Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

NZa bekrachtigt beloning farmaceutische zorg

PW Magazine 29 / 30, jaar 2011 - 15-07-2011
Apothekers krijgen vanaf volgend jaar betaald voor de farmaceutische zorg die zij leveren. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft tien prestaties vastgesteld, waarmee zij vanaf 1 januari 2012 aan de slag kunnen. Bovendien is er ruimte voor facultatieve prestaties.
NZa bekrachtigt beloning farmaceutische zorg

De prestaties staan beschreven in de beleidsregel farmaceutische zorg, waarmee de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nu heeft ingestemd. Vanaf januari is dus niet langer het geneesmiddel het uitgangspunt van de betaling. Vertegenwoordigers van diverse partijen uit het veld hebben 2,5 jaar gewerkt aan de totstandkoming van de prestaties.

Volgens Theo Langejan, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NZa, waren apothekers en zorgverzekeraars het er snel over eens dat het heel nuttig zou zijn om meerdere prestaties te beschrijven als 'onderhandelingstaal'. "Het was een intensief proces, maar we zijn er met alle partijen toch uit gekomen. De betrokkenen hebben hiermee bovendien al ervaring opgedaan in een pilot."

Langejan onderstreept dat de facultatieve prestatie een noviteit is in Nederland. "Daarmee hebben we aan de partijen het vertrouwen gegeven innovatief om te gaan met de prestatiedefinitie. Het is de eerste keer dat we dit op deze manier formuleren."

Directeur Léon Tinke van de KNMP spreekt van een goed werkbare basis. "Met deze prestaties wordt de zorg die de apotheker verleent het uitgangspunt voor de betalingen. Dat is iets dat we als KNMP al langer willen. Natuurlijk zijn er zaken die we anders hadden gewild. Bijvoorbeeld de mogelijkheid voor patiënten om bij een apotheker een second opinion te vragen. Dat is niet als aparte prestatie gedefinieerd."

Tinke ziet de NZa-prestaties als een begin. "Er zijn nog veel processen die vorm moeten krijgen. Je hebt nog de discussie rond de vrije tarieven, die verder gaat dan de prestaties en waarbij ook de geneesmiddelenprijzen zijn betrokken. Er zijn nog de nodige onzekerheden."

Volgens Tinke heeft de totstandkoming van de prestatiebeschrijvingen geleid tot meer vertrouwen tussen zorgverzekeraars en apothekers. "Zeker in de laatste fase is dat een belangrijk bijproduct. Maar we zullen aan de onderhandelingen en de implementatie van de nieuwe zorgprestaties zeker nog een hele kluif hebben. Daar moeten we de komende periode nog hard aan werken."

Ook Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is positief over de nu geformuleerde prestaties. “We kijken positief naar de toekomst en zijn heel benieuwd hoe dit zich in de praktijk zal ontwikkelen”, maakt  beleidsadviseur Anneke Sprenger van ZN duidelijk. “De voorbereidingen hebben lang geduurd. We waren met veel partijen en dat maakt het complex. Maar er staat nu wel iets op papier waar we vertrouwen in hebben.”

Sprenger verwacht dat er vanaf januari vooral voor de apotheker veel zal veranderen. “Gelukkig hebben we nu wel een duidelijk beeld waar we het over en weer eens over zijn. Daarmee kunnen we goed de onderhandelingen in. Alles staat heel gedetailleerd beschreven in de beleidsregel.”

De KNMP heeft samen met de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) inmiddels een kwantitatieve pilot opgezet. Deze proef voor apothekers moet inzicht geven in de frequenties waarin de nieuwe prestaties voorkomen. Het is de bedoeling om hiermee een calculatieschema te ontwikkelen dat apothekers helpt bij het contracteerproces.

Per 1 januari 2012 voert het ministerie van VWS tevens vrije prijzen in. Om te komen tot deze tarieven moeten zorgverzekeraars en apothekers onderhandelen over de kwaliteit en de prijs van farmaceutische prestaties. "Ook die stap heeft een grote impact", meent NZa-bestuursvoorzitter Langejan. "En is voor alle partijen eveneens nieuw. Apothekers en zorgverzekeraars zijn daarbij tot elkaar veroordeeld. De zorgverzekeraar zal invulling moeten geven aan zijn zorgplicht."

