Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Algemene Rekenkamer kraakt aanpak ketenzorg

PW Magazine 48, jaar 2010 - 19-11-2010
De integrale zorg bij chronische aandoeningen komt veel te traag tot stand. Zorgverleners, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS hebben de ketenzorg nog niet vlot kunnen trekken. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer uit eigen onderzoek.
Algemene Rekenkamer kraakt aanpak ketenzorg

De minister van VWS verwachtte in 2006 dat de ketenzorg als vanzelf zou voortvloeien uit de invoering van gereguleerde marktwerking. Die aanname blijkt te optimistisch omdat de uitvoering van het beleid daarvoor te vrijblijvend is, zo concludeert de Rekenkamer.

De Rekenkamer geeft verder aan moeilijk vast te kunnen stellen of de door minister Klink in 2008 gelanceerde aanpak van chronische aandoeningen resultaat heeft gehad. De minister heeft namelijk verzuimd concrete doelstellingen te formuleren.

Verder bestaat er volgens het onderzoek nog steeds onduidelijkheid onder zorgaanbieders over het gelijktijdig samenwerken en concurreren. De richtsnoeren van de NMa en de NZa hebben duidelijk nog niet het gewenste effect. De minister, de NZa en de NMa zullen hier dan ook aandacht aan moeten blijven besteden.

Zorgstandaarden

Verder is volgens de Rekenkamer onduidelijk hoe de integrale zorg voor mensen met meerdere chronische aandoeningen moet worden georganiseerd. Dat er nog maar drie zorgstandaarden – inclusief integrale bekostiging – gereed zijn is volgens de Rekenkamer ook teleurstellend. De wenselijkheid van integrale bekostiging staat bovendien ter discussie vanwege de mogelijke financiële gevolgen voor zorgverleners.

Dat de minister erop heeft vertrouwd dat zorgverzekeraars hun ‘rol zouden spelen’ en ketenzorg zouden inkopen, blijkt zelfs een misvatting. Alleen de inkoop van diabeteszorg komt volgens de Rekenkamer redelijk op gang. De inkoop stagneert doordat de zorgstandaarden slechts beperkt beschikbaar zijn. De minister moet daarom zorgverzekeraars en zorgverleners positieve prikkels geven om ze aan te zetten tot het formuleren van zorgstandaarden, het ontwikkelen van multidisciplinaire samenwerkingsvormen en zorg in te kopen op basis van zorgstandaarden.

In een reactie op het onderzoek van de Rekenkamer relativeert minister Edith Schippers de kritiek. Volgens haar is er in korte tijd veel bereikt, maar is er meer nodig om doelstellingen te bereiken. Ketenzorg vraagt een nieuwe manier van werken, zowel van patiënten, zorgverleners als zorgverzekeraars.

Klik hier voor het volledige onderzoek

Document acties

Reacties

Anoniem
19-11-2010 14:43
zegt:

Stel dat het 2011 is.
Stel patiënt heeft diabetes CVR en COPD
Stel patiënt gebruikt medicijnen
Stel dat de zorggroepen concurreren
Stel dat de diabetes zorggroep 8 medicijnen gebruikt
Stel dat de CVR zorggroep 5 medicijnen gebruikt
Stel dat de COPD zorggroep 7medicijnen gebruikt
Stel dat de patiënt in 2010 11 medicijnen gebruikte
Stel dat medicijnen uit de ene zorggroep die van de andere dwarsbomen

Wil de geestelijke vader van dit rampenplan zijn naam dan nog noemen?

Het idee van ketenzorg is door de Overheid ontwikkeld als tegenhanger van de dbc-tarieven in de tweede lijn. Iets dergelijks in de eerste lijn ontwikkelen zou wel eens goedkoper kunnen zijn. Het grote probleem is wanneer de medicijnen erin worden gestopt. Dat is de allerlaatste en meest wezenlijke toevoeging. Dan ontstaat snel de bieding van een bedrag per patiënt per aandoening.(Het geheel raakt dan aan het historische tarief van de Davo apotheek uit 1983 voor medicinale zuurstof thuis. Een vast bedrag per patiënt per dag.)
De patiënt wordt opgeknipt in een aantal ziektebeelden en die worden optimaal door de eerste lijn behandeld, waarbij zelfs een tweedelijns specialist kan worden meegecontracteerd.

Problemen.
1. De Zorgverzekeringswet gaan uit van concurrentie, niet van samenwerking. Zorgverleners mogen niet samenwerken behoudends beneden lage drempels van 1,1 Miljoen euro(zorg) of 6 miljoen (handel, dus ook apotheken)

2. De Zorgverzekeraars worden ook geacht onderling te concurreren. Het contracteren van zorggroepen kan dus niet zo verlopen dat alle zorgverzekeraars dezelfde zorggroep contracteren, ook als die de beste prestatie biedt. Dan ontstaat Aanmerkelijke Markt Macht.

3. De zorgverzekeraars contracteren per ziektebeeld. Dan kan de patiënt verschillende zorggroepen over de vloer krijgen. Ook bij sterk samenvallende ziektebeelden zoals Diabetes en CVRM.(cardiovasculair risicomanagement)

4. Het wisselen van verzekeraar elk jaar wordt lastig. Ook de zorggroep zal dan mee kunnen veranderen. Dat geeft nog meer overgangsadministratie.

5. Goed functionerende zorggroepen ondermijnen de macht van de zorgverzekeraars.

6. Medicijnen worden ooit deel van de zorggroep. Dat betekent dat de macht van de zorgverzekeraar via het preferentiebeleid veel minder wordt. Vooral Menzis is daar gevoelig voor als architect van het preferentiebeleid. Kijk maar naar de 1 euro per stuk voor eeen protonpompremmer in de categorie UAD, kost 1 cent bij Menzis.

7. De financiering van de zorggroep komt deels bovenop de bestaande betalingen.

8. Niet alle onderdelen van het plan van aanpak van een zorggroep zitten in de basisverzekering. Bijvoorbeeld fysiotherapie. Soms in aanvullende verzekeringen, soms onverzekerd. Het levert veel meer polisproblemen op.

9. Als er veel zorggroepen zijn en iedere chronisch zieke heeft er een aantal over de vloer, dan gaan de medicijnen natuurlijk vaak conflicteren. Wat goed is voor COPD(Spiriva) geeft vaak elders in een ander ziektebeeld weer problemen. In een ziekenhuis komen die tegenstellingen ook voor maar hier zijn ze jaar in jaar uit aanwezig bij chronische patiënten.

10. Het Congres in Den Haag van VWS droeg de naam:
Een zorg ontketent.

Zelf vond ik het ‘newspeak’ uit 1984. Juist door ketenzorg worden patiënten en zorgverleners geketend in een groot aantal diagnoses en behandelingsplannen zonder dat er enige samenhang vereist is. En dit uitgevoerd door concurrerende zorggroepen en concurrerende zorgverzekeraars. Het plan van het Departement Den Haag om EEN grote zorggroep op te richten voor ALLE ziektebeelden waaraan IEDEREEN mee kan doen is in flagrante strijd met de overheidsopzet. NMA/NZA houden toezicht en houden niet van machtsconcentratie bij samenwerkende zorggroepen.
De NMA verbood in 2004 de Tilburgse Politheek.

Back to top