Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Mogelijk groter risico op sterfte bij digoxine

PW Magazine 50, jaar 2014 - 10-12-2014
Digoxinegebruikers met atriumfibrilleren hebben een verhoogd risico op sterfte en ziekenhuisopname. Dat blijkt uit een Amerikaanse retrospectieve cohortstudie bij 14.787 patiënten met nieuw gediagnosticeerd atriumfibrilleren, die geen hartfalen hadden en eerder geen digoxine gebruikten [Circ Arrhythm Electrophysiol, epub 20 november 2014].

Nieuw gebruik van digoxine was geassocieerd met een hoger sterfterisico (8,3 vs. 4,9 per 100 persoonsjaren, p < 0,001) en ziekenhuisopname (60,1 vs. 37,2 per 100 persoonsjaren, p < 0,001). De patiënten werden 1,17 jaar gevolgd (mediane duur).

Uit een ander onderzoek, ook in 2014 uitgevoerd, bleek eveneens dat digoxine het sterfterisico bij atriumfibrilleren verhoogt, hierbij waren patiënten met hartfalen niet uitgesloten. Mogelijk was daarom de ernst van hartfalen een confounder, wat kon leiden tot een overschatting van het sterfterisico bij digoxinegebruik [J Am Coll Cardiol 2014;64:660-8].

Ook de huidige studie biedt onvoldoende grond voor een oorzakelijk verband tussen digoxine en een verhoogd risico op sterfte tijdens de studieperiode, zegt prof. dr. Ton de Boer, hoogleraar farmacotherapie aan de Universiteit van Utrecht. “De studie is goed uitgevoerd, patiënten met hartfalen zijn op baseline uitgesloten en tijdens de follow-up is voor hartfalen gecorrigeerd. De studie laat zien dat digoxinespiegels hoger zijn bij patiënten die overlijden, wat suggereert dat digoxine-intoxicatie hierbij meespeelt. Maar niet duidelijk is welke vorm van atriumfibrilleren aanwezig is: paroxismaal, persistent of permanent. De vorm kan samenhangen met stoppen of starten van digoxine tijdens de follow-up, terwijl die ook is gerelateerd aan de mortaliteit.”

De discussie over sterfterisico bij digoxine loopt al langer. Een eerdere studie, de AFFIRM-trial [N Engl J Med 2002;347:1825-33], toonde volgens De Boer dat digoxine bij atriumfibrilleren geen verhoogde mortaliteit gaf. “Op basis van latere post-hoc-analyses is er veel discussie over dit onderwerp geweest. Diverse studies toonden verschillende resultaten. In een studie werd een hogere mortaliteit in een on treatment-analyse gevonden, echter zonder correctie voor het ontstaan van hartfalen tijdens follow-up, een andere studie toonde bij een intention to treat-analyse geen hogere mortaliteit.”

Deze discussie is dus voorlopig nog niet beslecht.

Document acties

Back to top