 

De prestaties uit de NZa-beleidsregel zijn:

•  Terhandstelling van een UR-geneesmiddel

•  Instructie patiënt UR-geneesmiddel-gerelateerd hulpmiddel

•  Medicatiebeoordeling chronisch UR-geneesmiddelgebruik

•  Farmaceutische begeleiding bij ziekenhuisopname of polikliniekbezoek

•  Farmaceutische begeleiding in verband met ontslag uit het ziekenhuis

•  Voorlichting farmaceutische zelfmanagement voor patiëntengroep

•  Advies farmaceutische zelfzorg

•  Advies gebruik UR-geneesmiddelen tijdens reis

•  Advies ziekterisico bij reizen

•  Onderlinge dienstverlening

•  Facultatieve prestatie

De prestaties worden ondersteund door een aantal kwaliteitsindicatoren. Hierdoor is het mogelijk keuzes zowel op prijs als kwaliteit te baseren.

Document acties

Reacties

Anoniem
15-07-2011 14:00
zegt:

Bereiding UR-geneesmiddel is geen basisprestatie meer. Zo verdwijnt de magistrale bereiding uit het basispakket.

Bereiden is toevertrouwd aan Collegiale bereiders, die volledig buiten de zorgverzekeringswet in IGZ-gedoogland zijn opgesloten. Het doorleveren van hun bereidingen is hun "core-business".

De coffeshops van farmaland, je mag er wel farmaprocduten kopen maar het bereiden is nu eenmaal door de Geneesmiddelenwet verboden.

Anoniem
15-07-2011 16:43
zegt:

Denk toch dat de KNMP bezig is met de huid te verkopen voordat de beer is geschoten en ook zonder te weten welke beer zal worden geschoten.

Uit de beleidsregel:

Tot slot
U kunt de bovenstaande beleidsregels en regeling vanaf heden vinden op
de website van de NZa (www.nza.nl) onder de rubriek
‘Zorgonderwerpen’ , ‘Apotheekzorg’, ‘Actueel’ en onder de algemene
rubriek ‘Wet- en regelgeving’. Op korte termijn zal hier ook de
'Prestatiebeschrijvingbeschikking farmaceutische zorg' worden
gepubliceerd die in werking treedt per 1 januari 2012 en die is gebaseerd
op de beleidsregel farmaceutische zorg 2012.

Het wachten is op de duiding door het CvZ en de vaststelling van het toegestane budget extramurale farmaceutische zorg.

Eerst dan kan de beer worden geschoten om de huid te verkopen. Eerst het CvZ nog met de duiding en KJ de Jager met het toegestane budget, na overheveling TNF blokkers budget extramuraal naar intramuraal.

Enige dat vaststaat is de basisprestatie en die is bevroren voor 6 maanden.

Wat de KNMP en LHV moeten zien te bereiken is iets totaal anders.

De wijziging in aanspraak zorg in de ziektekostenpolissen, verzekeraar X vergoed uitsluitend omeprazol als PPI, verzekeraar Y vergoed uitsluitend simvastatine als statine is waar wij wat aan hebben. Nu krijgen wij een malus als de verzekerde aanspraak maakt, met steun van het Call Centre van de verzekeraar, om Losec, Pariet, Crestor of Lipitor te krijgen. Verzekeraars gaan dit nu per farmacotherapeutische groep verder versterken: teveel diovan of aprovel dan wordt de apotheek en de huisarts gekort. Call Centre: onze verzekerde heeft recht op diovan en aprovel; u moet het voorschrijven en afleveren.

Van de zotte.

Nu worden huisartsen en apothekers gekort wegens lafheid van de verzekeraars en politiek om de positieve lijst af te schaffen.

