Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Oraal laquinimod nuttig bij MS

PW Magazine 14, jaar 2012 - 06-04-2012
Het orale middel laquinimod vertraagt de verergering van invaliditeit en vermindert de snelheid van relaps bij patiënten met relapsing-remitting multiple sclerose. Dit blijkt uit Europees onderzoek onder ruim honderd patiënten.

Laquinimod is wegens zijn effectiviteit en veiligheid gekozen uit een pool van zestig chinoline-3-carboxamidederivaten. De derivaten zijn afgeleid van het molecuul roquinimex, een middel dat reeds in fase-2-onderzoek is getest bij multiple sclerose maar dat teruggetrokken werd vanwege veiligheidsvoorzorgen.

Preklinische studies lieten zien dat laquinimod inflammatoire celinfiltraten vermindert in het centrale zenuwstelsel, demyelinisatie vermindert en axonverlies voorkomt. Het middel is nu in klinisch onderzoek voor multiple sclerose. Uit een 36 weken durende dubbelblinde placebogecontroleerde fase-2-studie bleek 0,6 mg laquinimod significant het cumulatieve aantal laesies te verminderen (bepaald met MRI), vergeleken met placebo.

De Europese onderzoekers zijn daarna een dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd fase-3-onderzoek gestart met 1106 patiënten met relapsing-remitting multiple sclerose [N Engl J Med 2012; 366:1000-9]. De studie was bedoeld om veiligheid, werkzaamheid en tolerabiliteit van oraal laquinimod vast te stellen in een eenmaal-daagse dosering van 0,6 mg.

De patiënten werden in twee groepen verdeeld. Een groep kreeg placebo en de andere laquinimod gedurende 24 maanden. Het primaire eindpunt was het aantal relapsen in een jaar. Secundaire eindpunten waren progressie van invaliditeit en de gecumuleerde hoeveelheid laesies bepaald met MRI.

Behandeling met laquinimod vergeleken met placebo gaf een lichte afname in het gemiddelde aantal relapsen per jaar (0,30 versus 0,39). Ook was een afname te zien in het risico op verergering van invaliditeit (11,1% versus 15,7%, hazard ratio 0,64). Het cumulatief aantal laesies was minder in de laquinimodgroep (1,33 versus 2,12) en ook het aantal nieuwe of vergrote laesies (5,03 versus 7,14).

Bij 24 patiënten (8%) die laquinimod kregen werden verhoogde waarden alanineaminotransferase (ALAT) gezien. Deze waren meer dan drie keer hoger dan de normale bovengrens en waren voorbijgaand van aard. Verhoogde ALAT-waarden kwamen bij acht patiënten (2%) in de placebogroep voor.

Document acties

Back to top