed veiliger

16-01-2017
Het vastleggen en overdragen van het actuele medicatiegebruik is onvoldoende gegarandeerd in zorginstellingen. Ook gaat veel tijd verloren door niet op elkaar aansluitende systemen. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op basis van onderzoek bij zorginstellingen.
IGZ: voorschrijven moet  zorgbreed veiliger

Risico’s die kunnen ontstaan door onvolledige informatie over medicijngebruik zijn onacceptabel, schrijft de Inspectie in het vandaag verschenen rapport ‘Veilig voorschrijven moet beter. Een gezamenlijke zorgbrede verantwoordelijkheid’.

Voor haar onderzoek bezocht IGZ in 2015 en 2016 instellingen in de forensisch-psychiatrische zorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuizen en ziekenhuizen/medisch specialistische zorg en de huisartsenzorg.

Het actuele medicatieoverzicht is volgens de Inspectie een probleem, omdat er vrijwel altijd verschil is in beschikbaarheid van informatie voor eigen gebruik en het gebruik van informatie voor de overdracht. Zo melden huisartsen dat zij bepaalde wijzigingen niet altijd doorvoeren in het medicatieoverzicht, zoals door anderen voorgeschreven medicatie of stopopdrachten door derden.

Daarnaast benadrukt IGZ dat een medicatieoverdracht bestaat uit een medicatieoverzicht én een gesprek met de patiënt, omdat het niet zeker is of die alle middelen op het overzicht ook gebruikt.

 

Nierfunctiewaarden

Naast medicatiegegevens is ook het overdragen van nierfunctiewaarden en indicaties op recept een aandachtspunt. De Inspectie constateert dat afwijkende nierfunctiewaarden onvoldoende worden gecommuniceerd; ongeveer de helft van de instellingen draagt deze gegevens over, binnen de GGZ voldeed slechts één instelling hieraan.

Ook het verplicht vermelden van de indicatie op recept bij 23 geneesmiddelen gebeurt nog te weinig; binnen de medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en forensisch psychiatrische zorg is dit bij slechts de helft van de instellingen geregeld. Positieve uitzondering hierop zijn volgens IGZ de huisartsen, die deze indicaties vrijwel allemaal wel vermelden.

Het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) is inmiddels breed ingevoerd, maar voorschrijvers  focussen zich nog te veel op de signaalfuncties en minder op risico’s waarvoor geen signaal bestaat, zoals fouten in het handmatig overtypen van gegevens. Voorschrijvers in verschillende sectoren moeten hier volgens IGZ beter op letten.

 

Meer medicatiebeoordelingen

Met de uitvoering van medicatiebeoordelingen is een start gemaakt, maar zorgverleners volgen de multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie nog onvoldoende. Patiënten worden hier ook nog te weinig bij betrokken.

Verder vindt IGZ dat het aantal medicatiebeoordelingen in de eerste lijn omhoog moet, omdat meer ouderen langer thuis blijven wonen. Dat betekent een grotere rol voor huisartsen en apothekers bij medicatiebeoordelingen in de eerste lijn.

Ook de criteria voor patiëntselectie moeten worden verruimd. Alle patiënten die veel medicijnen gebruiken – niet alleen ouderen –  komen volgens de Inspectie in aanmerking voor een medicatiebeoordeling, zoals chronische gebruikers van antipsychotica en cardiologische medicatie.

 

 

Document acties

Back to top