En de transparantie vereisten zijn niet uit te leggen. Een lijst tarieven ophangen met de disclaimer dat deze uitsluitend geldt voor onverzekerde klanten en klanten van een verzekeraar waarmee de apotheek geen contract heeft kunnen afsluiten.

Onverzekerden? Iedereen is verplicht verzekerd in dit land. Is het mogelijk om een prestatie af te spreken dat je onverzekerden aangeeft bij het CvZ? SamSam?

Een andere tarievenlijst is voor verzekerden van zorgverzekeraars waarmee de apotheek wel een contract heeft weten af te sluiten. Gezien de marktwerking zal dat een lijst zijn per verzekeraar. De dominante verzekeraar hoeft niet meer te worden gevolgd in haar beleid door de perifere verzekeraar. De NZa verwijst in haar beleidsregel naar de WMG voorschriften hoe dit probleem op te lossen.

Ze komt er zelf niet uit. 10 prijslijsten voor de verschillende verzekeraars? + 1 lijst voor de onverzekerden en verzekerden voor die onderdelen waarvoor geen contract is afgesloten? Of verschuilen achter een verwijzing op de website? Stukje eigen verantwoordelijkheid van de verzekerden? Onderzoeksplicht afwegen tegen meldingsplicht?

Wat vaststaat is de 6 maanden vorst. Met een optie op verlenging.

Anoniem
16-07-2011 02:23
zegt:

Nog een kritische zorgverlener.

Carlo Schneider

Carlo Schneider started a discussion:
Prestatiebeschrijvingen 6 tm 10 behoren tot de onverzekerde zorg en zijn dus voor rekening klant. Wordt ons een worst voorgehouden? OTC adviezen worden zo duur dat men linea recta naar de drogist gaat. En gaat een arts vaccinaties zetten op basis van een apotheekadvies waarvan hij niet weet hoe dat tot stand is gekomen. En dan nog de facultatieve restgroep. We weten wat daarvan in de afgelopen terecht is gekomen. Ben ik nu gekke Henkie of?

Carlo heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag.

We zijn toch niet de enigen die de NZa beleidsregel hebben gelezen?

Positief punt: De Standaard ter handstelling mag ook worden gedeclareerd met het bevroren tarief indien weloverwogen wordt besloten om een UR geneesmiddel niet ter hand te stellen en niet te vervangen door een ander UR geneesmiddel.

Dat komt heel veel voor en is nu nog onderdeel van de zorg die apotheken leveren. Dat gaat per 1 augustus 2011 naar voren komen in een stijging van de WMG regels.

Waar blijft de discussie?

Paul Frissen heeft al eerder duidelijk proberen te maken dat zorg niet economisch meetbaar is en niet te vangen is in prestaties. De KNMP wil daar niet aan en probeert met ZN en VWS het onmogelijke toch door te drukken.

De woordvoerder van de NZa vindt een lumpsum betaling prima, als het maar zorg betreft.

De 11 de prestatie, de facultatieve, biedt uitkomst: een lumpsum regeling per wmg regel voor alle zorg die je maar kan bedenken, passend bij de dagelijkse praktijk in een openbare apotheek, categorie klassieke apotheek, bereidend, voorraadhoudend, zich houdend aan de Geneesmiddelenwet en nog immer de Benchmark van de NZa.

Helaas niet meer van de KNMP.

Wie is hier nu de gekke henkie?

Anoniem
16-07-2011 18:31
zegt:

De KNMP stelt dat de zorg losgekoppeld is van de verstrekking van het geneesmiddel. Niets is minder waar. De Basisprestatie, de terhandstelling, is nog verder uitgekleed en bestaat nu ook uit deelprestaties die kunnen worden gecontracteerd en gedeclareerd, mits in combinatie met de verstrekking.

De KNMP ging eerst uit van 14 prestaties. Daarop aangesproken verweerde Jos van Dalen zich. Nu zijn het er 10 en geeft de KNMP zelf toe dat er mogelijk slechts 5 zullen vallen onder de basisverzekering. Het is er 1 en die is ook nog uitgekleed.

Wat te doen met deze aanvullend prestatie?

Om deze deelprestatie te kunnen declareren dienen de activiteiten uit
paragraaf 5.1 te zijn uitgevoerd, aangevuld met onderstaande
activiteiten:
Het houden van een geprotocolleerd eerste terhandstellingsgesprek vóór
de start van de betreffende farmacotherapie met de patiënt dan wel
diens verzorger, waarbij de verwachtingen van de patiënt worden
besproken.
Het aanbieden en zonodig verstrekken van aanvullende mondelinge
en/of schriftelijke informatie na de eerste terhandstelling.
Vastleggen van de handelingen in het digitale patiëntendossier.

Het gaat hier dus om de verwachtingen vastleggen van de patiënt. Viagra? Oncolytica? Pijnstiling? Paliatieve sedatie?

Waar tunnelvisie al niet toe kan leiden.

Prestatie 11 is de enig juiste.

En hoe denkt de KNMP om te gaan met de Dienstapotheken? Dat gaat nu ook allemaal veranderen als de beschikking er komt eind van dit jaar.

5.4 Deelprestatie ANZ-dienstverlening

De deelprestatie ANZ-dienstverlening kan in rekening worden gebracht
indien voldaan wordt aan de omschrijving van artikel 3.7.

3.7 ANZ-dienstverlening
Er is sprake van Avond, Nacht, Zondag-dienstverlening indien de
apotheek is geopend in het kader van een gecontracteerde
dienstwaarneming en indien de zorgvraag binnen de onderstaande tijden
binnenkomt en de zorgaanbieder de farmaceutische zorgverlening ook
binnen deze tijden start:
Tussen 18.00 uur en 08.00 uur van de opvolgende dag, of;
Tussen 08.00 uur en 18.00 uur op een zondag, of;
Tussen 08.00 uur en 18.00 uur op Nieuwjaarsdag; Tweede Paasdag;
Koninginnedag; Hemelvaartsdag; Bevrijdingsdag in elk lustrumjaar
(2010, 2015, etc.); Tweede Pinksterdag; beide Kerstdagen.

3.6 Deelprestaties
In bepaalde gevallen kunnen één of meer deelprestaties in rekening
worden gebracht. Dit is aangegeven bij elke prestatie afzonderlijk. De
deelprestaties kunnen alleen in rekening worden gebracht in combinatie
met de betreffende prestatie.

====Gaan nu de zorgverzekeraars uitsluitend gespecialiseerde dienstapotheken contracteren voor de ANZ prestatie? Apotheken hadden geen vaste eigen patiënten meer, nu helemaal niet meer. Continuïteit van zorgverlening, van welke zorgprestatie? , is per 2012 helemaal de verplichting van de verzekeraar. De huidige contracten zijn niet langer houdbaar. Apotheek 1 wordt gecontracteerd voor prestatie 1, apotheek 2 voor 1 tot 4, apotheek 3 voor alles en de Dienstapotheek is niet gecertificeerd, welk nut heeft dat nog?, en wordt gecontracteerd voor prestatie 1. Apotheek 2 en 3 hebben dan een probleem.

Wordt dit probleem gezien en erkend en wat is de oplossing? Gedogen?

Lijkt mij dat de marktwerking vereist dat kandidaten worden uitgenodigd om te bieden op de prestatie DienstApotheek voor de laagste prijs en is het aan de verzekeraars om te bepalen hoeveel dienstapotheken er per regio noodzakelijk zijn om aan hun zorgplicht voor cruciale zorg te kunnen voldoen.

Waar blijft de discussie hierover?

Anoniem
18-07-2011 13:54
zegt:

Bijdrage Hans Hof via Linkedln:

Inmiddels zal het (vrijwel) eenieder duidelijk zijn dat plak voor plak het profiel van de salamieworst in beeld komt. De salamietaktiek van de zijde van de inkopende partij is overigens een klassieke. Meestal begint het met het introduceren van kwaliteitsbeleid waardoor alle bedrijfsprocessen en -middelen haarscherp bij de inkoper bekend worden. Daarmee is de basis gelegd voor het fileren van het kostenplaatje. Voeg daar een winstmaximum aan toe en de verkopende partij is in het pak gezet van de gedresseerde aap.
Deze gang van zaken is van alle tijden en van alle bedrijfstakken/sectoren.
Buurmans leed troost dus ook de farmacie. Maar troost neemt het leed niet weg.
Is er wat aan te doen? In principe ja, en wel op twee manieren. Via marktmacht (een dominante brancheorganisatie of reduceren van concurrentie) en/of via produktontwikkeling (betreft zowel goederen als diensten).
Marktmacht via de brancheorganisatie (de KNMP) ligt achter ons. Reduceren van concurrentie (ervoor zorgen dat er zo weinig aanbieders overblijven dat de inkoper wel gedwongen is om zaken te doen) is nog niet erg aan de orde.
Produktontwikkeling dan? Dat vergt het leveren van een (althans tijdelijk) uniek produkt waarvan de prijsstelling ondoorzichtig is en dus ruimte laat voor WINST. Kan deze benadering de eerstelijns apotheker uitkomst bieden? Kan een aanbod worden ontwikkeld waar de inkoper qua produkt en prijs niet omheen kan? Als het antwoord daarop positief is, kan het leed worden weggenomen. Zo niet dan is louter verschraling het toekomstbeeld. Mischien dat na vele jaren beleidsbepalers tot inkeer komen maar dan heeft de huidige apotheker/ondernemer de schade van de verschraling reeds opgelopen.
Ik ben benieuwd of een paar SMAAKMAKERS onder de eerstelijns apothekers de koppen bij elkaar steken om dat unieke produkt (liever nog meervoud) te gaan ontwikkelen (en als het er al is, over het voetlicht te krijgen).

En daar is geen woord verkeerd aan.

Uniek product zal echter binnen de Zvw moeten vallen en door CvZ moeten worden geduidt als basisverzekerde zorg of anders een uniek product zoals de Action ze levert.

Met het kostprijsprincipe, iedere 3 jaar gaat de NZa de boeken door, valt echter ook de OTC onder de inkomsten van de apotheek waarvoor verzekeraars menen te betalen. Opbrengst OTC gaat af van de regelvergoeding, nu en ook in de toekomst. In de visie van de verzekeraars komen verzekerden immers voor hun geneesmiddelen naar een apotheek en de apotheek profiteert dan via de OTC van deze verplichte winkelnering. De verzekeraar maakt deze winkelnering mogelijk.

Uniek product heeft dus 3 jaar winst bijdragend vermogen.

De KNMP en ASKA hebben het spel nog steeds niet door.

Anoniem
22-07-2011 23:40
zegt:

Bijdrage Erik Gerritsen op Linkedin.

"De prestatiebeschrijvingen lijken me voor de apothekers een bijzonder mooi resultaat. Er zijn nauwelijks andere landen die zoiets hebben! De totstandkoming heeft zeker 15 jaar overleg en onderhandelen gekost. Het al of niet vergoed worden vanuit de Zorgverzekeringswet was daarbij geen expliciet criterium en dat heeft geleid tot een aantal onvergoede prestaties. Overigens valt prestatie 10 (onderlinge dienstverlening) wel onder de Zorgverzekeringswet. Als troost kan ik zeggen dat het gaat om relatief weinig voorkomende prestaties, dus de eventuele nadelige financiële effecten zullen beperkt zijn.

Ook ben ik zeer tevreden met de introductie van prestatie 11, de facultatieve prestatie. Deze biedt uitstekende mogelijkheden voor de financiering van innovatieve projecten. Ik merk bij mijn advieswerkzaamheden dat de bestaande vergoedingsregelingen daarvoor vaak onvoldoende ruimte bieden.

Evenals anderen ben ik van mening dat het nu vooral van belang is dat de Nederlandse apothekers hun inhoudelijke zorgaspiraties ook werkelijk waar gaan maken. Als dat lukt zal Nederland zijn hoge plaats in de internationale ranglijsten van de farmaceutische zorg zeker behouden!"

.....Tja. Een adviseur betaalt niet de rekening, maar stuurt ze. Als is verbrande as. Geen onderhandelaar zal onderhandelen zoals de KNMP doet en heeft gedaan en blijkbaar blijft doen: eerst zelf kosten maken om wat aan te tonen in de hoop op een vergoeding. Dat gaat niet werken. Dat kan niet werken en dat zal niet werken. Onderhandelaars van ZN en VWS hebben dat al heel lang door. Eerst de baten, dan de kosten. Zo werken de ambtenaren en zorgverzekeraars en zo werkt ieder ander normaal bedrijf. Zo niet de KNMP.

Zie maar eens een apotheek draaiende te houden met het huidige en toekomstige NZa tarief.

We wachten op de duiding door het CvZ welke prestaties vallen onder de basisverzekering en welke onder de aanvullende. De KNMP heeft blijkbaar onderhandelt zonder oog te hebben voor het verschil tussen basis en aanvullend. Ook heeft de KNMP geen oog gehad voor de politieke en economische veranderingen: de druk op de verzekeraars neemt alleen maar toe. Afschaffing van ex poste vereveningen doet de verzekeraars overal zoeken naar besparingen. Waarom dan duurder contracteren dan de NZa zegt dat noodzakelijk is.

De zorgplicht ligt bij de verzekeraar en niet bij de apotheker.

De nuance blijft de KNMP ontgaan. Hoe meer knoppen de verzekeraars krijgen om aan te draaien, hoe meer zij die zullen gaan gebruiken om de kosten te drukken.

Facultatieve prestatie kan ook inhouden een lumpsum betaling per regel voor alles wat de zorgverzekeraar en zijn klanten maar willen hebben. 9.10 per ex wmg regel. 24/7 en zonder onderscheid van prestatie. Een drastische vermindering van de administratieve lastendruk voor alle partijen. Alle middelen en mankracht beschikbaar voor de zorg. Wat willen wij nog meer? Martin Favië stelde de juiste vraag en kreeg een, ook voor de NZa woordvoerder, verrassend antwoord: ja dat mag.

Anoniem
23-07-2011 02:05
zegt:

Theo Langejan van de NZa zegt het zo:

Volumegroei

De stimulans tot overproductie zal de komende jaren één van de belangrijkste problemen zijn
waar we voor staan. Praktisch gezien zal de oplossing voor de volumegroei vooral moeten
komen van twee zaken:
1. Een overheid die de afbakening van ’verzekerde zorg’ hanteerbaar maakt en daaraan
gepaste zorg als eis koppelt.
2. Inkopende verzekeraars die in hun contractering ook afspraken maken over gepast
gebruik, en bijvoorbeeld ook de prikkels anders zetten door degressieve tarieven.

Scherper kan Theo Langejan het niet brengen.

Bijeenkomst Nieuwe Zorg
19 mei 2011
Speech Theo Langejan
Voorzitter Raad van Bestuur Nederlandse Zorgautoriteit

Houdbaarheid
Als je dan bovendien bedenkt dat de zorgkosten de afgelopen jaren met zo’n vier procent per
jaar stijgen terwijl de economie jaarlijks met krap twee procent groeit, dan wordt de
bezorgdheid al een stuk begrijpelijker. Doorgaan op de huidige weg leidt vanzelf tot crowding
out: alle andere publieke doelen op het terrein van veiligheid, onderwijs en koopkracht zullen
worden ‘opgegeten’ door de groei van de zorguitgaven.

Aan de ’bureaucraten’ mag terecht de vraag gesteld worden het systeem zo in te richten dat er
niet alleen ruimte is voor vernieuwing, maar dat het systeem vernieuwing ook beloont, dat zie
ik dan ook als een belangrijke opgave voor de NZa.

De wereld in 2012: voorbij de impasse
In haar voorstellen voor 2012 zet de Minister een aantal forse stappen om uit deze impasse te
komen:
1. Afschaffen budgettering ziekenhuizen,
2. Vrijgeven van de prijzen voor 70% van de ziekenhuisproductie,
3. Beëindiging macro nacalculatie voor verzekeraars,
4. Gefaseerde beëindiging van de ex post vereveningsmechanismen,
5. Vrijgeven prijzen voor de dienstverlening door apothekers,
6. Vrijgeven van de prijzen voor geneesmiddelen,
7. Vrijgeven van de prijzen in de mondzorg.

Met deze stappen maakt de Minister duidelijk vol in te zetten op het systeem zoals dat in 2006
bedoeld was met de bijbehorende rolverdeling, lees een belangrijke sturende rol voor de
zorgverzekeraars via hun inkooprol.

Maar aanbieders zullen in deze tijd wel moeten accepteren dat verzekeraars pas echt overtuigd
zullen zijn van het nut wanneer de innovatie ook leidt tot een grotere efficiëntie, immers de
jaarlijks shoppende verzekerden shoppen vooral op prijs. Sterker nog, aanbieders zullen
moeten accepteren dat verzekeraars (en banken) een belangrijke rol krijgen bij het beslissen
over investeringen en vernieuwingen, een rol die velen nu nog aan de overheid toedichten.
Veel van de regelgeving die nu als hinderpaal voor vernieuwing wordt gezien: tariefregulering,
wordt verruimd.

De dienstverlening door apothekers is een mooi voorbeeld dat niet alleen het tarief, maar ook
de prestatiedefinitie kan worden versoepeld. Er zijn 10 mogelijke prestaties gedefinieerd
(zonder tarief) die verzekeraars en apothekers kunnen gebruiken, maar er komt ook een
’elfde’ prestatie die het mogelijk maakt dat verzekeraars en aanbieders onderling tot geheel
andere te contracteren prestaties komen. Bedenk daarbij dat de verzekeraar enerzijds onder
druk staat de premie laag te houden, maar anderzijds gehouden is zijn wettelijke zorgplicht na
te komen.

----Bedenk daarbij dat de verzekeraar enerzijds onder
druk staat de premie laag te houden, maar anderzijds gehouden is zijn wettelijke zorgplicht na
te komen.-------

Volumegroei
De stimulans tot overproductie zal de komende jaren één van de belangrijkste problemen zijn
waar we voor staan. Praktisch gezien zal de oplossing voor de volumegroei vooral moeten
komen van twee zaken:
1. Een overheid die de afbakening van ’verzekerde zorg’ hanteerbaar maakt en daaraan
gepaste zorg als eis koppelt.
2. Inkopende verzekeraars die in hun contractering ook afspraken maken over gepast
gebruik, en bijvoorbeeld ook de prikkels anders zetten door degressieve tarieven.
Terug naar de hamvraag: gaat dit ons helpen de noodzakelijke efficiëntieslag te slaan? Ik denk
het wel, mits alle partijen ook bereid zijn de rolverdeling in het stelsel te accepteren.

Duidelijker kan een bureaucraat niet zijn. 10 prestaties? 1 basisprestatie? 11de vrije prestatie?

Maakt allemaal niets uit: prijs moet omlaag en dan met name het totaalbedrag, het volume. Zo niet, dan grijpt de NZa alsnog in met een tariefmaatregel.

Dat geeft Theo Langejan tussen de regels door aan.

En de KNMP is er voorstander van en volgens Erik Gerritsen mogen wij in onze handen knijpen met deze "deal".

Wat de NZa daaraan bijdraagt
is vooral zorgen voor de juiste incentives ofwel de juiste prikkels in het systeem en het
bewaken van de publieke belangen toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit door
transparante kwaliteitsinformatie.

De 11de prestatie wordt de joker, maar zie een "zorg' inkopende "zorg" verzekeraar dat maar eens wijs te maken: kwestie van voorrekenen en doorrekenen? En de kwaliteit? Daar spreken we niet meer over, die komt met het contract gratis mee.

Back to top